Mobiele menu

T1: F.I.T. Functiebehoud bij ouderen in de 1e lijn In Transitie

Projectomschrijving

Screening voorkomt functieverlies

Chronisch zieke ouderen, eenzame ouderen, allochtone ouderen en ouderen met een laag inkomen hebben een zwakke positie in de maatschappij. Ze zijn afhankelijk van hulpmiddelen, mantelzorg en vrijwilligers en hebben een informatieachterstand over het zorg- en welzijnsaanbod. Ook hebben ze een verhoogd risico op functieverlies en wordt hun zelfredzaamheid bedreigd.

Doel
Het doel van dit project is onderzoeken of screening van deze ouderen en het aanbieden van preventieve maatregelen ervoor zorgen dat zij langer zelfstandig kunnen leven. Ook moet het project een bijdrage leveren aan betere afstemming van zorg en welzijn.

Werkwijze
De onderzoekers ontwikkelen een screeningsinstrument dat zij in zeven huisartspraktijken onderzoeken. Daarnaast sporen zij ouderen met verhoogd risico op. Deze krijgen een onderzoek en worden behandeld. Dit wordt gecoördineerd door een praktijkverpleegkundige.

Doelgroep
Thuiswonende 70-plussers die problemen hebben met gezondheid én zorg en welzijn. Ook mantelzorgers behoren tot de doelgroep.

Verslagen


Samenvatting van de aanvraag

De kern van het voorstel Functiebehoud in Transitie (FIT) bestaat uit systematische screening van thuiswonende ouderen op een verhoogd risico op functieverlies en het inzetten van preventieve interventies met als doel langdurig functiebehoud. Deze interventies zullen enerzijds worden gebaseerd op onderzoek, anderzijds op de raadpleging van panels van ouderen & mantelzorgers en op hulpvraagverduidelijking van individuele ouderen (gebaseerd op eigen kracht methodiek). Dit voorstel sluit aan op een aantal activiteiten dat de afgelopen jaren is ondernomen in de KOZ regio. Zo is in opdracht van oa de COSBO een inventarisatie uitgevoerd naar verbetermogelijkheden op gebied van systematische preventie voor ouderen(van Andel, 2002). Het onderzoek gaf aanbevelingen over hoe in het bestaande regionale zorg- en welzijnsaanbod rekening kon worden gehouden met de wensen en leefstijl van diverse categorieën ouderen en de mogelijke voorwaarden waaraan systematische preventie zou moeten voldoen. De bestaande vormen van systematische preventie gericht op (behoud van) gezondheid van ouderen bleken vooral lokaal georganiseerd en wisselden per huisartspraktijk. Ook veel wijkgerichte voorlichting gebeurde in de vorm van (tijdelijke) projecten. In een recente raadpleging bleek het rapport nog steeds zeer actueel: in een continue zorg- en welzijnsaanbod voor ouderen gericht op systematische preventie is tot op heden (nog) niet voorzien. Het rapport pleitte in het bijzonder voor een gerichte benadering van ouderen die tot een risicogroep behoren, bij voorkeur dan alle ouderen hetzelfde pakket preventieve maatregelen aan te bieden. Dit voorstel heeft deze conclusies en aanbevelingen omgezet in een transitie-experiment dat 2 onderdelen bevat. Allereerst wordt in 5 huisartsenpraktijken een validatiestudie uitgevoerd van een screeningsinstrument (Identification of Seniors At Risk, ISAR, McCusker 1999) ter vroegtijdige herkenning van die ouderen met een verhoogd risico op functieverlies. Het voorstel bevat tevens een experiment waarin het bieden van systematische preventie door de inzet van een zorgcoördinator in de huisartsenpraktijk centraal staat. De zorgcoördinator gaat bij ouderen met een verhoogd risico op functieverlies proactief op zoek naar geriatrische problemen en probeert deze vervolgens met een integraal behandel-en adviesplan te interveniëren. Het uiteindelijke doel is alle ouderen met een verhoogd risico op functieverlies en die daardoor bedreigd worden in hun zelfredzaamheid, een zo lang mogelijk behoud van functionaliteit te bieden. Dit transitieproject wordt uitgevoerd met de werkgroepen Ouderenzorg van de HuisartsenKring Amsterdam en van de Zorggroep Almere, de Stichting Amsterdamse gezondheidscentra, de GGD en een aantal thuiszorgorganisaties (oa Cordaan, Buurtzorg). De resultaten van het transitievoorstel zullen wetenschappelijk worden geëvalueerd met de vakgroep Huisartsengeneeskunde en de onderafdeling Ouderengeneeskunde in nauwe samenwerking met de Klinische Epidemiologie, Biostatistiek en Bioinformatica, de Klinische Informatiekunde en de afdeling Sociale Geneeskunde van het Academisch Medisch Centrum. Ouderen afkomstig van de PCOB Diemen, de WOUW en de ANBO nemen als monitor deel aan dit project. De CABO treedt op als adviseur en bewaakt ook in dit voorstel de ethnische diversiteit. Allen zijn partners van het regionale geriatrie netwerk de KringOuderenzorg AMC & partners, afgekort de KOZ (zie ook www.kozamc.nl). De belangrijkste, innovatieve en experimentele onderdelen van dit transitieproject (afgekort T1) zijn: 1. Het ontwikkelen van een systematische screening om ouderen met een verhoogd risico op functieverlies in de eerste lijn tijdig te detecteren (FASE 1) 2. Zorgcoördinatie als een combinatie van diseasemanagement en casemanagement dat zal worden ingevuld vanuit de verdere ontwikkeling en invoering van de functie van praktijkverpleegkundige ouderenzorg (FASE 2) 3. De ontwikkeling en invoering van een toolkit die zowel een diagnostisch instrumentarium (oa valide vragenlijsten) als evidence/best practise based interventies bevat om geriatrische problemen te herkennen en doeltreffend te benaderen (FASE 2) 4. De invoering van een multidisciplinair zorgdossier voor hoog-risico ouderen (FASE 2) FINANCIELE BORGING De onderdelen van dit experiment die hun waarde hebben bewezen, zullen worden onderzocht op hun mogelijkheden om in het huidige zorgaanbod te worden ingepast of wellicht elementen kunnen vervangen. Hiertoe is een werkgroep bekostigingsvraagstukken opgericht met partners uit de KOZ, aangevuld met externe experts op dit terrein. SAMENHANG MET ANDERE PROJECTEN Andere transitie- en onderzoeksprojecten van de KOZ, zoals T2 en het ICOVE voorstel, hangen nauw samen met dit voorstel. De eventueel te verwachten methodologische vraagstukken die hieruit voort kunnen vloeien zullen worden bewaakt en tijdig worden opgepakt.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
313020201
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2009
2014
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. S.E.J.A. de Rooij
Verantwoordelijke organisatie:
Amsterdam UMC - locatie AMC