Mobiele menu

Onbegrepen gedrag in de thuissituatie beter begrijpen: een knelpunten analyse vanuit het perspectief van wijkverpleegkundigen en verzorgenden

Projectomschrijving

Mensen met onbegrepen gedrag of probleemgedrag wonen steeds vaker en langer thuis. Wijkverpleegkundigen en verzorgenden blijken onvoldoende toegerust om thuiszorg en ondersteuning te bieden aan het toenemende aantal mensen met onbegrepen gedrag.

Doel

Het doel van dit project was het uitvoeren van een knelpuntenanalyse om inzicht te krijgen in de knelpunten rondom de zorg voor mensen met onbegrepen gedrag in de thuissituatie.

Samenwerking

Daarvoor werkten het Erasmus MC en het Trimbos-instituut in dit project samen met zorgorganisaties Argos Zorggroep, WoonZorgcentra Haaglanden en Laurens.

Resultaat

We vonden verschillende belemmerende en bevorderende factoren rondom de zorgorganisatie, het landelijk zorgstelsel, samenwerking, wijkverpleegkundige/verzorgende zelf en de cliënt. Deze factoren zijn tijdens een bijeenkomst met experts vertaald naar adviezen voor V&VN. Het rapport van de knelpuntenanalyse en de bijbehorende infographic vindt u hieronder bij Downloads.

Aanbevelingen

Kennis en kunde

  • Creëren van een platform met regionale initiatieven rondom onbegrepen gedrag en inventarisatie van beschikbare scholing
  • Lobby voor meer tijd voor scholing voor verpleegkundigen en verzorgenden

Samenwerking en organisatie

  • Formuleer randvoorwaarden voor de samenwerking en regionale verantwoordelijkheden
  • Creëren van een platform met regionale initiatieven rondom onbegrepen gedrag

Zorgorganisaties

  • Ontwikkel een voorbeeld procedure voor zorgorganisaties rondom thuiszorg en onbegrepen gedrag

Richtlijnen

  • We adviseren geen nieuwe richtlijn, maar adviseren om thema’s en werkwijzen uit huidige richtlijnen te vertalen naar de praktijk door een handreiking.

Verslagen


Eindverslag

Mensen met onbegrepen gedrag of probleemgedrag wonen steeds vaker en langer thuis. Wijkverpleegkundigen en verzorgenden blijken onvoldoende toegerust om thuiszorg en ondersteuning te bieden aan het toenemende aantal mensen met onbegrepen gedrag. In de TIP studie deden wij een knelpuntenanalyse om inzicht te krijgen in de knelpunten rondom de zorg voor mensen met onbegrepen gedrag in de thuissituatie.

Er werden verschillende belemmerende en bevorderende factoren gevonden, welke tijdens een bijeenkomst met experts werden vertaald naar adviezen voor V&VN. We doen geen aanbeveling tot een nieuwe richtlijn, maar adviseren om thema’s en werkwijzen uit huidige richtlijnen te vertalen naar een praktische handreiking. Andere adviezen zijn o.a. het ontwikkelen van een voorbeeldprocedure omtrent onbegrepen gedrag voor zorgorganisaties en het creëren van een platform met regionale initiatieven omtrent onbegrepen gedrag.

Samenvatting van de aanvraag

Onbegrepen gedrag, zoals psychotisch, angstig, geagiteerd of apathisch gedrag komt voor bij mensen met dementie, een hersenletsel of psychiatrische aandoeningen. Deze gedragingen hebben negatieve consequenties voor de cliënt en mantelzorger, zoals een slechtere kwaliteit van leven en hogere mantelzorgerzwaarte. De afgelopen jaren was er een toename van onbegrepen gedrag in de thuissituatie waarneembaar. Dit werd zowel veroorzaakt door demografische veranderingen (vergrijzing van de samenleving), als veranderingen in ons zorgsysteem (ambulantisering van de GGZ). Om de toename in het aantal mensen met onbegrepen gedrag in de wijk het hoofd te bieden, en de positie van thuiswonende mensen met onbegrepen gedrag te verbeteren, is effectieve en doelmatige thuiszorg essentieel. Echter, zoals aangegeven door wijkverpleegkundigen en verzorgenden, wordt deze zorg nu bemoeilijkt doordat juist de aanwezigheid van onbegrepen gedrag ertoe leidt dat zorgdoelen niet behaald worden. Mogelijk zijn wijkverpleegkundigen en verzorgenden onvoldoende toegerust om onbegrepen gedrag te signaleren en hierop te acteren. Uit onderzoek naar het gebruik van richtlijnen bleek dat deze in het algemeen matig toegepast worden, enerzijds omdat zij mogelijk te specifiek zijn (specifieke setting of patiëntenpopulatie), anderzijds omdat zij niet specifiek genoeg zijn (praktische toepassing). Om meer inzicht te krijgen in knelpunten binnen de thuiszorg voor mensen met onbegrepen gedrag, verrichten wij in dit project een knelpuntenanalyse vanuit het perspectief van de wijkverpleegkundigen en verzorgenden. Hierbij is de toepasbaarheid van huidige richtlijnen omtrent onbegrepen gedrag een belangrijk uitgangspunt. Binnen dit project werken het Erasmus MC en het Trimbos-instituut samen met een aantal grote zorgorganisaties in Den Haag en Rotterdam, met het hoofddoel om inzicht te krijgen in de barrières en facilitators voor doelmatige en hoogwaardige thuiszorg voor (volwassen/oudere) mensen met onbegrepen gedrag. De resultaten uit dit project zullen worden vertaald in een concreet advies aan Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN), t.a.v. het verbeteren van de kwaliteit van zorg in de wijk voor mensen met onbegrepen gedrag. Bijvoorbeeld door het ontwikkelen of updaten van kwaliteitsstandaarden, verbijzondering of ontwikkeling van richtlijnen, of andere adviezen, bijv. het ontwikkelen van praktische tools voor methodisch werken of het ontwikkelen van trainingen/e-learning. Het project is onderverdeeld in 3 werkpakketten: In Werkpakket 1 identificeren we barrières en facilitators voor de thuiszorg van mensen met onbegrepen gedrag in de (inter)nationale literatuur, en vergelijken wij de huidige richtlijnen en zorgstandaarden omtrent de omgang met onbegrepen gedrag. Resultaten uit dit werkpakket zullen dienen als input voor Werkpakket 2. In Werkpakket 2 identificeren we barrières en facilitators voor de thuiszorg voor mensen met onbegrepen gedrag vanuit de klinische praktijk middels focusgroeponderzoek, een casusstudie en vragenlijstonderzoek. De focusgroepen worden gehouden onder 1) wijkverpleegkundigen en verzorgenden, 1) zorgprofessionals die worden geconsulteerd bij de omgang met mensen met onbegrepen gedrag, evenals 3) cliënten en hun mantelzorgers. Bij de casusstudie wordt er realtime meegekeken bij de interactie tussen een zorgverlener en cliënt(systeem) waarbij er aandacht wordt besteed aan multifactoriële oorzaken van onbegrepen gedrag. Een thematische analyse van de kwalitatieve data zal worden geprioriteerd op relevantie en (h)erkenning middels een online vragenlijst die wordt verspreid onder een bredere populatie verpleegkundigen en verzorgenden. In Werkpakket 3 consulteren we een expertteam waarin mensen plaatsnemen die expertise hebben op het gebied van richtlijnen, onbegrepen gedrag, verplegingswetenschap, wijkverpleging en persoonsgericht werken. De opgehaalde en geprioriteerde barrières en facilitators worden in dit werkpakket vertaald naar een concreet advies aan V&VN. De relevantie van dit project is gelegen in het verbeteren van de kwaliteit en kosten van de zorg. Middels een knelpuntenanalyse identificeren wij barrières en facilitators voor effectieve thuiszorg voor mensen met onbegrepen gedrag (kwaliteit), en indirect dragen wij daardoor bij aan een verbetering van de negatieve consequenties van onbegrepen gedrag (kostenbesparing). De haalbaarheid van het project wordt geborgd doordat een Universitair Medisch Centrum, een kennisinstituut en zorgorganisaties de handen ineen hebben geslagen. Gezamenlijk werken zij aan het beter begrijpen van onbegrepen gedrag in de thuissituatie.

Kenmerken

Projectnummer:
10110022010004
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2020
2023
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Dr. J.M. Papma
Verantwoordelijke organisatie:
Erasmus MC
Afbeelding

Knelpuntenanalyses

Om de kwaliteit van zorg te behouden en te vergroten, is inzicht nodig in de knelpunten in het wijkverpleegkundig handelen zodat die aangepakt kunnen worden. Daarom financieren we knelpuntenanalyses op verschillende onderwerpen. Dit project is daar één van. Bekijk de andere projecten.