Mobiele menu

TASTE - TAilored Self-managemenT and E-health

Projectomschrijving

TASTE introduceert zelfmanagement in meerdere smaken. Om ook in de toekomst hoogwaardige zorg aan het groeiend aantal chronische zieken te kunnen bieden, wordt gezocht naar nieuwe effectieve behandelmethodes. Een veelbelovende aanpak om chronische zorg te optimaliseren is ‘zelfmanagement’. Gestreefd wordt naar het optimaliseren van het individuele vermogen in het goed omgaan met een chronische aandoening.

Doel

Hoewel er voldoende wetenschappelijk bewijs is dat zelfmanagement ondersteuning werkt, blijkt een aanzienlijk deel van de patiënten nauwelijks te reageren. Tot op heden is niet duidelijk waarom en bij welke patiënten dit het geval is. Het primaire doel van TASTE is om de (kosten)-effectiviteit van zelfmanagement ondersteuning te verhogen door het ontwikkelen van een duurzaam onderzoeksprogramma. In samenwerking met verschillende universiteiten en praktijkpartners onderzoekt TASTE hoe op basis van individuele patiëntkenmerken behandelingen op maat zouden moeten worden aangeboden.

Uzelf

TASTE is gegroeid naar een groter streven om innovatie op het gebied van zelfmanagement te realiseren met de naam Uzelf. Kennisinstituten, gemeentes, zorgaanbieders en het bedrijfsleven in de Utrechtse regio, werken hierin samen om te zorgen dat kennis terecht komt bij de eindgebruiker.

Producten

Titel: Towards tailoring of self-management for patients with chronic heart failure or chronic obstructive pulmonary disease: a protocol for an individual patient data meta-analysis
Auteur: Jonkman NH, Westland H, Trappenburg JC, Groenwold RH, Effing-Tijdhof TW, Troosters T, van der Palen J, Bourbeau J, Jaarsma T, Hoes AW, Schuurmans MJ
Magazine: BMJ Open
Titel: Huisarts en Wetenschap
Titel: COPD – een actueel overzicht voor de praktijk.
Auteur: Trappenburg J, Chavannes N, in ’t Veen
Titel: TASTE: het succes van zelfmanagement ontrafelen.
Auteur: Trappenburg J, Schuurmans M

Verslagen


Eindverslag

TASTE beoogde middels verschillende onderzoeksprojecten systematisch de kennislacune te dichten die nodig was voor de ontwikkeling van op maat gesneden zelfmanagement interventies (inclusief eHealth-ondersteunde zelfmanagementinterventies) bij chronische ziekten. Een essentieel onderdeel van deze ambitie was het genereren van toepasbare kennis over WAT werkt bij WIE (welke interventiekarakteristieken het meest kansrijk zijn bij welk type patiënt) en de barrières en mogelijkheden voor het op maat aanbieden (tailoring mechanismen) van zelfmanagement ondersteuning, in toenemende mate ondersteund met (digitale) technologie.

Belangrijkste aanbevelingen binnen de verschillende onderzoeksprojecten zijn:

TASTE-DESCRIBE
• Professionals dienen bij de intake voor zelfmanagementondersteuning in ieder geval in kaart te brengen hoe geactiveerd iemand is voor zelfmanagement en de volgende determinanten voor activatie in kaart te brengen: leeftijd, BMI, opleidingsniveau, financiële situatie, fysieke gezondheidstoestand, depressie, ziekteperceptie en sociale steun.

TASTE-IPD
• Programmatische zelfmanagementondersteuning dient een integraal onderdeel te worden van de COPD en Hartfalen.
• Gezien de positieve effecten in alle patiënten op kwaliteit van leven en ziekenhuisopnamen, ondersteunen de bevindingen (IPD meta-analyses) het implementeren van zelfmanagement interventies in de behandeling van patiënten met CHF of COPD, ongeacht het type patiënt. Professionals hoeven niet doelgericht zelfmanagement enkel aan specifieke subgroepen aan te bieden.
• Voorzichtigheid is geboden in het aanbieden van zelfmanagement bij Hartfalen patiënten met depressieve klachten. Geadviseerd wordt eerst maximaal in te zetten op de behandeling van depressieve klachten.
• Zelfmanagementinterventies dienen intensiever en over langere periode aangeboden te worden.
• Wetenschappers dienen bij de ontwikkeling van interventies meer aandacht te besteden aan theoretische onderbouwing, waarmee richting gegeven wordt aan ontwikkeling van de interventie, dataverzameling en evaluatie.

TASTE-CONCEPTUAL
• Klinische richtlijnen dienen een uniforme definitie van zelfmanagement te hanteren en deze te operationaliseren naar concrete doelen, uitleg welke interventiecomponenten effectief zijn en wat de rol is van de zorgverlener.

TASTE-TAILORING
• Zelfmanagement ondersteuning dient op maat te worden aangeboden. Essentieel voor ‘getailorde’ ondersteuning is een adequate baseline meting.
• Essentiele aspecten van een baseline meting zijn: motivatie, huidige zelfmanagementvaardigheden, ziekteperceptie, depressie, gezondheidsvaardigheden en cognitief functioneren.
• Om zelfmanagement interventies effectiever te maken zal meer aandacht moeten gaan naar het vergroten van motivatie bij ongemotiveerde patiënten. Ook zullen zorgverleners beter toegerust moeten worden om motivatie te stimuleren zodat meer patiënten zelfmanagement ondersteuning krijgen.

TASTE-DEVELOPMENT
• Optimale zelfmanagement vraagt om een fundamentele verandering in de denkwijze en handelen van patiënten en hun zorgverleners. Zelfmanagement moet meer worden beschouwd als een gezamenlijke verantwoordelijkheid van zowel patiënt als zorgverlener.
• Verpleegkundigen dienen te beschikken over meer tijd, hulpmiddelen (incl. eHealth) en training om succesvol zelfmanagement aan te kunnen bieden.
• Een verandering in routine consultaties bij chronisch zieken is nodig, om naast traditionele verplichtingen echt ruimte te bieden voor effectieve zelfmanagementondersteuning / gedragsverandering. Geef verpleegkundigen meer flexibiliteit, autonomie en tijd om op maat te variëren in consultatietijd en frequentie.
• Het is noodzakelijk dat in de ondersteuning van zelfmanagement naast de huidige vooral educatieve/adviserende aanpak, meer effectieve gedragsveranderingstechnieken (Behavioral Change Techniques) worden geïntegreerd.
• Het is aan te bevelen de ACTIVATE training voor POH’s / Praktijkverpleegk

Samenvatting van de aanvraag

TAilored Self-managemenT and E-health (TASTE) introduces personal ‘flavour’ in self-management interventions. The growing number of chronically ill people challenges nurses to focus on primary care roles and to manage chronic diseases, thereby preventing acute care episodes and disease progression. Nursing Science should support evidence to strengthen this challenging nursing practice. A promising approach to improve outcomes and reduce costs is ‘self-management’. Although evidence indicates that self-management support has added value compared to regular care, a substantial proportion of patients hardly respond to these interventions. The variance in effect size observed between studies and patients presumes that ‘one size does not fit all'. In clinical practice nurses are confronted with this reality on a dialy basis. They make choices in providing interventions to individual patients, however, evidence is lacking to guide these choices. The variance in effects is undoubtedly partly attributable to differences in patients characteristics. So far, little is known on factors distinguishing compliers and responders from non-compliers and non-responders, and which elements, mode and intensity of self-management support optimise outcome. Based on research findings and clinical experience it seems that patients with various chronic ilnesses that do not comply and do not respond are more alike than those who do and don’t sharing the same disease. Furthermore, little is known on self-management support in the growing number of multimorbid patients. The primary aim of TASTE is to increase efficiency and (cost)-effectiveness of self-management support by developing a robust and sustainable nursing research program. This research program systematically fills the knowledge gap on (non)compliers and (non)responders, on determinants of self-management capacity and facilitators and barriers of self-management support. Thus providing knowledge for subsequent development of tailored nurse-led interventions, including e-health, based on individual patient profiles and preferences aiming at higher effect sizes. A clear scientific focus, initially in three highly prevalent chronic diseases (COPD, DM, CHF) that often coincide, and an auspicious research collaboration providing a strong research structure to gain mass and excellence in Nursing Science. This will engage a constant momentum of initiating new studies, generating funds and integrate ongoing studies. Collaboration with patients, nurses and educators secures dissemination and implementation.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
520001002
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2012
2018
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. M. Schuurmans
Verantwoordelijke organisatie:
Universitair Medisch Centrum Utrecht