Mobiele menu

Het structureel inbedden van zingeving en geestelijke verzorging in de thuissituatie in de netwerken Friesland en Groningen

Projectomschrijving

Doordat veel kwetsbare en ernstig zieke mensen langer thuis blijven wonen, en ook zorg en welzijn steeds meer zijn verplaatst naar de thuissituatie (grotere rol voor sociaal domein en wijkteams), is de vraag naar geestelijke verzorging in de thuissituatie toegenomen. Doordat geestelijke verzorging in de thuissituatie (nog) niet (goed) is georganiseerd, zijn er infrastructurele en organisationele uitdagingen en uitdagingen op het gebied van signalering van behoeften en structurele financiering.

Doel

We hadden een tweeledige doelstelling:

  1. Inzicht verkrijgen in mogelijkheden
  2. Handvatten bieden voor de realisatie van het structureel inbedden van zingeving en geestelijke verzorging in de thuissituatie via bestaande structuren. De wens is om zingeving en geestelijke verzorging, weer normaal onderdeel te laten zijn in de hele keten van integrale zorg.

Aanpak/werkwijze

Het actieonderzoek bestond uit 4 onderdelen die deels volgordelijk en deels
overlappend aan elkaar hebben plaatsgevonden:

  1. Verkenning van de 2 provincies, om inzicht krijgen in structuren, processen en betrokkenen in de 2 casussen.
  2. Identificatie van thema’s en bijbehorende (leer)vragen (hieruit kwamen de thema's ondernemerschap, professionalisering en infrastructuur)
  3. Adressering van de thema’s in diverse bijeenkomsten met geestelijk verzorgers. Deze bijeenkomsten zijn vervolgens gemonitord en geevalueerd.
  4. Dialoog en afronding door data-analyse en een afsluitende dialoogbijeenkomst waar bevindingen met geestelijk verzorgers uit beide provincies gedeeld en besproken zijn. 

Resultaten

We vonden 3 centrale thema’s die een rol spelen bij succesvolle inbedding, namelijk:

  1. ondernemerschap
  2. professionalisering
  3. infrastructuur

Daarin bleek aandacht voor het behoud van de essentie van het vakgebied geestelijke verzorging belangrijk. In het actieonderzoek hebben we daarom gekeken hoe geestelijke verzorging ingebed kan worden in bestaande structuren – die sterk zijn vormgegeven vanuit een meer medische paradigma – zonder datgene wat ingebed wordt, geweld wordt aangedaan. Succesvolle inbedding moet plaatsvinden op eigen voorwaarden, zodat de eigenheid van geestelijke verzorging behouden blijft. 

Afbeelding
Portret Carina Pittens en Elzaline Schraa

Actieonderzoeker Carina Pittens van de Vrije Universiteit Amsterdam en Elzaline Schraa, coördinator van de netwerken Palliatieve Zorg in Friesland, vertellen wat dit onderzoek oplevert voor de praktijk van geestelijke verzorging thuis.

> Lees het interview

Verslagen


Samenvatting van de aanvraag

In de provincies Friesland en Groningen willen ze zingeving en geestelijke verzorging (weer) onderdeel laten zijn van de normale zorg aan en ondersteuning van mensen die thuis wonen. Doordat geestelijke verzorging in de thuissituatie (nog) niet (goed) is georganiseerd, worden onder andere infrastructurele en organisatie uitdagingen ondervonden, als ook uitdagingen op het gebied van signalering van behoeften en structurele financiering. Om die reden is de volgende doelstelling voor het actieonderzoek geformuleerd: (1) Inzicht verkrijgen in mogelijkheden voor en (2) handvatten bieden voor de realisatie van het structureel inbedden van zingeving en geestelijke verzorging in de thuissituatie via bestaande structuren. Beide provincies onderstrepen deze doelstelling, maar hebben een andere visie op hoe ze hun doel willen bereiken. Friesland wil inzetten op collectieve kracht en reeds bestaande infrastructuren. In Groningen wordt de voorkeur gegeven om geestelijke verzorging zo min mogelijk in te bedden in bestaande infrastructuren, maar meer te richten op de individuele verantwoordelijkheid en keuzes van geestelijk verzorgers en burgers. In Friesland vindt coördinatie en sturing plaats vanuit een verenigd coördinatiepunt. In Groningen is de coördinatie en sturing minimaal; de financiële en juridische kaders worden georganiseerd, maar verder krijgen de geestelijk verzorgers de kans om zich vrij te ontwikkelen in de eerste lijn. Deze vergelijkbare doelstellingen maar verschillende visies maakt het interessant om deze twee casussen te bestuderen en te kijken wat in welke context werkt en waarom, en wat ze van elkaar kunnen leren. Op drie niveaus - (1) infrastructuur, (2) coördinatie en sturing, en (3) leren en verbeteren – kijken we op welke wijze dit het beste kan worden vormgegeven, wat daarvoor nodig is en hoe het kan worden verbeterd. 1. Beoogde eindresultaten Het actieonderzoek beoogt verschillende resultaten te bereiken: - Kennisontwikkeling: inzicht in huidige en gewenste situatie (structuren, processen en betrokkenen) in de twee casussen, en inzicht in handvatten en werkingsmechanismen om de gewenste situatie te bereiken. - Verandering: verschuiving van huidige situatie naar een gewenste situatie, waarbij zingeving en geestelijke verzorging structureel zijn ingebed in de thuissituatie - Leren: realisatie van een duurzame leer- en verbetercultuur bij geestelijk verzorgers en andere betrokkenen, t.a.v. constante verbetering van structuren en processen voor de inbedding van geestelijke verzorging in de thuissituatie. 2. Aanpak Het voorgestelde actieonderzoek gebruikt de gevalideerde methodiek van Reflexieve Monitoring in Actie (RMA) als methodologisch uitgangspunt. Achterliggende principes van dit actieonderzoek staan centraal in alle voorgestelde activiteiten, waaronder (1) reflexiviteit, (2) co-creatie, (3) betrokkenheid van alle relevante perspectieven, (4) een iteratief en emergent design, en (5) het doorlopen van kort cyclische leerprocessen. Het actieonderzoek gebeurt samen met alle relevante betrokkenen - zoals geestelijk verzorgers, andere zorg- en hulpverleners, vrijwilligers, en cliënten - zodat we duurzame resultaten kunnen bereiken. De behoeften van de cliënten staan centraal en zij worden actief betrokken in het onderzoek. Het voorgestelde actieonderzoek bestaat uit vier onderdelen die deels volgordelijk en deels overlappend aan elkaar zullen plaatsvinden: (1) Verkenning van de twee casussen (februari – mei 2020) Doel: Inzicht krijgen in structuren, processen en betrokkenen in de twee casussen Deliverables: Overzicht van structuren, processen en betrokkenen in de twee casussen met geïdentificeerde kansen en uitdagingen, verwerkt in een overzichtskaart (2) Opstellen client journeys en identificatie van leervragen (april – augustus 2020) Doel: Formulering van leervragen middels het opstellen van client journeys voor de twee casussen Deliverables: (1) Uitwerking van client journeys per casus (verwerkt in infographic), en (2) eerst overzicht van leervragen per casus. (3) Adresseren van leervragen (september 2020 – januari 2022) Doel: Inzicht krijgen in handvatten en werkingsmechanismen voor structurele inbedding van geestelijke verzorging in de thuissituatie middels een doorgaand cyclisch proces Deliverables:(1) Structurele inbedding van geestelijke verzorging in de thuissituatie welke o.a. zichtbaar wordt door veranderende leervragen over tijd per casus en tevredenheid van betrokkenen, en (2) infographic met handvatten en werkingsmechanismen voor structurele inbedding van geestelijke verzorging in de thuissituatie. (4) Realisatie van leer- en verbetercultuur (februari 2021 – januari 2022) Doel: Realisatie van een leer- en verbetercultuur bij geestelijk verzorgers t.b.v. kennisuitwisseling, scholing en kwaliteitswaarborging Deliverables: Succesvol geïmplementeerde leercultuur die positief bijdraagt aan de geestelijke verzorging van cliënten in de thuissituatie.

Kenmerken

Projectnummer:
10050011910005
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2020
2022
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
dr. C.A.C.M. Pittens
Verantwoordelijke organisatie:
Vrije Universiteit Amsterdam
Afbeelding

Zingeving en Geestelijke verzorging

Vanuit het programma Zingeving en Geestelijke verzorging investeren we in kennisontwikkeling en -implementatie om aandacht voor zingeving in de thuissituatie te stimuleren. Bekijk de andere projecten.