FIT-HIP: Fear of Falling Intervention in Hip Fracture Geriatric Rehabilitation: a Cluster Randomized Controlled Trial
Projectomschrijving
Psychologische factoren, zoals angst en depressie, spelen een belangrijke rol in de revalidatie en het herstel na een heupfractuur. Vooral het hebben van valangst, meer nog dan het hebben van pijn, speelt een belangrijke rol in het herstel na een heupfractuur. Er zijn binnen de geriatrische revalidatie echter nog geen interventiemogelijkheden gericht op het reduceren van valangst.
Doel
De FIT-HIP studie heeft onderzoek gedaan naar een behandelprogramma voor valangst.
Werkwijze
De behandeling bestond uit cognitieve gedragstherapie en werd gegeven tijdens de reguliere fysiotherapie behandelingen. We onderzochten de effecten, haalbaarheid en kosten van de FIT-HIP interventie, door 3 onderzoeksvragen:
- Wat zijn de effecten van de FIT-HIP interventie op het verminderen van de valangst en activiteitenbeperking?
- Wat is de haalbaarheid van de FIT-HIP interventie voor patiënten en zorgprofessionals?
- Wat zijn de voordelen van de FIT-HIP interventie op het gebied van (zorg)kosten en effecten ten opzichte van de gebruikelijke zorg?
Resultaat
De FIT-HIP behandeling bleek niet tot betere resultaten te leiden dan de reguliere behandeling. Mogelijke verklaringen hiervoor zijn:
- de deelnemers bleken achteraf weinig valangst te hebben.
- de behandeling werd direct aan het begin van de revalidatie gegeven, terwijl uit ander onderzoek bleek dat valangst pas vanaf 6 weken na de breuk een nadelige invloed had op het herstel.
Als aanvulling op dit onderzoek is het natuurlijke beloop van valangst onderzocht. Hieruit bleek dat ongeveer een kwart van de mensen op 6 en 12 weken na een heupbreuk aanhoudende valangst heeft. Bij het grootste gedeelte van deze groep bleef deze valangst in het jaar na de heupbreuk bestaan. Daarnaast bleek uit het onderzoek dat ruim een kwart van de mensen die valangst hadden gebruik maakte van passieve coping. Deze groep had ook meer symptomen van angst en depressie. Van zowel een passieve coping stijl als van angst en depressie is bekend dat het de revalidatie kan belemmeren.
Producten
Interview
Valangst verminderen en de kwaliteit van de ouderenrevalidatie na een gebroken heup verbeteren. Dat is het doel van Fit Hip. Specialist ouderengeneeskunde in opleiding Maaike Scheffers-Barnhoorn vertelt in een interview hoe zij de aanpak in dit project onderzoekt.
Advies voor vervolg
Een belangrijke aandachtspunt voor toekomstig onderzoek is de selectie van patiënten die wél baat zouden kunnen hebben van behandeling. Daarin lijkt het van belang om het effect van valangst op het dagelijks functioneren in overweging mee nemen – zowel het psychisch functioneren (mate van angst en emotionele belasting hiervan), als het effect op het gedrag (vermijding van activiteiten). Ons advies voor de huidige klinische praktijk is om regelmatig te screenen op valangst, zowel tijdens ziekenhuisopname, bij opname in de geriatrische revalidatie zorg en bij belangrijke evaluatie momenten tot 12 weken, om zo patiënten met niet-functionele valangst tijdig te herkennen en te behandelen.
Het lijkt ons voor toekomstig onderzoek zinvol om patiënten te betrekken in het opstellen en evalueren van de screening en selectieprocedure. Daarnaast is het belangrijk om te realiseren dat onze doelgroep, patiënten met een heupfractuur – een acuut medisch event met grote impact op de gezondheidstoestand en het dagelijks functioneren – een lang traject doorlopen wat betreft revalidatie en veranderingen in gezondheidsconditie. Het verdient de aanbeveling om de screeningsprocedure te evalueren in verschillende fasen van het revalidatieproces, juist ook bij patiënten die de ‘patient journey’ volledig hebben doorlopen, en daarmee kunnen reflecteren of/ in welke mate de screeningsprocedure voor alle fasen van het revalidatie-/behandelproces passend zijn.
Producten
Auteur: Scheffers-Barnhoorn MN, Sharma-Virk M, van Balen R, van Eijk M, Achterberg WP.
Magazine: Aging and Mental Health
Auteur: Scheffers-Barnhoorn, Maaike N., van Eijk, Monica, van Haastregt, Jolanda C.M., Schols, Jos M.G.A., van Balen, Romke, van Geloven, Nan, Kempen, Gertrudis I.J.M., Achterberg, Wilco P.
Magazine: JAMDA
Auteur: Maaike N Scheffers-Barnhoorn 1, Monica van Eijk 2, Jos M G A Schols 3 4, Romke van Balen 2, Gertrudis I J M Kempen 3, Wilco P Achterberg 2, Jolanda C M van Haastregt 3
Magazine: BMC Geriatrics
Auteur: Maaike N Scheffers-Barnhoorn 1, Miriam L Haaksma 2 3, Wilco P Achterberg 2 3, Arthur Hp Niggebrugge 4, Max Pl van der Sijp 2, Jolanda Cm van Haastregt 5, Monica van Eijk 2
Magazine: BMJ Open
Auteur: Scheffers-Barnhoorn, Maaike N., van Haastregt, Jolanda C. M., Schols, Jos M. G. A., Kempen, Gertrudis I. J. M., van Balen, Romke, Visschedijk, Jan H. M., van den Hout, Wilbert B., Dumas, Eve M., Achterberg, Wilco P., van Eijk, Monica
Magazine: BMC Geriatrics
Auteur: Prof. dr. W.P. Achterberg, Drs. M.N. Scheffers, N.T.J. Balaguer Zonneveld-Plooij, Drs. L.G.M. Beck
Auteur: Maaike Scheffers-Barnhoorn
Verslagen
Eindverslag
Samenvatting van de aanvraag
In the Netherlands, each year 17000 patients are admitted to the hospital because of a hip fracture, of which 3500 are being discharged for geriatric rehabilitation in skilled nursing facilities. Most of these patients are female and (very) old. In the first year after their fracture, approximately 30% of these patients will die, 25% will have significant functional decline in activities of daily living such as bathing and dressing, and approximately 38% to 50% need assistance to walk or are unable to walk at 12 months post–hip fracture. An important strategy with potential to improve recovery in older adults following a hip fracture is geriatric rehabilitation. However, despite an intensive geriatric rehabilitation program, a lot of patients do not recover to their earlier functional status and remain impaired in their activities, societal participation, and quality of life. One of the factors explaining disappointing results in GR, is fear of falling. Fear of falling is defined as ‘a lasting concern about falling that leads to an individual avoiding activities that he/she remains capable of performing’. In earlier studies, we showed that more than half of hip fracture patients in geriatric rehabilitation suffer from fear of falling and that it is associated with higher anxiety, lower self-efficacy and less mobility. We showed that fear of falling is already present on admission to geriatric rehabilitation, but also hampers activities after discharge. Exercise training and performing tasks and activities are an essential part of rehabilitation after a hip fracture. When a person has fear of falling, adherence to these exercise tasks and therefore recovery, is seriously threatened. Developing successful interventions to reduce fear of falling and to motivate individuals after a hip fracture to adhere to regular exercise programs has the potential to improve recovery and overall quality of life to a great extend, as members of our research group have shown in several studies in the general population. At present, no programs are available aimed at reducing fear of falling among hip fracture patients admitted to geriatric rehabilitation units. In Maastricht, the Netherlands, in the past decade, the Dutch version of the multi-component intervention “A Matter of Balance” has been developed based on the program of Tennsted and colleagues. The program proved to be (cost-) effective in reducing fear of falling associated avoidance of activity, among community living elderly persons in the Netherlands. Both a group version and an individual version of the intervention is available. Based on this successful intervention an adjusted version of this program for hip fracture patients will be developed and evaluated in the present study. This FIT-HIP intervention is a cognitive behavioral multi component intervention directed at reducing fear of falling and avoidance of activity and increasing self-efficacy and daily functioning among hip fracture patients admitted to a geriatric rehabilitation unit. The program is evaluated in a cluster randomized controlled trial. The evaluation consists of an effect evaluation, process evaluation and concise economical evaluation. Primary outcomes measures of the effect evaluation are the Tinetti Performance Oriented Mobility Assessment and the Falls Efficacy Scale international. In the process evaluation the feasibility of the program and the opinion of patients and care professionals on the intervention, is assessed. In the economical evaluation the costs of the intervention and costs of health care utilization are assessed. The primary research target for this study is to determine the effects, feasibility and costs of an intervention in hip fracture patients admitted to a geriatric rehabilitation unit.