Mobiele menu

Kwaliteitsstandaard: richtlijn "eenzaamheid" voor wijkverpleegkundigen

Projectomschrijving

Ongeveer 40% van de Nederlandse bevolking voelt zich eenzaam; onder sommige groepen zoals migranten en oudere mantelzorgers komt eenzaamheid nog vaker voor.

Maatschappelijk probleem

Eenzaamheid betekent niet alleen persoonlijk lijden, maar vormt ook een maatschappelijk probleem. Eenzaamheid brengt namelijk aanzienlijke kosten voor de gezondheidszorg met zich mee, die mogelijk deels vermijdbaar zijn.

Ontwikkeling richtlijn voor wijkverpleegkundigen en -ziekenverzorgenden

Onderzoekers van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) en de Vrije Universiteit Amsterdam (VU Amsterdam) hebben samen met wijkverpleegkundigen en andere eerstelijnszorg- en hulpverleners een richtlijn ontwikkeld in opdracht van ZonMw en V&VN. De richtlijn is bedoeld voor
wijkverpleegkundigen/-ziekenverzorgenden bij zorg aan oudere mensen met eenzaamheidsproblematiek.

Focus op 3 belangrijke vragen

De richtlijn focust op 3 vragen die voor wijkverpleegkundigen belangrijk zijn:

  • Hoe kan eenzaamheid bij ouderen betrouwbaar en valide worden vastgesteld?
  • Heeft screenen op eenzaamheid zin?
  • Welke interventies helpen ouderen daadwerkelijk zich minder eenzaam te voelen?

De onderzoekers hebben systematisch in de wetenschappelijke literatuur gezocht naar wat er wetenschappelijk bekend is op het desbetreffende terrein. Ook hebben zij de resultaten nauwkeurig beoordeeld op de kwaliteit van het wetenschappelijke bewijs. Daarnaast is er een budget-impact-analyse gedaan om te kijken naar de financiële gevolgen voor het verzekerde pakket. Hun bevindingen hebben zij uitvoerig besproken in de werkgroep en voor commentaar voorgelegd aan verschillende betrokkenen.

Meerdere gesprekken nodig

Om eenzaamheid vast te stellen zijn, volgens de richtlijn, vaak meer gesprekken nodig. Het gebruik van een vragenlijst heeft alleen dán zin als de cliënt aangeeft zich eenzaam te voelen en aangeeft samen met de wijkverpleegkundige de mogelijkheden van professionele ondersteuning te willen verkennen. Een geschikte lijst hiervoor is de ‘de Jong Gierveld’ 6-item versie. Screening van ouderen op eenzaamheid en ‘casefinding’ zijn volgens de richtlijn niet zinvol. Er is daarvoor geen enkel bewijs in de wetenschappelijke literatuur en ook voldoet screenen op eenzaamheid niet aan de criteria die voor zinvol screenen zijn opgesteld.

Handreiking en trainingscursus

In de praktijk bestaan er veel en uiteenlopende interventies of vormen van ondersteuning die zijn gericht op de aanpak van eenzaamheid onder ouderen. Doordat er niet of nauwelijks kwalitatief goede studies zijn gedaan, is er geen overtuigend bewijs dat psychische en/of sociale interventies eenzaamheidsgevoelens verminderen. Ondanks dat adviseert de richtlijn toch in gesprek te gaan met de oudere cliënt als deze zich eenzaam lijkt te voelen. Voor het gesprek is in de richtlijn een handreiking opgenomen. Daarnaast heeft de werkgroep een trainingscursus voor wijkverpleegkundigen/-ziekenverzorgenden ontwikkeld.

Interview

De belangrijkste aanbeveling uit de richtlijn eenzaamheid is: ‘Praat met je cliënt die lijdt aan eenzaamheid. Eenzaamheid is tenslotte geen ziekte. Je hoeft geen diagnose te stellen om te besluiten dat je iemand wilt helpen.', vertelt Rob van der Sande, lector eerstelijnszorg aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen.

> lees het interview met Rob van der Sande

 

Afbeelding

Producten

Titel: Wijkverpleegkundige richtlijn Eenzaamheid
Auteur: Rob van der Sande, Marja de Leeuwerk, Marjolein Zilverentant
Magazine: TvZ Verpleegkunde in praktijk en wetenschap
Titel: Scholing voor wijkverpleegkundigen en wijkziekenverzorgenden 'Omgaan met eenzaamheid onder ouderen'.
Auteur: dr. Rianne Elderhuis (HvA), dr. Meike Heessels (HAN) en dr. Rob van der Sande (HAN)

Verslagen


Eindverslag

In dit project is een richtlijn opgesteld door een werkgroep van wijkverpleegkundigen en andere zorgverleners in de eerstelijns zorg. De richtlijn moet wijkverpleegkundigen en andere zorgverleners ondersteunen in de manier waarop zij omgaan met eenzame ouderen. Drie vragen stonden centraal: hoe bepaal je eenzaamheid; is screening op eenzaamheid zinvol; helpen eenzaamheidsinterventies voor ouderen om eenzaamheid te verminderen?
Om deze vragen te beantwoorden hebben de onderzoekers systematisch de wetenschappelijke literatuur samengat. Hun bevindingen werden uitvoerig besproken in de werkgroep en ook aan allerlei instanties en betrokkenen voorgelegd voor commentaar. Op basis van dit advies werden adviezen opgesteld die samenvattend er op neerkwamen dat men op basis van de huidige kennis geen hoge verwachtingen moet hebben van screening en interventies. Wel wordt in de richtlijn geadviseerd dat verpleegkundigen altijd in gesprek gaan met de oudere als deze zich eenzaam voelt. De richtlijn bevat een korte handleiding voor het opzetten van een dergelijk gesprek. Er is ook een trainingsmodule ontwikkeld.

Samenvatting van de aanvraag

Eenzaamheid komt veel voor. Geschat wordt dat circa 40 procent van de Nederlandse bevolking zich eenzaam voelt. Onder sommige groepen zoals migranten en oudere mantelzorgers komt eenzaamheid vaker voor. Behalve dat degene die zich eenzaam voelen persoonlijk lijden aan het gemis aan (kwaliteit van) bepaalde sociale relaties, vormt eenzaamheid ook een belangrijk maatschappelijk probleem. Eenzaamheid brengt aanzienlijke kosten voor de gezondheidszorg met zich mee, die mogelijk deels vermijdbaar zijn. Wijkverpleegkundigen en verzorgenden worden veel geconfronteerd met patiënten die zich eenzaam voelen en die sociaal geïsoleerd zijn. De handelingsverlegenheid van wijkverpleegkundigen in deze is groot. Tot dusver ontbreken goed (wetenschappelijk) gefundeerde richtlijnen die hun kunnen helpen bij het al dan niet indiceren en uitvoeren van zorg op dit terrein. Het huidige project beoogt in deze lacune te voorzien door een richtlijn te formuleren die wijkverpleegkundigen helpt bij het signaleren en inschatten van aard, risico’s en gevolgen van eenzaamheid en het kiezen van de juiste zorg. De richtlijn is geschreven voor wijkverpleegkundigen die zorg verlenen aan thuiswonende cliënten, maar is zeker ook bruikbaar voor zorgprofessionals in de huisartsvoorziening en andere professionals in de eerstelijnszorg.

Kenmerken

Projectnummer:
516004006
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2016
2021
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Dr. R. van der Sande
Verantwoordelijke organisatie:
Hogeschool Arnhem Nijmegen
Afbeelding

Kwaliteitsverbetering in de V&V

Kwaliteitsinstrumenten ondersteunen zorgprofessionals en de patiënt en diens naasten om de juiste zorgoptie te kiezen. Daarom ondersteunen we de ontwikkeling, implementatie, evaluatie en herziening van kwaliteitsinstrumenten voor de verpleegkundige en verzorgende beroepsgroepen.