Mobiele menu

Voorstel Kennissynthese onderwijs palliatieve zorg

Projectomschrijving

In Nederland wordt palliatieve zorg als generalistische zorg gezien. Dit betekent dat zorgverleners, afhankelijk van hun rol in het proces, palliatieve zorg moeten kunnen geven. Daarnaast wordt verwacht inzicht te hebben wanneer de gespecialiseerde zorgverlener moet worden geraadpleegd. Dit stelt eisen aan de kennis en kunde van alle zorgverleners, zowel in de eerste als in de 2e-lijn. Doel: goed landelijk onderwijsaanbod voor zorgverleners in de palliatieve zorg
In dit project worden aanbevelingen gedaan voor een toekomstgericht, efficiënt en kwalitatief goed landelijk onderwijsaanbod voor professionele zorgverleners op elk niveau in de palliatieve zorg.

Proces: inventarisatie, aanvulling, analyse en adviezen

Het project bestaat uit 3 fasen:
  • Inventarisatie van het huidige onderwijsaanbod, overzicht van stakeholders en van ontwikkelingen in het onderwijs in relatie tot palliatieve zorg. Het opstellen van een raamplan.
  • Inhoudelijke aanvulling, analyse en duiding van de vanuit de inventarisaties verkregen informatie.
  • Conclusies opstellen van advies en aanbevelingen, deze worden juni 2016 aangeboden.

Producten

Titel: Kennissynthese Onderwijs Palliatieve zorg
Auteur: Mw. prof. dr. G. Croiset, VUmc School of Medical Sciences Mw. M. Dericks-Issing, VUmc Academie Dhr. drs. W.J.J. Jansen, EPZ VUmc Mw. prof. dr. B.D. Onwuteaka-Philipsen, EPZ VUmc Dhr. drs. W. H. Polderman, VUmc Academie & VUmc Amstel Academie Mw. J. van Staveren, VUmc Amstel Academie Mw. dr. M. Wijnen-Meijer Co-auteurs: Mw. M.J.M. Adriaansen, HAN Mw. M.M. de Boer, IKNL Mw. drs. M. van den Brand, Radboud UMC Dhr. H.E.H. Dahlmans MSc, MME, MBO raad Mw. M.J. Gijsberts, Verenso Dhr. dr. A. P. Jobse,
Titel: Onderwijsraamwerk 1.0
Auteur: Mw. prof. dr. G. Croiset, VUmc School of Medical Sciences Mw. M. Dericks-Issing, VUmc Academie Dhr. drs. W.J.J. Jansen, EPZ VUmc Mw. prof. dr. B.D. Onwuteaka-Philipsen, EPZ VUmc Dhr. drs. W. H. Polderman, VUmc Academie & VUmc Amstel Academie Mw. J. van Staveren, VUmc Amstel Academie Mw. dr. M. Wijnen-Meijer Co-auteurs: Mw. M.J.M. Adriaansen, HAN Mw. M.M. de Boer, IKNL Mw. drs. M. van den Brand, Radboud UMC Dhr. H.E.H. Dahlmans MSc, MME, MBO raad Mw. M.J. Gijsberts, Verenso Dhr. dr. A. P. Jobse,

Verslagen


Eindverslag

Kennissynthese Onderwijs Palliatieve Zorg
In Nederland wordt palliatieve zorg als generalistische zorg gezien. Dit betekent dat zorgverleners, afhankelijk van hun rol in het proces, palliatieve zorg moeten kunnen geven. Daarnaast wordt verwacht dat zorgverleners inzicht hebben wanneer de gespecialiseerde zorgverlener moet worden geraadpleegd. Dit stelt eisen aan de kennis en kunde van alle zorgverleners, zowel in de eerste als in de tweede lijn.
In opdracht van ZonMw is daarom de kennissynthese onderwijs palliatieve zorg uitgevoerd.
Het doel van deze kennissynthese is: Het doen van aanbevelingen voor een toekomstgericht, efficiënt en kwalitatief goed onderwijsaanbod voor alle professionele zorgverleners in de palliatieve zorg.
Resultaat
In het kader van de kennissynthese onderwijs palliatieve zorg zijn drie producten ontwikkeld:
• Een onderwijsraamwerk 1.0 met kennis, vaardigheden en attitudeaspecten op het gebied van palliatieve zorg voor MBO, HBO en WO (volgens de NLQF-indeling).
• Een overzicht van stakeholders en een krachtenveldanalyse.
• Een onderwijskaart.

De ontwikkelingen in de palliatieve zorg en in onderwijs en opleiden, laten zien dat er momentum is om enerzijds een verbeterslag te maken om gezamenlijkheid en samenhang te creëren en anderzijds een niet vrijblijvende basis in de curricula van alle professionals te realiseren. De kennissynthese onderwijs palliatieve zorg vormt een onderdeel in deze ontwikkeling. In plaats van te beginnen met een inventarisatie van onderwijs is er gestart met het bepalen van de lat waarbij een onderwijsraamwerk 1.0 voor MBO, HBO en WO is ontwikkeld. Dit onderwijsraamwerk 1.0 draagt bij aan het creëren van gezamenlijkheid en samenhang. Deze samenhang maakt het mogelijk om professionals op te leiden, die in teams kunnen werken en eenzelfde (vak-)taal spreken. Daarnaast kunnen op basis van dit onderwijsraamwerk 1.0 de lancunes bepaald worden in de huidige curricula.

Methodiek
Om binnen een half jaar tijd zoveel mogelijk een landelijke betrokkenheid bij dit project te hebben is er gebruik gemaakt van de ‘Expert netwerk methodiek’.
Deelnemers van de ‘expert netwerkmethodiek’ zijn experts uit onderwijsinstellingen (MBO, HBO en WO), patiëntenverenigingen en brancheorganisaties.
De gekozen ‘expert netwerkmethodiek’ met een denktank, waarin alle gremia vertegenwoordigd zijn, expertisetafels met diverse experts uit het hele land, inclusief patiëntenvereniging, hebben het mogelijk gemaakt om in korte tijd een gezamenlijk raamwerk op te leveren.
Met deze kennissynthese is een eerste stap gezet om het onderwijs van zorgprofessionals op elkaar af te stemmen. Het onderwijsraamwerk palliatieve zorg 1.0 zal in de praktijk moeten worden vervolmaakt, getoetst en onderzocht. Het dient gezien te worden als een levend document dat met voortschrijdend inzicht zal moeten worden bijgesteld. Wij hopen met deze kennissynthese een bijdrage te hebben geleverd aan de verdere ontwikkeling van het onderwijs in de palliatieve zorg.

Samenvatting van de aanvraag

De palliatieve zorg in Nederland heeft in de afgelopen jaren een enorme impuls gekregen. In 2014 is het Nationaal Programma Palliatieve Zorg (NPPZ) gestart. De looptijd van het programma is van 2014-2020. Het hoofddoel van het programma is dat iedere burger, wanneer het aan de orde is, verzekerd is van goede palliatieve zorg op de gewenste plaats, op het juiste moment en door de juiste zorgverleners. Om dit doel te bereiken is door ZonMw het programma ‘Palliantie Meer dan zorg’ geschreven. Dit programma heeft een matrixstructuur gevormd door vier kernthema’s enerzijds en de drie pijlers onderzoek, onderwijs en implementatie anderzijds. Naast expertbijeenkomsten voor elk van de thema’s heeft ZonMw op 15 juni jl. ook een expertbijeenkomst georganiseerd rondom de pijler ‘onderwijs’. In deze bijeenkomst zijn verschillende verbeterpunten benoemd. Ook zijn een aantal experts geïnterviewd en is gevraagd naar hun adviezen als het gaat om het verbeteren van het onderwijs in de palliatieve zorg. Om, conform het doel van het NPPZ, optimale zorg te kunnen leveren is goed onderwijs essentieel. Niet alleen in de initiële opleidingen, maar ook in de vorm van bij- en nascholing. In Nederland wordt palliatieve zorg primair als generalistische zorg gezien: dit betekent dat alle zorgverleners patiënten met palliatieve zorgbehoeften zelf palliatieve zorg moeten kunnen geven tot op een zeker niveau; zorgverleners met meer specialistische kennis van palliatieve zorg hoeven alleen geraadpleegd te worden als het nodig is. Dat stelt eisen aan de kennis en kunde van alle zorgverleners, zowel in de eerste als in de tweede lijn. Om op een gestructureerde wijze verbeteringen aan te brengen in het huidige onderwijsaanbod heeft ZonMw het initiatief genomen om een kennissynthese te laten uitvoeren. Dit voorstel beschrijft de wijze waarop deze kennissynthese uitgevoerd gaat worden en wat de uiteindelijke opbrengst is. Op verzoek van ZonMw wordt het onderzoek beperkt tot de professionele zorgverleners. Vraagstelling Welke aanbevelingen kunnen worden gedaan om te komen tot een toekomstgericht, efficiënt, kwalitatief goed onderwijsaanbod voor alle professionele zorgverleners in de palliatieve zorg? Om te komen tot de beantwoording van de vraagstelling zijn een aantal subvragen geformuleerd: 1. Wat is het huidige onderwijsaanbod in palliatieve zorg? Hierbij dient onderscheid gemaakt te worden tussen: - Opleidingen (tot generalisten palliatieve zorg)initieel: mbo, hbo, wo - Opleidingen (tot specialisten palliatieve zorg) post-initieel: post-mbo, post-hbo, post-academisch - Opleidingen (tot experts palliatieve zorg): cursorisch onderwijs voor specialisten 2. Wie zijn de betrokken stakeholders, wat zijn de beleidsniveaus en verantwoordelijkheden voor goed en samenhangend onderwijs palliatieve zorg 3. Wat is de analyse van de inventarisatie (1.) in het licht van de ontwikkelingen in de zorg en het onderwijs ? 4. Hoe beoordelen de stakeholders de resultaten van de analyse van het huidige zorgaanbod en welke mogelijkheden zien zij ter verbetering, mede in het licht van toekomstige ontwikkelingen, ter versterking van de competenties en doorlopende leerlijnen voor de verschillende beroepsgroepen. Doelstelling De doelstelling van de uit te voeren kennissynthese is: Het doen van aanbevelingen voor een toekomstgericht, efficiënt en kwalitatief goed onderwijsaanbod voor alle professionele zorgverleners in de palliatieve zorg. Om te komen tot een kwalitatief goede kennissynthese wordt het proces onderverdeeld in drie fases: I. Inventarisatie van het huidige onderwijsaanbod II. Aanvulling, analyse en duiding van de vanuit de inventarisaties verkregen informatie III. Conclusies opstellen van advies en aanbevelingen. Resultaat Fase I: 1. Een volledig en actueel overzicht van het huidig onderwijs palliatieve zorg (zgn. onderwijskaart), zowel mono-interdisciplinair, geordend in 3 tot 4 niveaus passend bij de ontwikkelingen in de palliatieve zorg en bruikbaar voor onderwijs: • Opleidingen (tot generalisten palliatieve zorg) initieel: mbo, hbo en wo • Opleidingen (tot specialisten palliatieve zorg) post-initieel: post-mbo, post-hbo, post- academisch • Opleidingen (tot experts palliatieve zorg): cursorisch onderwijs voor specialisten 2. Een volledig en actueel overzicht van stakeholders. Een overzicht van stakeholders, beleidsniveaus en verantwoordelijkheden voor goed en samenhangend onderwijs palliatieve zorg. 3. Overzicht van ontwikkelingen in onderwijs in relatie tot palliatieve zorg Een samenhangend overzicht van de actuele ontwikkelingen van zowel het onderwijs aan professionele zorgverleners in de palliatieve zorg (zoals interdisciplinair onderwijs) , als actuele ontwikkelingen in de palliatieve zorg zelf (bijvoorbeeld op basis van onderzoek of wet – en regelgeving) die van belang zijn voor het onderwijs. De werkwijze en resultaten per fase worden in bijgaand voorstel beschreven.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
844003004
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2015
2016
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
J. van Staveren
Verantwoordelijke organisatie:
Amsterdam UMC - locatie VUmc