Mobiele menu

Controversies surrounding puberty suppression in adolescents with gender identity disorder: moving forward the ethical debate and creating an international guideline

Projectomschrijving

Genderdysforie gaat over gevoelens van ongemak over, en zelfs afkeer van het eigen biologische geslacht.
In Nederland is het voor volwassenen mogelijk om het geslacht aan te passen. Bij jonge kinderen vinden geen medische ingrepen plaats omdat genderdysfore gevoelens meestal verdwijnen voor de puberteit begint. Wanneer de genderdysforie blijft bestaan, kan de puberteit worden onderdrukt, zodat secundaire geslachtskenmerken (zoals borsten, baardgroei), waar deze jongeren afkeer van hebben, zich niet (verder) ontwikkelen. Deze aanpak is controversieel en in sommige landen is men terughoudend.

In dit project worden behandelaars uit meerdere landen (voor- en tegenstanders van puberteitsonderdrukking), patiënten en ouders geïnterviewd om te achterhalen welke argumenten gebruikt worden om de behandeling te steunen of juist af te wijzen. Zo wordt bijgedragen aan het debat en wordt een richtlijn gemaakt hoe op een ethisch juiste manier te beslissen om puberteitsonderdrukking wel of niet aan te bieden.

Meer informatie

Producten

Auteur: De Vries MC, Vrouenraets LJJJ, Wichmann AB, Schermer M, Fredriks AM, Delemarre-van de Waal, H.A .
Auteur: LA Hartman, LJJJ Vrouenraets, AM Fredriks
Auteur: MC de Vries
Auteur: MC de Vries, SE hannema, LA Hartman
Auteur: Martine de Vries, Henriëtte Delemarre, Lieke Vrouenraets, Miranda Fredriks,Anne Wichmann, Maartje Schermer
Link: http://press.endocrine.org/doi/abs/10.1210/endo-meetings.2014.RE.19.SAT-0109
Auteur: Kenneth J Zucker, PhD, Annelou LC de Vries, MD, PhD, Martine de Vries, MSc, Thomas Steensma, PhD Spreker over ethische aspecten: Lieke Vrouenraets
Auteur: MC de Vries
Auteur: LJJJ Vrouenraets
Titel: Factsheet Moral Case Deliberation
Titel: Early medical treatment of children with gender dysphoria: An empirical ethical study on arguments of proponents and opponents concerning early interventions.
Auteur: Vrouenraets LJJJ. Fredriks AM. Hannema SE. Cohen-Kettenis PT. De Vries MC.
Magazine: Journal of Adolescent Health
Titel: Dealing with moral dilemmas within transgender treatment: moral case deliberation

Verslagen


Eindverslag

Achtergrond Genderdysforie komt voort uit een gevoel van onbehagen over iemands biologische geslacht. Vaak gaat het samen met de wens om van het andere geslacht te willen zijn. Ook kinderen kunnen genderdysforie hebben. Behandeling voor kinderen is voornamelijk psychologisch. Wanneer de gevoelens echter aanhouden tijdens de adolescentie, is de mogelijkheid van puberteitsonderdrukking een relatief nieuwe maar omstreden vorm van behandeling. Er bestaat geen consensus onder (internationale) behandelteams over het gebruik van puberteitsremming. Het doel van ons onderzoek was om inzicht te krijgen in de meningsverschillen rond vroege medische interventies bij adolescenten en de achterliggende overwegingen van de voorstanders en de tegenstanders. Methoden (1) systematische literatuurstudie naar behandeldiscussies bij kinderen met genderdysforie; (2) kwalitatief onderzoek (semi-gestructureerde interviews en questionnaire) om de overwegingen van de leden van 17 verschillende behandelteams wereldwijd vast te stellen. We spraken met kinderendocrinologen, psychologen, psychiaters en ethici (totaal 36 professionals in 10 verschillende landen). (3) kwalitatief onderzoek (semi-gestructureerde interviews) om de overwegingen van genderdysfore jongeren zelf en hun ouders te horen (totaal 13 jongeren tussen 13-18 jaar oud) (4) Ontwikkelen van een methode om gestructureerd morele behandeldilemma’s te bespreken in het behandelteam (Moreel Beraad) Resultaten Uit de literatuur en de interviews/questionnaires met de professionals komen 7 fundamentele onderwerpen naar voren die aanleiding geven tot verschillende, en zelfs tegengestelde, visies op de behandeling van adolescenten: 1) de (niet-) beschikbaarheid van een verklarend model voor genderdysforie; 2) de aard van genderdysforie (normale variatie, sociaal construct of (psychische) ziekte); 3) de rol van de fysiologische puberteit om tot een consistente genderidentiteit te komen; 4) de rol van co-morbiditeit; 5) ideeën over mogelijke lange termijn nadelen van vroege medische interventies en van het juist afzien van interventies; 6) ideeën over de wilsbekwaamheid van het kind; 7) de rol van de sociale context. Uit de interviews met de jongeren zelf en hun ouders kwamen dezelfde onderwerpen naar voren. Opvallend was dat de jongeren minder problemen hebben dan de professionals met het ontbreken van lange termijn data. Het is voor hen geen belemmering om de behandeling aan te gaan. Verder geven jongeren aan enerzijds erg blij te zijn met de media aandacht voor genderdysforie, vanwege de erkenning en herkenning van hun gevoelens. Anderzijds ergeren jongeren zich aan de stereotypen die worden getoond, van geslaagde, zeer vrouwelijke man-vrouw transgenders en vice versa. Niet alle jongeren herkennen zich daarin en zij willen ook niet allemaal het “standaard” traject volgen. Uit de interviews komt tenslotte naar voren dat alle behandelteams in de VS en Europa een grote behoefte voelen om moeilijke behandelvraagstukken structureel te bespreken. Er is een gedeeld gevoel van onbehagen over de huidige situatie. Enerzijds geven de teamleden aan dat de nood onder kinderen zodanig kan zijn dat niet-behandelen geen optie is. Anderzijds zijn er twijfels wanneer het gaat om de behandeling met puberteitsremmers van kinderen en jongeren met genderdysforie, vanwege de nog niet volledige onderzochte fysieke en psychische lange termijn effecten. Aangezien behandeling van genderdysforie altijd multidisciplinair teamwerk is, is een hulpmiddel nodig om behandeldiscussies in goede banen te leiden. Wij onderzochten of Moreel Beraad zo’n hulpmiddel kon zijn. Door middel van een gevalideerde vragenlijst, hebben we gekeken naar de verwachtingen van de leden van de Nederlandse behandelteam over de mogelijke rol van Moreel Beraad Conclusie Het oordeel over de behandeling van adolescenten wordt beïnvloed door fundamentele ideeën over de aard van genderidentiteitsontwikkeling en genderdysforie. Er is dringend behoefte
Achtergrond Genderdysforie komt voort uit een gevoel van onbehagen over iemands biologische geslacht. Vaak gaat het samen met de wens om van het andere geslacht te willen zijn. Ook kinderen kunnen genderdysforie hebben. Behandeling voor kinderen is voornamelijk psychologisch. Wanneer de gevoelens echter aanhouden tijdens de adolescentie, is de mogelijkheid van puberteitsonderdrukking een relatief nieuwe maar omstreden vorm van behandeling. Er bestaat geen consensus onder (internationale) behandelteams over het gebruik van puberteitsremming. Het doel van ons onderzoek was om inzicht te krijgen in de context van de meningsverschillen rond vroegtijdige medische interventies bij adolescenten en de achterliggende overwegingen van de voorstanders en de tegenstanders. Methoden: (1) systematische literatuurstudie naar behandeldiscussies rondom kinderen met genderdysforie; (2) kwalitatief onderzoek (semi-gestructureerde interviews en questionnaire) om overwegingen van de leden van 10 verschillende behandelteams wereldwijd te identificeren. We spraken met kinderendocrinologen, psychologen, psychiaters en ethici. Resultaten: Uit de literatuur en de interviews/questionnaires komen 7 fundamentele onderwerpen naar voren die aanleiding geven tot verschillende en zelfs tegengestelde, visies op de behandeling van adolescenten: 1) de (niet-) beschikbaarheid van een verklarend model voor genderdysforie; 2) de aard van genderdysforie (normale variatie, sociaal construct of (psychische) ziekte); 3) de rol van de fysiologische puberteit om tot een consistente genderidentiteit te komen; 4) de rol van co-morbiditeit; 5) ideeën over mogelijke lange termijn nadelen van vroege medische interventies en van het juist afzien van interventies; 6) ideeën over de wilsbekwaamheid van het kind; 7) de rol van de sociale context. Conclusie: Het oordeel over de behandeling van adolescenten wordt beïnvloed door fundamentele ideeën over de aard van genderidentiteitsontwikkeling en genderdysforie. Er is dringend behoefte aan multicenter onderzoek èn debat, niet alleen om meer te weten te komen over lange termijn gevolgen van puberteitsremming, maar ook om meer duidelijkheid te krijgen over de aard van gender(dysforie). Behandelingsrichtlijnen zullen alleen een goede basis hebben als consensus is bereikt over deze fundamentele kwesties.

Samenvatting van de aanvraag

Gender identity disorder (GID) is a rare condition in which individuals experience their gender identity (the psychological experience of oneself as male or female) as being incongruent with their phenotype (their body’s external sex characteristics). A small number of the individuals with GID are children. Treatment for children is predominantly psychological. When GID persists during adolescence, the possibility of puberty suppression has generated a new but controversial dimension to clinical management. Puberty suppression is applied to relieve suffering caused by the development of secondary sex characteristics and to provide time to make a balanced decision regarding actual gender reassignment. There is no worldwide consensus on the use of puberty suppression. In the Netherlands it is part of the treatment protocol. Elsewhere in Europe and in North America it is not standard of care due to various ethical concerns, including fear for harms of the treatment and doubts about children’s competence to make far-reaching decisions. Debate moves between extremes and discussions are emotion-laden. Proponents and opponents seem to have differing underlying ideas about an explanatory model for GID, the categorization of GID as a mental illness or as a social construct, child welfare, and the role of medicine, often without openly stating them. It is an essential task of ethics to elucidate these underlying considerations, in order to move forward the debate. In this project, an empirical ethical approach will be followed to evaluate the contexts of GID treatment disagreements and the underlying considerations of key players in the field. The project includes: (1) A literature study on ethical and epistemological issues concerning treatment of gender dysphoric youth. We will describe existing knowledge and theories on the etiology of GID and the concepts of ‘gender’, ‘child competence’ and ‘best interests’. (2) A qualitative study (semi-structured interviews and focus group) to identify considerations of key-informants (children with GID, parents, pediatric endocrinologists, psychiatrists, and ethicists) about the etiology of GID, and the concepts ‘gender’, ‘child competence’ and ‘best interests’. (3) Comparison of the interview-data with existing ethical and philosophical theories about gender, best interests and competence. For this purpose ‘reflective equilibrium’ (RE) will be used, an established method in empirical ethics. The outcome of the RE process will provide us with moral insights for a sound ethical practice concerning suppression of puberty in GID. (4) A guideline and implementation phase. Our aim is to develop an internationally supported guideline on ethical conditions for starting puberty suppression in GID. This guideline will include a tool to implement structural moral deliberation to discern ethical issues in day-to-day treatment decisions concerning children with GID.

Kenmerken

Projectnummer:
731010002
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2013
2015
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. M.C. de Vries
Verantwoordelijke organisatie:
Leiden University Medical Center