Mobiele menu

Palliatieve spoedzorg door de huisarts in avond, nacht en weekend: wat gaat goed, wat kan beter en implementatie van verbeteringen

Projectomschrijving

Ondanks verbeterpogingen in de palliatieve huisartsen spoedzorg in de avond- nacht,- en weekenduren (ANW), zijn er signalen dat de kwaliteit achterblijft.

Doel

Het doel is om bij te dragen aan de verbetering van de kwaliteit van de palliatieve spoedzorg tijdens ANW-uren.

Aanpak/werkwijze

We voerden inventariserend multimethoden onderzoek uit, bestaande uit literatuuronderzoek, inventariserende gespreksgroepen en vragenlijstonderzoek onder huisartsenposten, huisartsen, medisch specialisten, (gespecialiseerde) verpleegkundigen, vrijwilligers en mantelzorgers. 

Resultaten

Uit onderzoek en de gesprekken zijn de volgende knelpunten naar voren gekomen:

  • informatieoverdracht
  • beperkte Advance Care Planning afspraken
  • continuïteit en deskundigheid van de huisarts
  • onvoldoende benutting van palliatieve consultatie
  • de samenwerking met verpleeghuizen

Gewenste ontwikkelingen liggen op het gebied van:

  • vereenvoudigen informatieoverdracht
  • vergroten opt-in van patiënten
  • langere visites vanuit de huisartsenposten
  • meer taakdelegatie naar de thuiszorg
  • grotere inzet van vrijwilligers
  • betrokkenheid van palliatieve teams
  • feedback naar huisartsen door overdracht.

Op basis van deze inventarisatie is tijdens- en na het onderzoek advies gegeven aan het Nederlandse Huisartsen Genootschap en INEEN (koepel huisartsenposten) ter verbetering van de palliatieve spoedzorg. Deze uitgebreide adviezen bleken nauw aan te sluiten bij de huidige ontwikkelingen, productontwikkeling en implementatie daarvan. Toekomstig onderzoek kan zich richten op evaluatie van de gevonden 'best practices', optimaliseren van de rol van de eigen huisarts, verbetering van de Advanced Care Planning en wat de toegevoegde waarde is van de palliatieve teams in ANW-uren.

Ons onderzoeksrapport en artikelen staan op de website van Palliaweb.

Projectleider en huisarts Paul Giesen en onderzoeker Erik Plat bespraken de aanbevelingen uit hun onderzoek met bracheorganisatie InEen en het Nederlands Huisartsengenootschap (NHG). 'We hopen op een groeiend bewustzijn van het belang van palliatieve zorg in de huisartsenspoedzorg.'

> Lees het interview

Samenwerken en overdracht

Dit project financieren we vanuit ons programma Palliantie. Met dit programma zetten we ons in voor een goede kwaliteit van leven voor mensen die ongeneeslijk ziek zijn en hun naasten. Dat betekent dat zij zorg en ondersteuning krijgen die aansluit op hun wensen en behoeften. Goede samenwerking en overdracht tussen zorgverleners speelt daarbij een belangrijke rol.

Producten

Titel: Palliatieve zorg in avond-, nacht-, en weekenduren: een landelijke inventarisatie onder huisartsen
Auteur: Peters Y, Mutsaers R, Plat E, Giesen P, Smits M
Link: https://palliaweb.nl/getmedia/e8438f8a-d37e-4677-91b2-0889871d5220/Eindrapport_Palliatieve-Zorg_IQhealthcare_printversie_201217.pdf
Titel: Focusgroepen huisartsen en experts palliatieve zorg in avond-, nacht- en weekenduren
Auteur: Peters Y, Plat E, Smits M, Giesen P.
Titel: Palliatieve zorg in avond-, nacht-, en weekenduren: een landelijke inventarisatie onder huisartsenposten
Auteur: Peters Y, de Mooij D, Plat E, Giesen P, Smits M
Titel: Inventarisatie palliatieve zorg in avond-, nacht-, en weekenduren door de huisarts: een literatuur- en documentenonderzoek
Auteur: Plat E, Peters Y, Smits M, Giesen P
Titel: Beschikbaarheid voor palliatieve zorg tijdens ANW-uren
Auteur: Erik Plat, Yvonne Peters, Marleen Smits, Paul Giesen
Magazine: Huisarts en Wetenschap
Titel: Availability of Dutch General Practitioners for After-Hours Palliative Care
Auteur: Plat, Fredrik M., Peters, Yvonne A.S., Giesen, Paul, Smits, Marleen
Magazine: European Journal of Palliative Care
Titel: Palliatieve zorg door huisartsen in avond-, nacht- en weekenduren: een landelijke inventarisatie van knelpunten
Auteur: Erik Plat, Paul Giesen
Magazine: Nederlands-Vlaams Tijdschrift voor Palliatieve Zorg

Verslagen


Eindverslag

Er zijn signalen dat de kwaliteit van de palliatieve huisartsen spoedzorg in de avond-, nacht- en weekenduren (ANW)achterblijft. Wij deden literatuuronderzoek en onderzochten ervaringen patiënten, mantelzorgers en professionals betreffende de palliatieve huisartsen spoedzorg in de ANW. Ook gingen op zoek naar "best practices". ?Conclusie en aanbevelingen Veel HAPs hebben werkafspraken over palliatieve zorg en over informatieoverdracht. Er is een grote bereidheid van huisartsen en triagisten om zich in te zetten voor palliatieve patiënten. Veel HAPs hebben een procedures omtrent de informatieoverdracht, waar men meestal tevreden mee is. De meeste huisartsen doen in ANW-uren zelf de zorg voor hun eigen palliatieve patiënten, eventueel in samenwerking met de HAP en slechts een klein deel draagt de zorg volledig over aan een collega of aan de HAP. De voornaamste problemen met betrekking tot de palliatieve zorg in ANW-uren betreffen: informatieoverdracht (beperkt in aantal, niet up-to-date), beperkte aanwezigheid van advance care planning afspraken, beperkte proactieve zorgplanning (als onderdeel informatieoverdracht), continuïteit in persoon van de eigen huisarts en de deskundigheid van de huisarts. Verder worden palliatieve consultatiemogelijkheden mogelijk onvoldoende benut, worden palliatieve patiënten te laat of niet geïdentificeerd en is de samenwerking met verpleeghuizen (opnames) niet naar tevredenheid. Gewenste ontwikkelingen liggen op het gebied van: het vereenvoudigen van de informatieoverdracht (elektronisch), het vergroten van de opt-in van patiënten, meer tijd bij visites vanuit de HAP, meer taakdelegatie naar de thuiszorg, een grotere inzet van vrijwilligers in de palliatieve en terminale thuiszorg, feedback naar huisartsen m.b.t. de geleverde overdracht en grotere betrokkenheid van palliatieve teams. Met betrekking tot de goede voorbeelden willen we met name de PaTz-groepen en casemanagers noemen. De volgende aanbevelingen volgen uit bovenstaande conclusies: 1. Op patiëntniveau: maximalisatie van het aantal patiënten dat 'opt-in' verleent, teneinde zoveel mogelijk zorgdossiers inzichtelijk te hebben op de HAP. Mogelijk zou dit middels een campagne kunnen. 2. Op huisartsenniveau: − vergroten van het aantal huisartsen dat deelneemt aan PaTz-groepen. Hiermee wordt beoogd: o een vroegere identificatie van patiënten o meer continuïteit in de zorgverlening o het vaker aanwezig zijn van proactieve zorgplanning afspraken o het vaker op de gewenste plaats overlijden o minder ongewenste opnames o een betere samenwerking tussen professionals In regio Utrecht krijgen huisartsen voor hun deelname aan een PaTz-groep een vergoeding vanuit de zorgverzekeraar. Dit zou voor meer huisartsen mede een stimulans kunnen zijn om deel te gaan nemen aan een PaTz-groep. − vergroting van het nascholingsaanbod palliatieve zorg voor huisartsen − bekendheid van bestaande apps (o.a. Palliarts (zie literatuuroverzicht)), richtlijnen Pallialine en de consultatiediensten (IKNL/Ziekenhuizen) vergroten. − vergroting van de inzet van de Vrijlligers Palliatieve Terminale Zorg − het stimuleren van huisartsen een zo groot mogelijke continuïteit van zorg in persoon te bieden − het stimuleren van huisartsen om van zoveel mogelijk palliatieve patiënten een volledige overdracht te doen en deze up-to-date te houden − het vaker betrekken van palliatieve teams van ziekenhuizen bij thuis verblijvende patiënten 3. Op HAP-niveau: − vergroten van het aantal HAPs met een protocol/werkafspraak palliatieve zorg. − ontwikkeling van een feedbacksysteem voor huisartsen op het gebied van de informatieoverdracht en het regelmatig updaten van de informatieoverdracht − (waarnemende) huisartsen scholen op het gebied van de palliatieve zorg − stimuleren van de telefonische bereikbaarheid van de eigen huisarts − vergroten van de rol van de regiearts 4. Op ICT-niveau: − het maken en versturen v
De palliatieve zorg door huisartsen in de avond, nacht en weekend (palliatieve spoedzorg ANW) verloopt nog niet optimaal. Wel zijn er regionale verbeterinitiatieven, die mogelijk als "best practices" kunnen dienen voor de rest van Nederland. In dit onderzoek inventariseren we sterke- en voor verbetering vatbare onderdelen van de palliatieve spoedzorg. Met de resultaten willen we samen met het NHG implementatiemateriaal ontwikkelen t.b.v. verbetering van de palliatieve spoedzorg door huisartsen. In het eerste jaar van het onderzoek (2016) hebben we een groot deel van het multimethoden onderzoek afgerond en beschreven in deelrapporten: •literatuuronderzoek •focusgroepen met palliatieve zorg experts en huisartsen •vragenlijst onder alle huisartsenposten in Nederland •vragenlijst onder alle huisartsen van 10 huisartsenpostregio’s Momenteel worden telefonische interviews met circa 15 mantelzorgers gehouden en is een vragenlijst uitgezet onder professionals van overige disciplines (specialisten, verpleegkundigen en vrijwilligers). De professionals worden geworven via alle Netwerken Palliatieve zorg in Nederland.

Samenvatting van de aanvraag

Achtergrond Ondanks pogingen om de palliatieve huisartsen spoedzorg in de avond nacht en weekend (ANW) te verbeteren, zijn er signalen dat de kwaliteit toch achterblijft. Het is echter onbekend of dit door patiënten, mantelzorgers en professionals ook zo wordt beleefd en of er regionale palliatieve spoedzorg "best practices" zijn waarvan geleerd kan worden. Doel • Inventariseren van sterke- en voor verbetering vatbare onderdelen van de palliatieve spoedzorg in de avond nacht en weekend (ANW) • Optimale participatie van mantelzorgers en patiënten in palliatieve spoedzorg • Opsporen van best practices voor palliatieve spoedzorg • Ontwikkelen van implementatiematerialen t.b.v. verbetering van palliatieve spoedzorg Methode • Fase 1: Inventariserend multimethoden onderzoek: (literatuuronderzoek, interviews palliatieve zorg experts, vragenlijsten, focusgroep bijeenkomsten), • Fase 2: Ontwikkeling van landelijke handreiking en implementatieplan. • Fase 3: Implementatie van onderwijsmaterialen door NHG. Deze fase bouwt voort op de uitkomsten en verkregen materiaal uit fase 1 en 2.

Kenmerken

Projectnummer:
844001213
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2016
2018
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Dr. P.H.J. Giesen
Verantwoordelijke organisatie:
Radboudumc