Verslagen

Eindverslag

Samenvatting
Dit item is dichtgeklapt
Dit item is opengeklapt

Psychische problemen bij kinderen komen vaak voor en kunnen langdurige effecten hebben. Desondanks worden zij vaak niet tijdig herkend en behandeld. De huisartsen en de jeugdgezondheidszorg (JGZ), hebben een centrale rol bij het signaleren en verwijzen van kinderen met deze problemen. Omdat huisartsen en de JGZ-professionals elk hun eigen rol en specifieke kennis hebben kunnen zij elkaar hierbij aanvullen. Het doel van dit onderzoek was te onderzoeken of het mogelijk is om op basis van routine zorggegevens van de huisarts en JGZ een instrument te ontwikkelen waarmee een kwetsbaarheidsindeling voor psychische problemen bij kinderen kan worden gemaakt. Hiermee krijgt de huisarts snel een overzicht van de kinderen waarbij verder onderzoek goed zou zijn. Twee kwetsbaarheidsindelingen voor psychische problemen werden in dit project onderzocht: een gebaseerd op de informatie van de huisartsen en een op basis van de gecombineerde data van de JGZ en huisartsen. Uit het onderzoek komt naar voren dat de gevonden kwetsbaarheidsindelingen nog niet goed genoeg zijn om kinderen te signaleren en standaard te gebruiken in de huisartsenpraktijk. De kwaliteit van de registratiegegevens dient verbeterd te worden om daadwerkelijk tot een instrument te kunnen komen die de huisarts kan helpen bij het identificeren van kinderen die kwetsbaar zijn voor psychische problemen. Het onderzoek heeft wel inzicht gegeven in een aantal gegevens die psychische problemen 1 jaar later voorspellen: zoals lichamelijke klachten (bijvoorbeeld hoofdpijn en buikpijn), aantal contacten met de huisarts, zorgen van de JGZ en verhoogde score op signaleringslijsten. Deze informatie van de JGZ zou de huisarts al deels kunnen ondersteunen bij het signaleren van psychische problemen. Interviews met huisartsen en JGZ-professional laten wel zien dat deze informatie-uitwisseling tussen JGZ en huisarts nog versterkt kan worden.

Resultaten
Dit item is dichtgeklapt
Dit item is opengeklapt

Als beginpunt van de ontwikkeling van het kwetsbaarheidsinstrument voor kinderen met psychische problemen, hebben we een overzicht gemaakt van de factoren die in de literatuur samenhangen met het signaleren van psychische problemen bij kinderen door de eerstelijns professionals. Als vervolgstap hebben we predictiemodellen voor een eerste psychisch probleem ontwikkeld op basis van de routine data van de huisarts van 70.000 kinderen en jongeren uit de regio Hollands Midden. Ook al werden er een aantal relevante voorspellers voor de ontwikkeling van psychische problemen binnen 1 jaar geïdentificeerd, waren de algoritmes niet nauwkeurig genoeg om gebruikt te kunnen worden in de dagelijkse praktijk. Vervolgens hebben we gekeken naar de bruikbaarheid van de JGZ-data in het voorspellen van psychische problemen bij een volgend JGZ contact. De kwaliteit van de data was minder goed dan verwacht: de continuïteit van de gegevens (gegevens van een kind over de tijd) was laag en een groot aantal kenmerken die we beoogden te extraheren had missing data voor 80% van de geïncludeerde kinderen. Tevens varieerde het percentage kinderen waarover de JGZ zich zorgen maakte sterk tussen leeftijdsgroepen. Daardoor presteerden de predictiemodellen niet goed genoeg. Hierna is onderzocht of de combinatie van de informatie van de JGZ en de huisarts de predictiemodellen voor een eerste registratie van psychische problemen 1 jaar later zou kunnen verbeteren. Deze modellen deden het echter niet beter dan de modellen gebaseerd op alleen de gegevens van de huisarts. Wel kwam naar voren dat een aantal gegevens van de huisarts en JGZ voorspellers waren voor psychische problemen 1 jaar later; factoren zoals somatische klachten (bijvoorbeeld buikpijn en hoofdpijn), een hoger zorggebruik, zorgen van de JGZ over de psychosociale ontwikkeling van een kind, verhoogde scores op signaleringslijsten voor psychische problemen, een geschiedenis van psychische problemen in het gezin, en een extra zorgcontact bij de JGZ. Kennis over deze gegevens kan bruikbaar zijn voor de huisarts bij het vroegtijdig signaleren van psychische problemen bij kinderen, vooral ook omdat een aantal van deze gegevens voorspellend was voor GGZ-gebruik. We hebben hiervoor de gegevens van de huisarts en JGZ gekoppeld aan de gegevens over GGZ-gebruik. We vonden dat ongeveer 10% van de kinderen waar we gegevens van hadden zowel geregistreerd was bij de huisarts als bij de GGZ met psychische problemen. Twaalf procent had psychische problemen volgens de huisartsregistratie maar deze kinderen kwamen niet terug in de GGZ en 6% gebruikte GGZ maar was niet met psychische problemen geregistreerd bij de huisarts. Deze laatste groep kinderen was mogelijk minder zichtbaar bij de huisarts doordat ze minder vaak geregistreerde lichamelijke klachten, chronische aandoeningen, medicatie of lab-testen of verhoogde scores op psychische signaleringlijsten hadden. Geregistreerde zorgen van de JGZ waren wel voorspellend voor deze groep kinderen. Dit geeft aan dat de informatie van de JGZ en huisarts complementair is. Uit interviews met huisartsen en JGZ-professionals kwam echter naar voren dat er over het algemeen geen structurele samenwerking of informatie uitwisseling is. Vooral bij urgente gevallen werd contact met elkaar gezocht. Mogelijkheden voor verbetering waren kennis van elkaars taken en competenties, het ontwikkelen van vertrouwen, verbeterde informatie uitwisseling en organisatorische of gemeentelijke steun.

Voortgangsverslag

Samenvatting
Dit item is dichtgeklapt
Dit item is opengeklapt

Psychische problemen bij kinderen zijn veelvoorkomend en hebben vaak langdurige effecten. Desondanks worden zij vaak niet tijdig herkend en behandeld. Vroege herkenning van deze problemen is essentieel voor het geven van een tijdige behandeling en het voorkomen van persisterende problemen. De huisartsen en de jeugdgezondheidszorg (JGZ), hebben een centrale rol bij de proactieve identificatie en verwijzing van kinderen met deze problemen. Omdat huisartsen en de JGZ-professionals elk hun eigen rol en specifieke kennis hebben in de eerstelijnsgezondheidszorg voor kinderen, kunnen zij elkaar aanvullen bij het signaleren en diagnosticeren van kinderen met o.a. psychische problemen en het bepalen van het optimale beleid bij deze kinderen. Door nauwere samenwerking en door het gestandaardiseerd delen van informatie uit de patiëntendossiers zou de identificatie van kinderen met psychische problemen verbeterd kunnen worden. Het doel van dit onderzoek is het ontwikkelen van een instrument waarmee een kwetsbaarheidsindeling voor psychische problemen bij kinderen kan worden gemaakt. Dit instrument wordt ontwikkeld op basis van de beschikbare routinezorgdata van de huisartsen, gecombineerd met de data van de jeugdgezondheidszorg. Met zo’n kwetsbaarheidsindeling voor kinderen krijgt de huisarts snel een overzicht van de kinderen waarbij verder onderzoek en/of nauwere betrokkenheid van de JGZ belangrijk kan zijn. In de data van de huisartsen en JGZ onderzoeken we potentiele voorspellers voor psychische problemen, zowel in de aparte datasets als in een gecombineerde dataset. Hierbij maken we o.a. gebruik van de resultaten van de systematisch literatuuronderzoek naar de voorspellers van geïdentificeerde psychische problemen bij kinderen in de eerste lijn en ons onderzoek naar welke vrije tekst in de registraties van de huisarts belangrijk kan zijn in de kwetsbaarheidsindeling. Twee kwetsbaarheidsindelingen voor psychische problemen worden in dit project ontwikkeld: een gebaseerd op de informatie van de huisartsen en een op basis van de gecombineerde data van de JGZ en huisartsen. Op dit moment hebben we een systematisch review uitgevoerd naar de factoren die een rol spelen bij het signaleren van psychische problemen door de huisarts en de JGZ . Daarnaast hebben we de huidige samenwerking tussen huisartsen en jeugdartsen in kaart gebracht en onderzocht wat belemmerend of bevorderend werkt in de samenwerking. Ook hebben we de routinezorgdata van de huisarts geanalyseerd en daarmee kwetsbaarheidsindelingen gemaakt. Momenteel vindt het koppelingsproces met de JGZ-data en GGZ-data plaats en daarmee de analyse van deze data.

Resultaten
Dit item is dichtgeklapt
Dit item is opengeklapt

Zoals in het vorig verslag is aangegeven hebben we in het eerste jaar een systematisch review afgerond naar de voorspellers voor het signaleren van psychische problemen bij kinderen en een kwalitatief onderzoek uitgevoerd naar de samenwerking tussen huisarts en jeugdarts. In de voorgaande jaren hebben we onderzoek gedaan naar de vrije tekst die aanwezig is in de registraties van de huisartsen en die belangrijk kan zijn in een kwetsbaarheidsscore. Op basis van deze resultaten hebben we een selectie gemaakt van de woorden die tijdens en na de diagnose van een psychisch probleem vaker voorkwamen dan bij kinderen die geen diagnose hadden passend bij psychische problemen en die we uit de grote dataset van de huisartsen willen meenemen in de analyses; vanwege privacy is het namelijk niet mogelijk om alle vrije tekst te krijgen. In maart 2017 heeft de Medische Ethische Commissie een verklaring van geen bezwaar gegeven voor dit niet WMO-plichtig onderzoek. Het afgelopen jaar hebben we de analyses van de huisartsendata afgerond en we hebben we kwetsbaarheidsmodellen voor verschillende leeftijdsgroepen ontwikkeld. De modellen zijn in huidige vorm nog niet geschikt om te implementeren in de praktijk maar geven wel inzicht in welke (clusters van) predictoren belangrijk zijn bij het voorspellen van psychische problemen. De JGZ-data is geselecteerd en wordt nu gekoppeld aan de huisartsendata en GGZ-data. Het komende jaar zullen de analyses op de dataset van de GGD en GGZ uitgevoerd worden. Ook de VU is bezig met het uitvoeren van machinelearning technieken op de gekoppelde data. We verwachten we het project het komende jaar af te ronden.

Samenvatting van de aanvraag

Samenvatting
Dit item is dichtgeklapt
Dit item is opengeklapt

The planned transition of child mental health care responsibilities to the municipal and community level urges for improving support of primary care in triage and identification of children at risk for mental health problems. Mental health problems in children are highly prevalent and often have long-lasting effects. The general practitioner (GP) has a central role in the identification of children at risk of mental health problems. GPs, however, seem to under-recognize children with these problems. It is important to support GPs in identification of children who might need further assessment. To avoid the necessity to screen each child visiting the practice for other reasons using time consuming screening tools, it might be more lucrative to use all routine information available in one risk classification tool in order to proactively classify and mark children EMRs according to their risk for developing mental health problems and provide the GP with an overview of the children in their GP practice that might need further assessment. This classification tool for GPs could even be more effective when it also incorporates the information of the child health professionals (CHP) working in community pediatric services. CHPs provide routine preventive health care checks to all Dutch children, act as a low thresh-hold service for identifying child mental health problems and thus might be a valuable source for additional information on the psychosocial development of children. In addition, the CHP uses screening tools to monitor children’s psychosocial development. Sharing this information on a routine basis with GPs might enable to develop a more complete and valid classification tool for children vulnerable for mental health problems in general practice. Currently, however, the information between GP and CHP is scarcely shared. The aim of this study is therefore to explore the development of a vulnerability classification tool for child mental health problems based on existing data in the GP’s electronic medical records (EMRs) and in the CHP’s child health records (CHR). Research questions are the following:

1. Which readily available data from routine electronic (medical) files from GP and CHP may add to the development of a prognostic vulnerability index for adverse child mental health outcome (ICPC diagnoses for mental health problems, referral to mental health services, or prescription for related medication)?

2. Which cut-off points result in optimal risk-assessment of children in various subgroups (e.g. age, gender, social background) according to their vulnerability score based on various combinations of linked data sources?

 

We will carry out a prognostic study in readily available routine healthcare data from children enlisted with four general practice centres with which our department works together for more than a decade. All children, 0-15 years old by January 2010, are selected using an anonymized EMR-data file including diagnoses, prescription data and referrals from January 2010 to December 2013. Children who are diagnosed with mental health problems prior to 2010 are excluded. Of the participating children, the EMRs and CHRs encompassing the registration of the preceding four years will be linked using a Trusted Third Party (TTP). Outcome measures are newly registered adverse child mental health events, based on ICPC-code, referral to child mental health care and related prescriptions for medication. Contact information in the EMRs and CHRs on diagnoses, measurements, screening questionnaire results, prescriptions and referrals potentially associated with outcome will be sought in the datasets and systematically tested for crude and corrected association with outcomes. Potential determinants of mental health problems will be investigated in relation to the adverse mental health outcome measure. Two child vulnerability algorithms will be compared: one algorithm using only data from the EMRs and one algorithm including data from both the EMR and the CHR. The prognostic value and validity (e.g. specificity and sensitivity) of the scores will be assessed with ROC analysis.

This project will lead to a child vulnerability classification tool and an advice on how to incorporate such a tool in daily practice.

Naar boven
Direct naar: InhoudDirect naar: NavigatieDirect naar: Onderkant website