Mobiele menu

Preventie van onvrijwillige zorg met PRITAH

Projectomschrijving

Zorgverleners voelen zich soms genoodzaakt zorg te verlenen zonder toestemming van de cliënt en/of waar de cliënt zich tegen verzet. Dit wordt onvrijwillige zorg genoemd. Binnen de Academische Werkplaats Ouderenzorg Limburg is een interventie ontwikkeld gericht op preventie van de toepassing van onvrijwillige zorg: Prevention and Reduction of Involuntary Treatment at Home (PRITAH). Recent onderzoek laat zien dat de PRITAH-interventie effect heeft op bekwaamheid en motivatie van verpleegkundigen en verzorgenden en dat PRITAH goed toepasbaar is in de praktijk. Een aantal zorgorganisaties heeft interesse getoond in de PRITAH-interventie. Toch leidt dat niet automatisch tot implementatie en daarmee verspreiding van kennis om onvrijwillige zorg te voorkomen.

Doel en werkwijze

Het doel van dit project is de implementatie van PRITAH en daarmee verspreiding van kennis om onvrijwillige zorg te voorkomen. Zodat ouderen met cognitieve beperkingen, mantelzorgers en professionele zorgverleners daar al op korte termijn van kunnen profiteren. Dit doen wij door:

  • de PRITAH-interventie te implementeren in zowel de thuiszorg als de verpleeghuiszorg en te onderzoeken hoe deze implementatie het beste tot stand komt
  • de kennis en methodiek uit PRITAH te introduceren in het beroepsonderwijs voor verzorgenden IG en verpleegkundigen

Verslagen


Samenvatting van de aanvraag

Mensen met een cognitieve beperking kunnen geboden zorg van mantelzorgers en professionele zorgverleners als onnodig of onwenselijk ervaren. Uitingen daarvan zijn gedrag waarbij de geboden ADL-zorg wordt afgewezen en/of boze en agressieve reacties naar de zorgverlener. Voor zorgverleners is het moeilijk om de balans te vinden tussen het bieden van enerzijds vrijheid en aan de andere kant veiligheid, waarbij de autonomie van de zorgvrager gerespecteerd en geaccepteerd wordt. Uit balans gebracht door deze zeer complexe situaties voelen zorgverleners zich soms genoodzaakt zorg te verlenen zonder toestemming van de cliënt en/of waar de cliënt zich tegen verzet. Dit wordt onvrijwillige zorg genoemd. Bij onvrijwillige zorg gaat het bijvoorbeeld over het vastbinden of opsluiten van iemand, het toedienen van kalmerende medicatie, het gedwongen douchen of het afnemen van iemands autosleutel. Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat onvrijwillige zorg bij mensen met dementie veel voorkomt. Binnen de Academische Werkplaats Ouderenzorg Limburg (AWO-L) een interventie ontwikkeld gericht op preventie van de toepassing van onvrijwillige zorg. Deze interventie heet “PRITAH” (Prevention and Reduction of Involuntary Treatment at Home) en richt zich op de preventie van onvrijwillige zorg. Recent wetenschappelijk onderzoek laat zien dat de PRITAH-interventie effect heeft op bekwaamheid en motivatie van verpleegkundigen en verzorgenden en dat PRITAH goed toepasbaar is in de praktijk. Een aantal zorgorganisaties heeft reeds aangegeven interesse te hebben in implementatie van de PRITAH-interventie. Toch leidt dat niet automatisch tot de implementatie van PRITAH en daarmee verspreiding van kennis om onvrijwillige zorg te voorkomen. Implementatie gaat niet vanzelf. Het is belangrijk na te gaan hoe de implementatie van PRITAH en de kennis over onvrijwillige zorg versneld kan worden en op grote schaal kan worden ingevoerd en geborgd. Zodat ouderen met cognitieve beperkingen, mantelzorgers en professionele zorgverleners al op korte termijn daarvan kunnen profiteren. De doelstelling van dit project is om: 1) de PRITAH-interventie te implementeren in zowel de thuiszorg en verpleeghuiszorg en te onderzoeken hoe deze implementatie het beste tot stand komt; 2) de kennis en methodiek uit PRITAH te introduceren in het beroepsonderwijs voor verzorgenden IG en verpleegkundigen. Voor de eerste doelstelling wordt in dit project gebruik gemaakt van een zogenaamd Hybride Design Type-3. De PRITAH interventie wordt geïmplementeerd in 2 cycli waarbij PRITAH in de eerste cyclus bij respectievelijk 8 verpleeghuisafdelingen en 18 thuiszorgteams en in de tweede cyclus bij 7 verpleeghuisafdelingen en 17 thuiszorgteams geïmplementeerd wordt. Daarbij wordt gekeken naar de acceptatie, adoptie, geschiktheid, uitvoerbaarheid, kwaliteit, bereik. De duurzame borging (integratie van de verandering in routines) en belemmerende en bevorderende factoren m.b.t. de implementatie van de PRITAH-interventie in de dagelijkse praktijk van zowel de thuiszorg als de verpleeghuiszorg. Na de eerste cyclus wordt het implementatieplan bijgesteld en verbeterd. Voor het in kaart brengen van de implementatie uitkomsten worden observaties, vragenlijsten, semigestructureerde interviews, registratielijsten en focusgroepen gebruikt. Daarnaast zal met dossieronderzoek worden gekeken naar de mate waarin de implementatie leidt tot het beter toepassen van de principes van methodisch werken (voor en na invoering van de interventie). Op basis van de uitkomsten van het dossieronderzoek zullen 15-20 casestudies worden uitgewerkt om nader inzicht te krijgen in het besluitvormingsproces rondom het wel of niet toepassen van onvrijwillige zorg. Voor de tweede doelstelling wordt gebruikt gemaakt van een mixed-methods design. Voordat PRITAH geïntroduceerd kan worden in het beroepsonderwijs wordt de context waarin dit dient te gebeuren geanalyseerd en worden factoren in kaart gebracht die de implementatie van PRITAH in het beroepsonderwijs kunnen beïnvloeden. Dit vormt de basis voor de selectie van op maat gesneden implementatiestrategieën. Denk hierbij aan het exemplarisch gebruik van voorbeelden rondom het thema onvrijwillige zorg t.b.v. het kwalificatiedossier (bijvoorbeeld methodisch werken). Onvrijwillige zorg kan bijvoorbeeld ingebed worden in praktijkopdrachten voor studenten op het gebied van methodisch werken. Docenten, praktijkbegeleiders binnen de instellingen en stagebegeleiders op de werkvloer worden hierbij betrokken. Denk daarnaast aan colleges, werkstukken, etc. Een tweede voorbeeld betreft het ontwikkelen van een keuzemodule voor een specifieke groep studenten gericht op het thema onvrijwillige zorg. Het implementatie plan wordt vervolgens getest in een pilot studie waarbij gekeken wordt naar de uitvoerbaarheid en belemmerende en bevorderende factoren in kaar worden gebracht. Het programma wordt vervolgens aangepast en middels een procesevaluatie geëvalueerd.

Kenmerken

Projectnummer:
10040032110004
Looptijd: 66%
Looptijd: 66 %
2022
2025
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
dr. M.H.C. Bleijlevens
Verantwoordelijke organisatie:
Maastricht University
Afbeelding
Verpleegkundige, verzorgende en cliënt in gesprek

Implementatie van effectieve interventies

Om het gebruik van kennis in praktijk, beleid en onderwijs te stimuleren, financieren wij 4 projecten die met gerichte implementatieactiviteiten en implementatieonderzoek aan de slag gaan. Dit project is daar één van. Bekijk de andere projecten.