Mobiele menu

Evaluatie Wet op het bevolkingsonderzoek

Projectomschrijving

Doel van de Wet op het bevolkingsonderzoek (WBO) is de bevolking te beschermen tegen bevolkingsonderzoeken die een gevaar kunnen vormen voor de lichamelijke of geestelijke gezondheid. Uit de evaluatie van de wet blijkt dat veel knelpunten gaan over de reikwijdte van het als vergunningsplichtig aangemerkte bevolkingsonderzoek.
Er wordt een nieuwe benaderingswijze aanbevolen, met een aangepaste regeling. Al het bevolkingsonderzoek wordt dan beoordeeld op positieve en negatieve gezondheidseffecten en doelmatigheid. En er moet gekeken worden naar het vervolgtraject en de condities waaronder het onderzoek kan verlopen. De uitkomsten bepalen vervolgens of een vergunning nodig is.
Bij vroege opsporing in de preventieve zorg of de individuele gezondheidszorg kan de beroepsgroep zelf de betreffende screeningsvorm bepalen. Als bevolkingsonderzoek een wetenschappelijk doel dient, hangt het van het primaire doel af of de vergunningaanvraag in de WBO dan wel in de WMO-context (Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen) beoordeeld wordt.

Producten

Titel: Evaluatie Wet op het bevolkingsonderzoek

Verslagen


Samenvatting van de aanvraag

De Wet op het bevolkingsonderzoek (WBO) is op 1 juli 1996 in werking getreden. Doel van de wet is bescherming van de bevolking tegen onderzoek dat gevaar kan opleveren voor de lichamelijke of geestelijke gezondheid. De uitvoering van de wet bleek reeds direct een aantal vragen en problemen op te roepen, zowel bij de uitvoerders (m.n. de Commissie WBO van de Gezondheidsraad) als in het veld. De evaluatie is daarom ook "naar voren gehaald". Het ligt voor de hand in het evaluatieonderzoek direct daarbij aan te sluiten. Hoofdvraag is dan ook om welke vraag/knelpunten het precies gaat, waaruit zij voortkomen en hoe zij op te lossen zijn. Het voorgenomen onderzoek ter beantwoording van die hoofdvraag valt in twee delen uiteen: 1. Wordt het doel van de WBO middels het daartoe in de wet neergelegde instrumentarium gerealiseerd resp. van welke ongewenste/ onbedoelde neveneffecten is sprake? 2. Dient het huidige wettelijk instrumentarium te worden aangepast, en zo ja welke aanbevelingen kunnen ter zake worden gedaan? De algemene onderzoeksvragen (zie ZON, Programmatekst evaluatie regelgeving, p.10) zullen selectief, in de sleutel van de genoemde hoofdvraag, in het onderzoek worden betrokken (dit niet alleen omdat ze niet alle even relevant zijn voor deze evaluatie, maar ook omdat de budgettaire ruimte een selectieve aanpak noodzakelijk maakt).

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
34040001
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
1999
2000
Onderdeel van programma:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. H.A.P. Pols