Mobiele menu

Versterken van de samenwerking tussen patiënten en de Stichting Gezondheidscentra Eindhoven. Het organiseren van patientenparticipatie op instellings (meso) niveau

Projectomschrijving

Doel
De Stichting Gezondheidscentra (SGE) bestaat uit 10 gezondheidscentra. Momenteel vindt de samenwerkingsrelatie tussen de SGE en patiënten plaats in de centrale cliëntenraad, in klankbordgroepen en in zorginnovatieteams. Dit wordt verder uitgekristalliseerd. Met het doel te komen tot versterking van de positie van de patiënten als samenwerkingspartner op meso-niveau. Het gaat specifiek om het verbeteren van de samenwerkingsrelatie tussen patiënten en SGE.

Doelgroep
Patiënten, zorgverleners, beleidsmakers, managers, functionarissen in zorginnovatieteams van de SGE.

Verslagen


Eindverslag

Het primaire doel van dit project is de positie van patienten als samenwerkingspartner op mesoniveau te versterken. Stichting Gezondheidscentra Eindhoven (SGE) heeft als koepelorganisatie van 10 gezondheidscentra een centrale Clientenraad en per gezondheidscentrum een klankbordgroep. In dit project gaat het erom consensus te vinden over sterke en zwakke punten op het gebied van de samenwerking tussen de SGE en de patientengroepen binnen SGE. Er is daarbij gewerkt met mono- multidisciplinaire focusgroepen met behulp van de Fourth Generation Evaluation benadering in vier fasen : individuele intervieuws, mono - en later gemengde fokusgroepen(managementteam, patienten, zorgverzekeraars en professionals) met tenslotte een afsluitende workshop waarbij ook aanbevelingen voor het verbetertraject zijn gedaan en uitgewerkt.
Allereerst zijn de patienten zeer tevreden over de aanpak van patientenparticipatie binnen SGE met klankbordgroepen per gezondheidscentrum en een centrale Clientenraad; men ervaart op deze wijze dat patientenparticipatie voor SGE belangrijk is en serieus wordt genomen, men ziet SGE hierin als een koploper. Vervolgens beschrijven SGE en haar patienten samen een zevental verbetertrajecten: de randvoorwaarden voor patientenparticipatie, de informatiestroom, de zichtbaarheid, de inbreng in de beleidscyclus, de visie op patientenparticipatie in de samenwerking, de relationele verhouding en de organisatie van de vergaderingen. De gehanteerde werkwijze heeft geleid tot een blauwdruk (handboek) wat eerstelijns zorgorganisaties helpt deze methode in de praktijk toe te passen. Daarnaast zijn enkele publicaties in voorbereiding.

Voortgangsrapportage
Een onderzoeker (facilitator) is aangesteld en formeel gestart op 1 september 2011. De onderzoeker heeft zich ingelezen in de literatuur. Zij heeft een communicatieplan opgesteld. Het managementteam, de patiënten (centrale cliëntenraad, de klankbordgroepen in alle 10 gezondheidscentra, patiënten in de zorginnovatie-teams) en zorgverleners zijn schriftelijk en (deels) mondeling middels presentaties geïnformeerd. Er was een bijeenkomst met de stuurgroep waarin alle samenwerkingspartners deelnamen. Daarnaast overlegt de werkgroep om de 4 weken en bespreekt de dagelijkse gang van zaken. In deze werkgroep nemen zitting afgevaardigden van alle samenwerkingspartners (SGE: R. Vening; patiënten: J. Hermans; Universiteit Maastricht: S. van Hoof; en Hogeschool Zuyd: A. Moser). Er zijn inmiddels 9 diepte-gesprekken gehouden met patiënten en een diepte-gesprek met een vertegenwoordiger van de NPCF.

Samenvatting van de aanvraag

Achtergrond: Lange tijd hebben patiënten een passieve rol in de gezondheidszorg gespeeld. Ondanks dat het belang wordt onderkend, blijft patiëntenparticipatie ook nu nog onderontwikkeld. Patiëntenparticipatie kan op micro (patiënt-hulpverlener), meso (programma of instelling) en macro (nationaal) niveau plaatsvinden. In dit project draait het om het gemeenschappelijke belang van patiënten op meso niveau, namelijk bij de Stichting Gezondheidscentra Eindhoven (SGE). Bij het SGE zijn 10 gezondheidscentra aangesloten. Wij passen patiëntenparticipatie concreet toe in termen van patiënten als samenwerkingspartners. Dit wordt binnen SGE breed opgevat. De samenwerkingsrelatie wordt op dit moment vormgegeven op drie vormen: met een centrale cliëntenraad, in klankbordgroepen in de lokale gezondheidscentra, en in zorginnovatieteams. In deze drie samenwerkingsvormen werken patiënten, zorgverleners, beleidsmakers, managers, zorgverzekeraars en onderzoekers in verschillende mate multidisciplinair samen. Deze samenwerking is op dit moment echter nog onvoldoende uitgekristalliseerd en dus voor versterking en verbetering vatbaar. Door dit project hopen we de rol en het vermogen van de patiëntengroep als samenwerkingpartner op meso niveau voor de toekomst goed in te vullen en te versterken. Doelstelling: Het primaire doel is om de positie van patiënten als samenwerkingspartner op meso niveau te versterken. In dit project gaat het specifiek om het verbeteren van de samenwerkingsrelatie tussen patiënten en SGE. Hiermee willen we een blauwdruk ontwikkelen van een in de dagelijkse praktijk werkbaar en overdraagbaar model ter versterking van de samenwerking tussen patiënten en eerstelijnsinstellingen. Methode: Het versterken van de samenwerking tussen patiënten en SGE zal stapsgewijs uitgevoerd worden. Wij maken gebruik van de Fourth Generation Evaluation benadering. In deze benadering gaan wij in dialoog met de samenwerkingspartners. De eerste stap bestaat uit het analyseren van goede en slechte praktijkvoorbeelden van samenwerking en discussiepunten bij de partners binnen de drie samenwerkingsvormen. De deelnemende samenwerkingspartners zijn: patiënten, zorgverleners, beleidsmakers en managers en functionarissen in zorginnovatieteams. Er worden per samenwerkingsvorm individuele interviews en focusgroepen gehouden om de informatie te verkrijgen. De lijsten van goede en slechte praktijkvoorbeelden en mogelijke discussiepunten in iedere groep samenwerkingspartners worden gebruikt om tot een voorlopig voorstel voor aanbevelingen ter verbetering van de samenwerking tussen patiënten en SGE te komen en eventuele uiteenlopende discussiepunten te benoemen. In de volgende stap zullen de aanbevelingen en discussiepunten aan de samenwerkingspartners worden voorgelegd. In deze stap wordt in multidisciplinaire focusgroepen gediscussieerd over de vastgestelde lijst van aanbevelingen en eventuele discussiepunten. Het uiteindelijke doel is om tot een gemeenschappelijke lijst van aanbevelingen te komen die wordt gedragen door alle samenwerkingspartners. In de laatste stap, de afsluitende bijeenkomst, worden concrete vervolgafspraken voor verbetering van de samenwerking organisatiebreed geformuleerd en vastgesteld voor elke samenwerkingsvorm. In een workshop werken de deelnemende samenwerkingspartners aan een concreet implementatieplan. Resultaten: Aan het eind van het project zijn de volgende resultaten gerealiseerd. Allereerst hebben patiënten meer inzichten en invloed gekregen op de vorm, de inhoud en het proces van multidisciplinaire samenwerking binnen SGE. Tevens is een overzicht van ervaringen met patiënten als samenwerkingspartner verkregen met een beschrijving van inrichting, activiteiten, en goede en minder goede processen voor diverse vormen van samenwerking. Er worden aanbevelingen gedaan voor verdere vormgeving of verbetering van de samenwerking, inclusief concreet geformuleerde verbeterafspraken. Voor disseminatie van de resultaten wordt een workshop gehouden voor interne en externe genodigden. Voor elke vorm van samenwerking wordt een blauwdruk gemaakt in de vorm van een in de dagelijkse praktijk werkbaar en overdraagbaar model. Dit gebeurt onder andere in de vorm van een toegankelijk folder uitgegeven met een blauwdruk van een werkbaar en overdraagbaar model voor patiëntenparticipatie op meso niveau in de eerstelijnszorg. Patiënten worden hierin uitgenodigd voor co-auteurschap.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
154012216
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2011
2013
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Drs. R.A. Vening
Verantwoordelijke organisatie:
Stichting Gezondheidscentra Eindhoven