Evidence-based cultureel-competente zorg
Projectomschrijving
Allochtonen vormen een kwetsbare groep in de zorg. De kwaliteit van zorg voor allochtone patiënten lijkt lager te zijn. Echter, een precies beeld hiervan in Nederland ontbreekt.
Cultureel competente zorg
Goede kwaliteit van zorg voor allochtonen betekent ‘cultureel-competente’ zorg. Zowel organisaties als individuele zorgverleners moeten cultureel competent zijn. Organisaties moeten bijvoorbeeld hun medewerkers in staat stellen om effectieve zorg aan allochtonen te verlenen. Zorgverleners moeten kennis, attituden en vaardigheden hebben die specifiek nodig zijn in de zorg aan allochtone patiënten.
Resultaten
In dit project is het concept ‘culturele competentie’ geconcretiseerd. Het resultaat:
- een meetinstrument (schriftelijke vragenlijst) voor de culturele competenties van zorgverleners. Door het meetinstrument af te nemen bij studenten en de resultaten te leggen naar de eindtermen van de artsenopleiding kan elk UMC inzicht krijgen in de leemtes in het curriculum.
- standaarden voor ‘equity’ in de zorg
- taxonomie voor culturele competentie op organisatorisch niveau
Producten
Auteur: Seeleman C, Stronks K, van Aalderen W, Bot ML.
Magazine: BMC Public Health
Auteur: Seeleman C, Hermans J, Lamkaddem M, Suurmond J, Stronks K, Essink-Bot ML
Magazine: BMC Medical Education
Auteur: Seeleman C, Suurmond J, Stronks K.
Magazine: Medical Education
Auteur: Seeleman C, Selleger V, Essink-Bot ML, Bonke B
Magazine: Medical Teacher
Auteur: Suurmond J, Seeleman C, Stronks K, Essik-Bot ML
Verslagen
Eindverslag
Evidence-based cultureel-competente zorg
Goede zorg houdt rekening met diversiteit van patiënten en geeft iedereen gelijke kansen op optimale zorguitkomsten. Een gebruikelijke term hiervoor is ‘cultureel competente’ zorg. In het project ‘Evidence-based cultureel-competente zorg’, dat in de periode 1 oktober 2010 – 1 oktober 2012 is uitgevoerd met subsidie van het ZonMw programma Gezondheidszorgonderzoek, heeft promovendus Conny Seeleman (AMC, Sociale Geneeskunde) het concept ‘culturele competentie’ geconcretiseerd. Zij heeft een meetinstrument ontwikkeld voor culturele competentie van zorgverleners. Daarmee heeft zij de culturele competentie gemeten van co-assistenten van AMC-UvA en van jeugdartsen in opleiding en hun opleiders. Daarnaast werkt zij mee in het Europese project MFCCH – Equity Standards, dat tot doel heeft standaarden te ontwikkelen voor culturele competentie op het niveau van zorgorganisaties. Al deze resultaten verwerkt Conny in haar proefschrift, dat zij begin 2013 zal afronden.
Het doel van het project is het meetbaar maken van de culturele competentie van de Nederlandse gezondheidszorg, zowel op het niveau van zorgorganisaties als op het niveau van individuele zorgverleners. Dit project is onderdeel van het proefschrift van Conny Seeleman.
Het proefschrift bestaat uit drie delen:
1: concretiseren van het concept van culturele competentie
2: instrumenten ontwikkelen om culturele competentie te kunnen meten op
a. individueel niveau
b. organisatie niveau.
3: ontwikkelen en evalueren van interventies om culturele competentie van de zorg te verbeteren.
Deel 1: Concretiseren culturele competentie
In de gepubliceerde paper ‘Cultural competence: a conceptual framework for teaching and learning’ (Seeleman 2009) hebben we een raamwerk ontwikkeld voor de competenties die belangrijk zijn in de zorgverlening aan allochtone patiënten.
In de paper “Factors complicating asthma care for ethnic minority children: a qualitative study among care providers” (under review) rapporteren we de resultaten van onderzoek naar het handelen van zorgverleners in de zorg aan allochtone patiënten en de knelpunten die daarbij ontstaan. Het laat zien dat zorgverleners zich niet altijd bewust zijn van hun ‘incompetenties’.
Deel 2a: Instrumenten: zorgverlener niveau
We werken het raamwerk voor culturele competentie uit in een vragenlijst voor concrete kennis, attitude en vaardigheden.
Bij het ontwikkelen van items waren de belangrijkste criteria: het meten van objectieve relevante kennis; vragen naar concreet gedrag; meten van reflectie; zoveel mogelijk dimensies uit het raamwerk terug laten komen. Dit resulteerde in een vragenlijst met vier onderdelen.
Er zijn inmiddels twee pilot-testen uitgevoerd bij bedrijfsartsen (n=13) en sociaal geneeskundigen (n=18). De vragenlijst blijkt goed invulbaar en acceptabel. Na aanpassingen is de lijst nu in het stadium om voor te leggen aan grotere groepen respondenten om de psychometrische eigenschappen te onderzoeken. Hiervoor gaan we testen bij bedrijfsartsen en bij co-assistenten.
In het proces zijn verschillende stakeholders betrokken, waaronder experts op het gebied van cultureel competente zorg (o.a. adviseurs van het project, medeonderzoekers) en de beoogde gebruikers: onderzoekers en artsen (o.a. in de pilot). Allochtone patiënten zijn niet opnieuw geraadpleegd. Voor de totstandkoming van ons raamwerk zijn uitgebreid patiënten met diverse achtergrond geïnterviewd (o.a. verschillende etniciteit, verschillende aandoeningen).
Deel 2b: Instrumenten: zorgorganisatie niveau
Literatuuronderzoek leverde verschillende visies op over culturele competentie op organisatie-niveau. Op basis hiervan hebben wij ons een beeld gevormd wat cultureel competente zorg vanuit organisatie-oogpunt in de Nederlandse context kan betekenen.
Voor het ontwikkelen van een instrument sluiten we aan bij de de Task Force Migrant Friendly and Culturally Competent Health care (MFCCH). In dit Europese project worden standaarden ontwikkeld om toegankelijkheid en kwaliteit van zorg voor patiënten uit etnische minderheden binnen een zorgorganisatie te meten.
Op dit moment worden de standaarden uitgewerkt in meetbare elementen waarmee organisaties kunnen aantonen of ze voldoen aan een standaard. Half januari zal dit proces af zijn en voorjaar 2012 worden de standaarden in de verschillende deelnemende landen getest. Wij gaan de standaarden testen op acceptabiliteit, relevantie, toepasbaarheid in drie zorgorganisaties in Nederland, waaronder het AMC. Andere stakeholders aan wie we de standaarden zullen voorleggen zijn vertegenwoordigers van verschillende zorgverzekeringen, om hun mening te peilen over de bruikbaarheid van de data die de standaarden zullen opleveren, en vertegenwoordigers van patiëntenorganisaties, om hun visie op de ontwikkelde standaarden te verkrijgen.
Deel 3: ontwikkeling en evaluatie van interventies
Dit deel van het proefschrift gaat in op onderwijs van AMC/UvA over etnische diversiteit en het meten v