Mobiele menu

Onderzoek naar de effectiviteit van een Minimale Interventie Strategie voor Surmenage (MISS) door de huisarts; een pragmatische gerandomiseerde gecontroleerde trial.

Projectomschrijving

Huisartsen hebben een taak bij de opvang van patiënten met overspanning (surmenage). Zij hebben vaak moeite met het onderkennen van depressieve en angstige reacties bij patiënten met overspanningsklachten en bieden daardoor te laat een gerichte behandeling. Overspannen mensen neigen naar passiviteit. Ze lopen daardoor het risico op langdurige arbeidsongeschiktheid.

Voor de huisarts is een minimale interventie strategie voor surmenage (MISS) ontwikkeld. Deze is in huisartsenpraktijken onderzocht. Een jaar lang zijn patiënten met spanningsklachten en ziekteverzuim gevolgd. Patiënten in de MISS-groep verzuimden korter dan patiënten in de controlegroep. Ook hadden de MISS-patiënten na een jaar iets grotere kans om aan het werk te zijn.

Het effect van de MISS op patiëntniveau was bescheiden. Welke factoren bevorderen herstel bij overspannning? En welke belemmeren het herstel? En hoe kunnen die factoren het beste worden beïnvloed? Daartoe is dringend verder onderzoek nodig.

Producten

Titel: Stress related mental disorders with sick leave(MISS)
Titel: Designing and evaluating complex interventions to improve health care

Verslagen


Eindverslag

Huisartsen hebben een taak bij het opvangen van overspannen patiënten (huisartsen spreken vaak van "surmenage"). Uit onderzoek is bekend dat huisartsen hierbij op twee gebieden problemen ondervinden. In de eerste plaats hebben zij moeite met het onderkennen van depressieve en angstige reacties bij patiënten met overspanningsklachten. Als gevolg daarvan krijgen de betreffende patiënten pas laat of niet een gerichte behandeling. In de tweede plaats lopen overspannen mensen een risico op langdurige arbeidsongeschiktheid door hun behoefte aan ‘rust’ en hun neiging passief te blijven en de problemen op hun beloop te laten. Uit ziekteverzuim-registraties blijkt dat 20% van alle overspannen patiënten een heel jaar verzuimt en riskeert in de WAO te belanden. Huisartsen gaan vaak mee in het verlangen van de patiënt om met rust gelaten te worden, en verhogen zo – onbedoeld – het risico op langdurige arbeidsongeschiktheid.
Wij hebben voor de huisarts een minimale interventie strategie voor “surmenage” (=overspanning) (MISS) ontwikkeld en dit in de praktijk van 46 huisartsen onderzocht. 24 huisartsen hebben een scholing in de nieuwe aanpak gekregen, terwijl 22 huisartsen bleven doen wat ze anders ook deden.
De vraagstellingen luidden: 1) Hebben patiënten met surmenageverschijnselen die hun werk verzuimen, een betere uitkomst indien hun huisarts is geschoold in de MISS dan wanneer hun huisarts de gebruikelijke zorg verleent? 2) Wat is de uitkomst na een jaar van patiënten met surmenageverschijnselen die hun werk verzuimen, en welke determinanten bepalen die uitkomst? 3) Gaan huisartsen die geschoold zijn in de MISS surmenageverschijnselen bij hun patiënten beter herkennen? 4) Gaan huisartsen die geschoold zijn in de MISS depressieve en angstige reacties bij patiënten met surmenageverschijnselen beter herkennen?
433 patiënten met spanningsklachten en ziekteverzuim (overspanning uit zich in spanningsklachten en ziekteverzuim) zijn d.m.v. screening geworven en een jaar vervolgd met interviews en vragenlijsten. Het mediane ziekteverzuim bedroeg circa 3 maanden en na een jaar was een kwart van de patiënten nog volledig ziek thuis of werkloos geworden. Het bleek dat de patiënten in de MISS-groep die van hun huisarts de diagnose “surmenage” hadden gekregen korter verzuimden dan dezelfde patiënten in de controlegroep. Ook hadden de MISS-patiënten na een jaar een wat kleinere kans om niet aan het werk te zijn. Het effect van de MISS op patiëntniveau was bescheiden. Vermoedelijk komt dat niet alleen door een beperkte implementatie van de MISS maar mogelijk ook doordat belangrijke actoren in het herstelproces van overspanning, bijvoorbeeld de leidinggevende en de bedrijfsarts, zich buiten de invloedsfeer van de huisarts bevinden. Er is dringend verder onderzoek nodig naar de factoren die het herstel bij overspanning bevorderen dan wel belemmeren en hoe die factoren het beste kunnen worden beïnvloed.

Samenvatting van de aanvraag

Huisartsen hebben een taak bij het opvangen van overspannen mensen. Uit onderzoek is echter bekend dat huisartsen hierbij op twee gebieden problemen ondervinden. In de eerste plaats hebben zij moeite met het onderkennen van depressieve en angstige reacties bij patiënten met overspanningsklachten. Als gevolg daarvan krijgen de betreffende patiënten pas laat of niet een gerichte behandeling. In de tweede plaats lopen overspannen mensen een risico op langdurige arbeidsongeschiktheid door hun behoefte aan ‘rust’ en hun neiging passief te blijven en de problemen op hun beloop te laten. Uit ziekteverzuim-registraties blijkt dat 20% van alle overspannen patiënten een heel jaar verzuimt en wordt aangemeld voor de WAO. Huisartsen gaan vaak mee in het verlangen van de patiënt om met rust gelaten te worden, en verhogen zo – onbedoeld – het risico op langdurige arbeidsongeschiktheid. De laatste jaren wordt het onder deskundigen steeds duidelijker dat overspannen mensen een activerende benadering nodig hebben. Dat wil zeggen dat zij moeten worden aangemoedigd hun problemen aan te pakken en daar eventueel hulp bij te zoeken als ze het niet alleen aankunnen. Uitgaande van dit principe hebben wij voor de huisarts een 3-consulteninterventie ontwikkeld voor overspannen patiënten die hun werk verzuimen. In die 3 consulten moet de huisarts patiënten met depressieve en angstige reacties signaleren en een gerichte behandeling geven, de patiënt goede informatie over overspanning geven, de patiënt motiveren actief met zijn/haar problemen aan de slag te gaan en contact op te nemen met de bedrijfsarts. Ten slotte moet de huisarts het beloop in de eerste 4 weken in de gaten houden en bij het uitblijven van verbetering, de patiënt verwijzen. Wij willen het effect van die aanpak onderzoeken in 40 huisartspaktijken. De helft van de huisartsen krijgt scholing in de nieuwe aanpak, terwijl de andere helft blijft doen wat ze anders ook deden. 415 overspannen patiënten worden d.m.v. een aangepaste vorm van screening geworven en een jaar vervolgd met interviews en vragenlijsten.

Kenmerken

Projectnummer:
42000003
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2002
2006
Onderdeel van programma:
Projectleider en penvoerder:
Dr. B.T. Terluin
Verantwoordelijke organisatie:
Amsterdam UMC - locatie VUmc
Afbeelding

Alledaagse Ziekten

Zo’n 80% van de klachten waarmee patiënten naar de huisartsen-praktijk komen, zijn alledaagse klachten zoals buikpijn, een neerslachtige periode, wratten of slapeloosheid. Vanuit ons programma Alledaagse Ziekten financierden we onderzoek om adviezen en behandelingen wetenschappelijk te onderbouwen. Dit project is daar één van. Bekijk de andere projecten.