Mobiele menu

The diagnostic imaging workup of peripheral arterial disease (R)

Projectomschrijving

Perifeer vaatlijden ontstaat als een slagader (vaak in het been) zo vernauwd is dat het bloed er niet meer goed doorheen kan stromen. Het weefsel beneden de vernauwing krijgt te weinig bloed (zuurstof, voeding). Een bekend voorbeeld hiervan zijn etalagebenen. Bij het vaststellen van perifeer vaatlijden wordt in toenemende mate gebruik gemaakt van beeldvormende technieken als computertomografische angiografie (CTA), magnetische resonantieangiografie (MRA) en speciale echografie (duplex echografie). In Rotterdam zijn de kosten en bruikbaarheid van deze drie technieken als eerste vorm van diagnostiek bij perifeer vaatlijden onderzocht. Hiervoor werden de gegevens van 514 patiënten bestudeerd bij wie een van deze technieken is toegepast. Alle drie technieken leveren gelijkwaardige zorg op voor de patiënt. Artsen hebben meer vertrouwen in MRA en CTA, die beiden ook minder aanvullende diagnostiek vereisen in vergelijking met duplex. De kosten van MRA en duplex zijn hoger dan die van CTA.

Verslagen


Samenvatting van de aanvraag

De diagnose perifeer arterieel vaatlijden wordt gesteld op basis van anamnese, lichamelijk onderzoek, en een afwijkende enkel/arm indexwaarde in rust of na inspanning. Revascularisatie wordt overwogen voor patiënten met claudicatio intermittens die geen baat hebben bij looptraining en patiënten met kritieke ischemie. Beeldvormende diagnostiek is nodig om de lokalisatie van de afwijkingen aan te tonen en om te bepalen of revascularisatie mogelijk is en welke procedure (ballondilatatie, stentplaatsing, bypass-operatie) het meest geschikt is. Een goede afbeelding van de vaten draagt vaak ook bij aan de planning en technische uitvoering van de procedure. Thans wordt in Nederland de beeldvormende diagnostiek uitgevoerd middels duplexonderzoek (Doppler echografie), computer tomografische angiografie (CTA) of middels catheterisatie met röntgen contrastangiografie of een combinatie van onderzoeken. Duplex onderzoek kent geen risico's, is weinig belastend en goedkoop maar geeft imperfecte resultaten. CTA heeft nauwelijks risico's, een redelijke prijs en door het gebruik van multidetector CT scanner is de diagnostische accuratesse enorm toegenomen. Angiografie geeft duidelijke beelden van de vaatboom maar kent wat risico's, vergt een (dag)opname en is duur. Een relatief nieuw onderzoek is de magnetische resonantie angiografie (MRA) met gadolinium als contrastmiddel. Van MRA zijn geen ernstige complicaties bekend, het geeft een mooie afbeelding van de vaatboom, maar is duur en niet alle patiënten kunnen een MRA ondergaan (b.v. patiënten met een pacemaker en claustrofobische patiënten). In dit onderzoek wordt MRA vergeleken met de diagnostiek die op dit moment in Nederland wordt gebruikt (duplexonderzoek of CTA met een angiografie indien nodig). Uit de eerste resultaten van een besliskundige kosten-effectiviteitsstudie op basis van literatuurgegevens uitgevoerd door de onderzoeksgroep in Rotterdam blijkt dat met MRA er een kleine winst in kwaliteit van leven is te verwachten. Bovendien is er een kostenbesparing te verwachten voor de diagnostische workup. De verschillen in kwaliteit van leven en kosten zijn echter wel minimaal. Deze analyse ging echter uit van patiënten met etalagebenen (d.w.z. mild perifeer vaatlijden) en is gebaseerd op kostengegevens uit de VS. Verder betrof het een modelmatige benadering waarin de effecten van de beeldvorming op de therapie slechts benaderd konden worden en lokale expertise en vertrouwen van artsen in de beleidsbeslissing niet zijn meegenomen. Om de conclusies te toetsen in de praktijk voor de Nederlandse situatie en ook voor patiënten met ernstig perifeer vaatlijden (d.w.z. met (dreigend) weefselverlies en pijn in rust), stellen wij voor een gerandomiseerde studie uit te voeren om MRA te vergelijken met de gebruikelijke diagnostiek middels de combinatie van duplexonderzoek (of CTA) en angiografie waarbij korte en middellange-termijn gegevens verzameld worden. Primaire uitkomsten in de studie zijn kwaliteit van leven, kosten van diagnostiek en behandeling en het vertrouwen in de beleidsbeslissing op basis van de beeldvormende diagnostiek. Kwaliteit van leven wordt gemeten met behulp van vragenlijsten. Hoewel er waarschijnlijk géén, of maar een klein verschil, bestaat tussen de twee diagnostische strategieën, wordt kwaliteit van leven wel gemeten om te voorkomen dat we een belangrijk verschil zouden missen. De kosten van diagnostiek en therapie worden verzameld en bekeken zal worden of er een trend over de tijd is. Vertrouwen in de beleidsbeslissing wordt gemeten met behulp van een schaal score en een mogelijke trend over de tijd wordt bekeken. Verder zal in deze studie ook worden bekeken of een gerandomiseerde studie kan helpen bij de implementatie van een optimale diagnostische strategie. Patiënten zullen 6 maanden worden vervolgd. Indien een verschil wordt gevonden in de kosten en kwaliteit van leven dan zullen met behulp van een reeds ontwikkeld besliskundig model de gegevens worden geëxtrapoleerd naar de langere termijn. De eerste 6 maanden van de studie zullen gebruikt worden om onderzoekers aan te nemen, ontwikkeling van case-record form en database, en het protocol zal worden opgestuurd naar de Medisch Ethische Toetsings Commissie. In vijf ziekenhuizen zullen patiënten worden geïncludeerd. Met een minimum van 75 potentieel geschikte patiënten per jaar per ziekenhuis en een uitval van eenderde van de patiënten, zullen in 2 jaar 500 patiënten (100 per ziekenhuis) worden geïncludeerd. Tijdens de laatste zes maanden zal de follow-up van de laatste patiënten afgesloten worden, de data geanalyseerd worden, rapportage van de resultaten en voorbereiding van manuscripten.

Kenmerken

Projectnummer:
94501039
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2001
2004
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. M.G.M. Hunink