Mobiele menu

Vervolgonderzoek veiligheid, kwaliteit en ethiek van Preimplantatie Genetische Diagnostiek (PGD)

Projectomschrijving

Samenvatting na afronding

Dit project bestaat uit een empirisch en ethisch deelonderzoek.

Empirisch deel

Groei, gezondheid en neuropsychologische ontwikkeling van 5- en 8-jarige kinderen die geboren zijn na pre-implantatie genetische diagnostiek (PGD / embryoselectie) zijn gelijk aan die van IVF-kinderen en kinderen die uit een natuurlijke zwangerschap geboren zijn.
In de PGD-groep werd een hogere score voor probleemgedrag gevonden dan in de controlegroepen, echter binnen normaal. In de kleine groep van 8-jarige kinderen werden geen aanwijzingen gevonden voor risicofactoren op hart- en vaatziekten.

Ethisch deel

Indien nieuwe genoombrede analysetechnieken worden gebruikt om bij PGD breder te kijken dan nodig is voor het beantwoorden van de hupvraag, is dat een vorm van screening, wat een aparte rechtvaardiging behoeft. Het volledig analyseren van het genoom van IVF-embryo’s ligt nog verder in de toekomst, maar dit scenario kan niet meer worden afgedaan als science fiction en vraagt om tijdig maatschappelijk debat.
 

Samenvatting bij start

Dit is een vervolgstudie op een eerder door ZonMW gehonoreerd project. Deze studie bestaat uit een empirisch deel en een ethisch deel. De looptijd van de huidige studie is 2 jaar.

Empirisch deel

In het vervolgonderzoek onderzoeken we 5- en 8-jarige kinderen die geboren zijn na Preimplantatie Genetische Diagnostiek (PGD-embryoselectie) en vergelijken die met controlegroepen van na IVF/ICSI geboren kinderen en kinderen die geboren zijn uit een spontane zwangerschap in gezinnen die erfelijk belast zijn. Aan de ouders van de 5-jarige kinderen wordt middels vragenlijsten gevraagd naar hun motivatie en overwegingen bij de keuze voor PGD. Het doel van het onderzoek is de veiligheid en betrouwbaarheid van PGD vastleggen.
In de eerste (reeds afgesloten) studie zijn in totaal 138 5-jarige kinderen geïncludeerd: 51 PGD-kinderen, 52 IVF/ICSI-kinderen en 35 spontaan verwekte kinderen. Data werden geanalyseerd. Er werden bij lichamelijk en neuropsychologisch onderzoek geen significatie verschillen tussen de groepen gevonden.
Om de conclusies van de eerste studie meer kracht bij te zetten, worden de groepen 5-jarigen nu uitgebreid. Het is de bedoeling nog 50 5-jarige PGD-kinderen en 50 IVF/ICSI-kinderen en 30-50 spontaan verwekte kinderen te includeren. De 8-jarigen worden onderzocht om meer lange termijn gegevens te verkrijgen. Ook is een cardiovasculaire basismeting toegevoegd. De 8-jarige deelnemers worden geworven uit de groep 5-jarigen die 3 jaar geleden zijn onderzocht.
Er zijn nog geen analyses gedaan omdat afgesproken is die pas aan het einde van deze studie te doen.

Ethisch deel

Voor het ethische deelproject is contact gelegd met de groep van prof. dr. Joris Vermeesch in Leuven. Het door deze groep gepubliceerde recente protocol over omgang met bevindingen van generieke genoomanalyse bij PGD zal als uitgangspunt voor de geplande interviews en analyse worden gebruikt. De geplande focusgroep wordt voorbereid in aansluiting op een komend najaar door het Europese PGD-consortium te houden campuscourse. Er is besloten tevens aandacht te besteden aan de relatie tussen PGD/PGS en embryo-editing. Voor de deelvraag over implicaties voor het juridisch kader en de regelgeving is de projectgroep uitgebreid met juridische expertise.

Meer informatie

  • Ethische discussies veranderen voortdurend (Mediator Special Ethiek 2017)

Producten

Titel: De follow-up van kinderen die geboren zijn na PGD.
Auteur: M Heijligers
Titel: Perinatal follow-up of children born after preimplantation genetic diagnosis in the Netherlands between 1995 and 2014
Auteur: M. Heijligers1,2, V. van der Schoot1, A. van Montfoort2,3, M. Meijer-Hoogeveen4, F. Broekmans4, K. Bouman5, I. Homminga6, J. Dreesen1, A. Paulussen1, J. Engelen1, E. Coonen1,3, M. van Deursen-Luijten1, N. Muntjewerff1, A. Peeters7, R. van Golde3, M. van der Hoeven8, Y. Arens1, and C. de Die-Smulders1,2
Titel: Long-term safety and quality of preimplantation genetic diagnosis
Auteur: M. Heijligers. A.P.A. van Montfoort, M. Meijer-Hoogeveen, F.J.M. Broekmans, K. Bouman, I. Homminga, J.C.F.M. Dreesen, A.D.C. Paulussen, J.J.M. Engelen, E. Coonen, V. van der Schoot, M.H.C. van Deursen-Luijten, N. Muntjewerff, A. Peeters, R.J. van Golde, M.A.H.B.M. van der Hoeven, Y.H.J.M. Arens, and C.E.M. de Die-Smulders.
Titel: Long-term safety and quality of preimplantation genetic diagnosis
Auteur: M. Heijligers, V. van der Schoot, A. van Montfoort, M. Meijer-Hoogeveen, F. Broekmans, K. Bouman, I. Homminga, J. Dreesen, A. Paulussen, J. Engelen, E. Coonen, M. van Deursen-Luijten, N. Muntjewerff, A. Peeters, R. van Golde, M. van der Hoeven, Y. Arens, and C. de Die-Smulders
Titel: Perinatal follow-up of children born after preimplantation genetic diagnosis in the Netherlands between 1995 and 2014
Auteur: M. Heijligers. A.P.A. van Montfoort, M. Meijer-Hoogeveen, F.J.M. Broekmans, K. Bouman, I. Homminga, J.C.F.M. Dreesen, A.D.C. Paulussen, J.J.M. Engelen, E. Coonen, V. van der Schoot, M.H.C. van Deursen-Luijten, N. Muntjewerff, A. Peeters, R.J. van Golde, M.A.H.B.M. van der Hoeven, Y.H.J.M. Arens, and C.E.M. de Die-Smulders.
Titel: Long-term safety and quality of preimplantation genetic diagnosis
Auteur: M. Heijligers. A.P.A. van Montfoort, M. Meijer-Hoogeveen, F.J.M. Broekmans, K. Bouman, I. Homminga, J.C.F.M. Dreesen, A.D.C. Paulussen, J.J.M. Engelen, E. Coonen, V. van der Schoot, M.H.C. van Deursen-Luijten, N. Muntjewerff, A. Peeters, R.J. van Golde, M.A.H.B.M. van der Hoeven, Y.H.J.M. Arens, and C.E.M. de Die-Smulders.
Titel: Long-term safety and quality of preimplantation genetic diagnosis
Auteur: M. Heijligers. A.P.A. van Montfoort, M. Meijer-Hoogeveen, F.J.M. Broekmans, K. Bouman, I. Homminga, J.C.F.M. Dreesen, A.D.C. Paulussen, J.J.M. Engelen, E. Coonen, V. van der Schoot, M.H.C. van Deursen-Luijten, N. Muntjewerff, A. Peeters, R.J. van Golde, M.A.H.B.M. van der Hoeven, Y.H.J.M. Arens, and C.E.M. de Die-Smulders.
Titel: Obstetric risks of preimplantation genetic diagnosis: the results of more than 300 pregnancies conceived after PGD.
Auteur: Malou Heijligers, Yvonne Arens, John Dumoulin, Frank Broekmans, Ron van Golde, Mark van der Hoeven, Christine de Die-Smulders, Aafke van Montfoort
Magazine: Human Reproduction
Titel: Unbalanced chromosomal translocations in healthy parents: pitfalls in reproductive counseling.
Auteur: Malou Heijligers, Servi J.C. Stevens, Suzanne C.E.H. Sallevelt, Augusta M.A.. Lachmeijer, G. Heleen Schuring-Blom, Brigitte H.W. Faas, Yvonne H.J.M. Arens, Christine E.M. de Die-Smulders.
Magazine: European Journal of Human Genetics
Titel: Preimplantation genetic testing for more than one genetic condition: clinical and ethical considerations and dilemmas
Auteur: van der Schoot, V, Dondorp, W, Dreesen, J C F M, Coonen, E, Paulussen, A D C, de Wert, G, de Die-Smulders, C E M
Magazine: Human Reproduction
Titel: Pre-implantatie genetische diagnostiek: de bewaking van een moreel beladen praktijk.
Auteur: W. Dondorp, C de Die-Smulders, G. de Wert.
Magazine: Tijdschrift voor Gezondheidszorg en Ethiek
Titel: IVF en PGD: mag het een onsje minder zijn
Auteur: Femke Kools
Magazine: Dagblad de Limburger/Limburgs Dagblad
Titel: Growth, health, and motor development of 5-year-old children born after preimplantation genetic diagnosis
Auteur: Heijligers, Malou, Peeters, Andrea, van Montfoort, Aafke, Nijsten, Joyce, Janssen, Etienne, Gunnewiek, Femke Klein, de Rooy, Rick, van Golde, Ron, Coonen, Edith, Meijer-Hoogeveen, Madelon, Broekmans, Frank, van der Hoeven, Mark, Arens, Yvonne, de Die-Smulders, Christine
Magazine: Fertility and Sterility
Titel: Perinatal follow-up of children born after preimplantation genetic diagnosis between 1995 and 2014
Auteur: Heijligers, Malou, van Montfoort, Aafke, Meijer-Hoogeveen, Madelon, Broekmans, Frank, Bouman, Katelijne, Homminga, Irene, Dreesen, Jos, Paulussen, Aimee, Engelen, John, Coonen, Edith, van der Schoot, Vyne, van Deursen-Luijten, Marieke, Muntjewerff, Nienke, Peeters, Andrea, van Golde, Ron, van der Hoeven, Mark, Arens, Yvonne, de Die-Smulders, Christine
Magazine: Journal of Assisted Reproduction and Genetics
Titel: The cognitive and socio-emotional development of 5-year-old children born after PGD
Auteur: Heijligers, M, Verheijden, L M M, Jonkman, L M, van der Sangen, M, Meijer-Hoogeveen, M, Arens, Y, van der Hoeven, M A, de Die-Smulders, C E M
Magazine: Human Reproduction
Titel: IN: Textbook of Obstetrics and Gynaecology. Chapter 3. Reproductive Medicine: ethical reflections
Auteur: G. de Wert en W. Dondorp
Titel: In: Handbook of New Genetic Diagnostic Technologies in Reproductive Medicine. Chapter 14. Dynamics and Ethics of Reproductive Medicine
Auteur: Guido de Wert and Wybo Dandorp

Verslagen


Eindverslag

In deze studie werden de groei, fysieke gezondheid en de neuropsychologische ontwikkeling van 5- en 8-jarige kinderen die geboren zijn na PGD (preimplantatie genetische diagnostiek/ embryoselectie) onderzocht. Op basis van de huidige onderzoeksresultaten concluderen wij dat er geen verschillen zijn tussen kinderen die geboren zijn na PGD en kinderen die geboren zijn na IVF/ICSI (in vitro fertilisatie/intracytopasmatische sperma injectie) of na een natuurlijke zwangerschap binnen families met een genetische aandoening. Hoewel de onderzochte groep nu nog klein is, vonden wij bij de 8-jarige kinderen geen aanwijzingen voor een verhoogd risico op hart- en vaatziekten. Uitbreiding van het huidige onderzoek is wenselijk om laatst genoemde risico beter in kaart te brengen. Ook de psychosociale ontwikkeling en de intelligentie van de kinderen in de PGD groep zijn vergelijkbaar met die van de kinderen in de controlegroepen. Zowel in de studie van 5- als 8-jarige kinderen werd in de PGD groep een hogere score voor probleemgedrag gerapporteerd dan in de controlegroepen. Deze scores vielen wel binnen normaal en dus zijn er geen aanwijzingen voor een verhoogde kans op probleemgedrag. Concluderend is PGD op basis van de huidige onderzoeksresultaten een veilige reproductieve optie voor paren met een verhoogd risico op kinderen met een genetische aandoening. In het ethiekdeel van deze studie zijn ethische vragen verkend die rijzen bij de toepassing van nieuwe genoombrede analysetechnieken, zowel in de context van PGD, als in de context van mogelijke toekomstige comprehensieve genomische screening van IVF-embryo’s. In de context van PGD rijst de vraag waar diagnostiek ophoudt en opportunistische screening begint. Terwijl het zichtbaar maken van aneuploïdie informatie, zeker wanneer die kan worden aangevuld met kennis over de meiotische/mitotische herkomst, kan worden uitgelegd als noodzakelijk voor de waarborging van de kwaliteit van de IVF-procedure en in zoverre als relevant voor de hulpvraag in bredere zin, lijkt evident dat het genereren van aanvullende informatie over bijvoorbeeld de novo mutaties moet worden beschouwd als screening, ook als de test in een diagnostische context wordt uitgevoerd. Wat betreft mogelijke toekomstige comprehensieve genomische screening van IVF-embryo’s: zelfs indien de huidige beperkingen van de kwaliteit van de test en van de daardoor op ‘single cell’ niveau gegenereerde informatie in bevredigende mate kunnen worden opgelost, roept dit scenario complexe ethische vragen op. Bijvoorbeeld: hoe kan bij zulke screening de informationele zelfbeschikking van toekomstige kinderen (het recht zelf te beslissen wat men over het eigen genoom wil weten) afdoende kan worden beschermd? Minstens voorlopig is deze screening dan ook disproportioneel.
Dit is een vervolgstudie op een eerder door ZonMW gehonoreerd project. Deze studie bestaat uit een empirisch deel en een ethisch deel. De looptijd van de huidige studie is 2 jaar. Empirisch deel In het vervolgonderzoek onderzoeken we 5 en 8 jarige kinderen die geboren zijn na Preimplantatie Genetische Diagnostiek (PGD-embryoselectie) en vergelijken die met controlegroepen van na IVF/ICSI geboren kinderen en kinderen die geboren zijn uit een spontane zwangerschap in gezinnen die erfelijk belast zijn. Aan de ouders van de 5 jarige kinderen wordt middels vragenlijsten gevraagd naar hun motivatie en overwegingen bij de keuze voor PGD. Het doel van het onderzoek is de veiligheid en betrouwbaarheid van PGD vastleggen. In de eerste (reeds afgesloten) studie werden in totaal 138 5 jarige kkinderen geïncludeerd: 51 PGD kinderen, 52 IVF/ICSI kinderen en 35 spontaan verwekte kinderen. Data werden geanalyseerd. Er werden bij lichamelijk en neuropsychologisch onderzoek geen significatie verschillen tussen de groepen gevonden. Om de conclusies van de eerste studie meer kracht bij te zetten, worden de groepen 5 jarigen nu uitgebreid. Het is de bedoeling nog 50 5 jarige PGD kinderen en 50 IVF/ICSI kinderen en 30-50 spontaan verwekte kinderen te includeren. De 8 jarigen onderzoeken we om meer lange termijn gegevens te verkrijgen. Ook is een cardiovasculaire basismeting toegevoegd. De 8 jarige deelnemers worden geworven uit de groep 5 jarigen die 3 jaar geleden zijn onderzocht. Er zijn nog geen analyses gedaan omdat afgesproken is die pas aan het einde van deze studie te doen. Ethisch deel Voor het ethische deelproject is contact gelegd met de groep van prof. dr. Joris Vermeesch in Leuven. Het door deze groep gepubliceerde recente protocol over omgang met bevindingen van generieke genoomanalyse bij PGD zal als uitgangspunt voor de geplande interviews en analyse worden gebruikt. De geplande focusgroep wordt voorbereid in aansluiting bij een komend najaar door het Europese PGD-consortium te houden campuscourse. Er is besloten tevens aandacht te besteden aan de relatie tussen PGD/PGS en embryo-editing. Voor de deelvraag over implicaties voor het juridisch kader en de regelgeving is de projectgroep uitgebreid met juridische expertise (dr Corrette Ploem, Amsterdam).

Samenvatting van de aanvraag

Sedert 20 jaar is Preimplantatie Genetische Diagnostiek, PGD, voor paren met een hoog risico op een kind met een ernstige erfelijke aandoening, een aanvaardbare optie om een gezond kind te krijgen. Per jaar worden in Nederland ruim 500 PGD behandelingen uitgevoerd, waaruit ongeveer 100 zwangerschappen ontstaan. Bij PGD worden 1 of 2 cellen afgenomen van het 3 dagen oude 8-cellige embryo. Recent is begonnen met de trophectoderm (TE) biopsie op dag 5 of 6 na de bevruchting. Na een TE- biopsie worden alle embryo's ingevroren (middels vitrificatie = snel vriezen, voorheen langzaam vriezen), en later ontdooid voor plaatsing in de baarmoeder. Ook worden er nieuwe genetische (analyse)technieken geïntroduceerd, zoals de arraydiagnostiek en next generation sequencing (NGS). Middels NGS kunnen meerdere aandoeningen (tegelijk) worden onderzocht, zonder lange voorbereidingstijd. Bovengenoemde veranderingen in biopsiemethoden, invriesmethoden en analysetechnieken leiden tot persisterende vragen over de veiligheid van PGD. Bovendien is er nog steeds weinig bekend over de lange termijn gevolgen van PGD. Daarnaast roepen de nieuwe analysetechnieken ethische vragen op. Het is van groot belang nieuwe technieken in de geassisteerde voortplantingsgeneeskunde tijdig te evalueren. Dit belang wordt ook door de overheid erkend (Pallas, 2015). Empirische studie Bij onderzoek van PGD-kinderen die geboren werden na de dag 3 biopsie, wat in de afgelopen 3 jaar werd uitgevoerd in Nederland, werden niet meer aangeboren afwijkingen na de geboorte gezien. Ook werd er onderzoek gedaan naar de groei, fysieke en neuropsychologische ontwikkeling van 5-jarige PGD-kinderen. Deze werden vergeleken met 2 controlegroepen: na IVF (zonder PGD) geboren kinderen en kinderen ontstaan na natuurlijk conceptie (NC) uit gezinnen met een genetische aandoening. De data worden nu geanalyseerd. Gegevens van het Universitair Ziekenhuis Brussel laten bij PGD-kinderen niet meer aangeboren afwijkingen zien en geen afwijkingen in groei en ontwikkeling in de eerste twee jaren (Desmyttere et al , 2009; Liebaers et al., 2010). Uit grote studies van kinderen geboren na IVF is een associatie gebleken tussen bloeddruk, glucose metabolisme, lichaamssamenstelling en endotheliale en vasculaire dysfunctie, welke mogelijk leiden tot een verhoogd cardiovasculair risico op oudere leeftijd (Ceelen et al., 2009; Scherrer et al., 2015). Dit is bij PGD-kinderen nog nooit onderzocht. Om een antwoord te krijgen op de vraag of er voor PGD-kinderen een verhoogd risico's is op de lange termijn is een langdurig vervolgonderzoek aangewezen. Voor een betrouwbare en adequate klinische toepassing van PGD is dus naast korte termijn onderzoek ook onderzoek naar de lange termijn effecten van PGD essentieel. Wij beogen (1) het cohort 5-jarigen uit te breiden, (2) een deel van hen weer op 8-jarige leeftijd te onderzoeken, (3) na te gaan of er aanwijzingen zijn voor een toekomstig verhoogd cardiovasculair risico. Ad 1. Door het huidige cohort van 5-jarige PGD-kinderen en de 2 controlegroepen uit te breiden (van 50 naar 100 kinderen, per groep) kunnen we vragen over de gezondheid en de neuropsychologische ontwikkeling beter beantwoorden. Uit een powerberekening (outcome IQ) blijkt dat, om een verschil van 5% aan te tonen (a = 5%) bij inclusie van 100 kinderen per groep de power 94% is. Ad 2/3. De kinderen die eerder op de leeftijd van 5 jaar in 2014/2015 zijn onderzocht, worden in 2017/2018 8 jaar. Deze groep bestaat uit 107 kinderen (39 PGD kinderen, 38 ICSI kinderen en 30 NC kinderen; aantallen tot september 2018 = einde looptijd studie). Bij de 8-jarigen worden groei, gezondheid en neuropsychologische ontwikkeling (weer) geëvalueerd, evenals de sociaal-emotionele ontwikkeling en het metabool en cardiovasculair (risico)profiel. Ethische studie Het voorgenomen ethische deelproject betreft de morele aspecten van en vragen rond nieuwe genetische technieken in het kader van embryoselectie en thematiseert drie onderscheiden vragen: 1. Hoe moet worden omgegaan met zogenoemde 'bijvangst' (vaak aangeduid als 'incidental' of 'unsolicited' findings) door nieuwe technologie in het kader van PGD, in het bijzonder arrays? 2. In hoeverre is preimplantatie genetische screening (PGS), meer in het bijzonder PGS op basis van next generation sequencing (NGS), aanvaardbaar, al dan niet in het kader van een geïndiceerde PGD en welke criteria zouden daarbij moeten gelden? 3. Welke consequenties hebben al dan niet veranderende morele kaders voor de geldende juridische kaders? De studie omvat behalve literatuuronderzoek interviews met relevante experts en zal worden uitgevoerd met behulp van het zogenoemde 'wide reflective equilibrium' (WRE), een veel gebruikte methode voor toegepast ethisch onderzoek. Dit deelproject zal parallel plaatsvinden aan het reeds lopende (tot eind 2017 verlengde) project rond de ethiek van PGD.

Kenmerken

Projectnummer:
731020003
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2016
2022
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. C. de Die-Smulders
Verantwoordelijke organisatie:
Maastricht Universitair Medisch Centrum+