Mobiele menu

Broadening the scope on Whole-Exome Sequencing (WES) in pediatric practice: decision-making in parents of (expected-) competent children

Projectomschrijving

Samenvatting na afronding

Whole exome sequencing (WES) is een nieuwe genetische methode waarbij alle eiwitcoderende regionen (exomen) van het menselijke genoom in kaart worden gebracht om een verklaring te vinden voor een onbegrepen aandoening.
De methode kan echter ook aanleg opsporen voor andere aandoeningen die ongerelateerd zijn aan de hulpvraag, zogenaamde neven- of incidentele bevindingen oftewel bijvangst. Deze extra informatie roept de vraag op hoe WES zo verantwoord mogelijk gebruikt kan worden in de praktijk.

Dit project heeft zich gericht op het verantwoord gebruik van WES bij kinderen die wilsbekwaam zullen worden, maar nog niet staat zijn om eigen beslissingen te maken (‘toekomstige autonomie’). Het is het vervolg op project 731010005 waarin overwegingen van ouders centraal stonden wiens kinderen naar alle waarschijnlijkheid niet wilsbekwaam zullen worden.

In het huidige project zijn interviews verricht bij ouders en enkele adolescenten (< 16 jaar) die hun keuze voor WES gemaakt hadden (maar vóor dat zij de uitslag hadden ontvangen) om te begrijpen wat hun belemmeringen, bezwaren en overwegingen zijn in die keuze.
De kwalitatieve analyse van deze interviews levert op dat ouders soortgelijke motieven hebben om WES te willen voor hun kind als in de eerdere studie. Ook ten aanzien van al dan niet terugkoppeling van bijvangst zijn hun motieven grotendeels overeenkomstig.
Echter, opvallend is dat ouders slechts sporadisch en indirect de toekomstige autonomie van hun nu nog minderjarig kind als reden noemden om wellicht af te zien van WES (of uit te stellen), ook wanneer hun kind reeds adolescent was.

Resultaten

De resultaten van deze twee projecten tezamen geven een indrukwekkende inkijk in het keuzeproces van ouders rondom WES voor hun kind. Eerdere resultaten gaven reeds input aan nieuw informatie- en voorlichtingsmateriaal, zowel binnen het UMC Utrecht als op landelijk niveau. Het recente project geeft additionele handvatten voor de genetisch counsellor om in counselling rond WES ook het perspectief van het kind gegeven al dan niet toekomstige autonomie expliciet te belichten, naast doorvragen op overwegingen van ouders, om zodoende binnen een ‘shared-decision making’ model tussen ouders en professional een verantwoorde keuze voor het kind te maken.


Samenvatting bij start

Whole exome sequencing (WES) is een nieuwe genetische methode waarbij alle eiwit-coderende regionen (exomen) van het menselijke genoom in kaart worden gebracht om een verklaring te vinden voor een onbegrepen aandoening. De methode kan echter ook aanleg opsporen voor andere aandoeningen die ongerelateerd zijn aan de hulpvraag. Deze extra informatie roept de vraag op hoe WES zo verantwoord mogelijk gebruikt kan worden in de praktijk.

Dit project richt zich op het verantwoord gebruik van WES bij kinderen die hoogstwaarschijnlijk wilsbekwaam zullen worden. Hierbij wordt ethisch onderzoek gedaan naar thema’s zoals ‘geïnformeerde toestemming van ouders’, ‘instemming van kinderen’ en ‘(toekomstige) autonomie’. Ook worden focusgroepen gehouden met ouders van kinderen die WES voorgesteld hebben gekregen, om te begrijpen wat hun belemmeringen, bezwaren en overwegingen zijn. Aan de hand van het ethisch onderzoek en de focusgroepen zullen concrete aanbevelingen worden gedaan voor de praktijk.

Dit project is het vervolg op 731010005.
 

Meer informatie

Producten

Titel: Scanning the body, sequencing the genome: dealing with unsolicited findings
Auteur: R. Wouters, C. Cornelis, A.J. Newson, E. Bunnik, A.L. Bredenoord
Titel: Parents, their children, whole exome sequencing and unsolicited findings: growing towards the child’s future autonomy
Auteur: Aad Tibben Wybo Dondorp Candice Cornelis Nine Knoers Eva Brilstra Marieke van Summeren Ineke Bolt
Magazine: European Journal of Human Genetics
Titel: ‘We Should View Him as an Individual’: The Role of the Child’s Future Autonomy in Shared Decision-Making About Unsolicited Findings in Pediatric Exome Sequencing
Auteur: W. Dondorp I. Bolt A. Tibben G. De Wert M. Van Summeren
Magazine: Health Care Analysis
Titel: Diagnostic whole exome sequencing in pediatrics
Auteur: C. Cornelis, A. Tibben, W. Dondorp, M. van Haelst, A. Bredenoord, N. Knoers, M. Düwell, I. Bolt, M. van Summeren
Titel: Should we expect the unexpected? Dealing with unsolicited findings in research and clinical practice
Auteur: C. Cornelis, A. Tibben, W. Dondorp, M. van Haelst, A. Bredenoord, N. Knoers, M. Düwell, I. Bolt, M. van Summeren.
Titel: Ethical issues in clefting diagnostics
Auteur: R. Wouters & C. Cornelis

Verslagen


Eindverslag

Whole exome sequencing (WES) is een nieuwe genetische methode waarbij alle eiwit-coderende regionen (exomen) van het menselijke genoom in kaart worden gebracht om een verklaring te vinden voor een onbegrepen aandoening. De methode kan echter ook aanleg opsporen voor andere aandoeningen die ongerelateerd zijn aan de hulpvraag, zogenaamde neven- of incidentele bevindingen oftewel bijvangst. Deze extra informatie roept de vraag op hoe WES zo verantwoord mogelijk gebruikt kan worden in de praktijk. Dit project heeft zich gericht op het verantwoord gebruik van WES bij kinderen die wilsbekwaam zullen worden, maar nog niet in staat zijn om eigen beslissingen te maken (“toekomstige autonomie”), en is het vervolg op ZonMW-project 731010005 waarin overwegingen van ouders wiens kinderen naar alle waarschijnlijkheid niet wilsbekwaam zullen worden centraal stonden. In het huidige project werden interviews verricht bij ouders en enkele adolescenten (< 16 jaar) die hun keuze voor WES gemaakt hadden (maar vóor dat zij de uitslag hadden ontvangen) om te begrijpen wat hun belemmeringen, bezwaren en overwegingen zijn in die keuze. De kwalitatieve analyse van deze interviews levert op dat ouders soortgelijke motieven hebben om WES te willen voor hun kind als in de eerdere studie. Ook t.a.v. al dan niet terugkoppeling van bijvangst zijn hun motieven grotendeels overeenkomstig. Echter, opvallend is dat ouders slechts sporadisch en indirect de toekomstige autonomie van hun nu nog minderjarig kind als reden noemden om wellicht af te zien van WES (of uit te stellen), ook wanneer hun kind reeds adolescent was. De resultaten van deze twee projecten tezamen geven een indrukwekkende inkijk in het keuzeproces van ouders rondom WES voor hun kind. Eerdere resultaten gaven reeds input aan nieuw informatie- en voorlichtingsmateriaal, zowel binnen het UMC Utrecht als op landelijk nivo. Het recente project geeft additionele handvatten voor de genetisch counselor om in counseling rond WES ook het perspectief van het kind gegeven aldan niet toekomstige autonomie expliciet te belichten, naast doorvragen op overwegingen van ouders, om zodoende binnen een “shared-decision making” model tussen ouders en professional een verantwoorde keuze voor het kind te maken.
Whole exome sequencing (WES) is een nieuwe genetische methode waarbij alle eiwit-coderende regionen (exomen) van het menselijke genoom in kaart worden gebracht om een verklaring te vinden voor een onbegrepen aandoening. De methode kan echter ook aanleg opsporen voor andere aandoeningen die ongerelateerd zijn aan de hulpvraag. Deze extra informatie roept de vraag op hoe WES zo verantwoord mogelijk gebruikt kan worden in de praktijk. Dit project richt zich op het verantwoord gebruik van WES bij kinderen die hoogstwaarschijnlijk wilsbekwaam zullen worden. Hierbij wordt ethisch onderzoek gedaan naar thema’s zoals ‘geïnformeerde toestemming van ouders’, ‘instemming van kinderen’ en ‘(toekomstige) autonomie’. Ook worden interviews gehouden met ouders van kinderen die WES voorgesteld hebben gekregen, om te begrijpen wat hun belemmeringen, bezwaren, en overwegingen zijn. Aan de hand van het ethisch onderzoek en de interviews zullen concrete aanbevelingen worden gedaan voor de praktijk.

Samenvatting van de aanvraag

Whole exome sequencing (WES) maps the protein coding regions of the genome and can be used to unravel suspected, yet unclarified, genetic disorders. WES may reveal to diagnosis but may also lead to incidental findings (IF). Such findings can be either medically actionable, either immediately or only in the future, or non-actionable, may have reproductive significance and consequences for family members. Besides IF, WES may also lead to variants of unknown/unclear significance (VUS) that may only become interpretable with future scientific insights. WES raises ethical questions regarding the disclosure of incidental findings and an optimal informed consent procedure. In our previous ZonMw project (ZonMw 731010005, completed in October 2015), we conducted an empirical-ethical study of parents’ views and experiences regarding the informed consent procedure for WES for their children. However, as WES was first introduced into clinical pediatric practice at UMC Utrecht (UMCU) for the indications intellectual disability with/without multiple congenital abnormalities, these children were not expected to develop into competent adults, meaning that their future autonomy rights were, in so far, not at stake. The UMCU has now expanded the range of indications for WES beyond conditions involving intellectual disability. The use of WES in this context raises ethical questions that differ from the context of incompetent children. Since the child cannot decide upon the testing, the parents are asked to give their proxy consent. Competent adults may have the right to remain ignorant of genetic information regarding themselves but do parents have ‘the right not to know’ with regard to certain IF that may results from WES about their child? Is it morally acceptable to give parents the option of indicating that they do not want to be informed about IF, with no further qualification or condition? Should parents be informed if the condition is treatable but not yet in childhood? Do parents have the right to know in case of a severe, untreatable late onset disorder? Or does such a right to know infringe upon the right to an open future of the child? Furthermore, is there a difference being a parent of a very young child versus being parent of an older child? When can children be qualified as competent to play a role in the decision-making process? In other words, what may parents decide for their children who are expected to become competent? Finally, are parents capable to understand and oversee the complex information and consequences of WES? And what are the practical limitations or concerns that need to be taken into account when devising concrete informed consent procedures? This research proposal is a follow-up study regarding parental experiences of (expected-)competent (EC) children, the scope and limits of parental autonomy and parental en professional responsibility, a right (not) to know, and children’s interests and (future) autonomy. This project focuses on how the possibility of future autonomous decision-making of the child further complicates decision-making process for diagnostic WES, as investigated in the previous project. An empirical study using focus groups into the views and experiences of parents of EC children will inform the ethical analysis. Together with the results of the previous study, both projects will provide guidelines how a responsible informed consent policy for WES in pediatrics including counseling en re-contact procedures should designed.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
731010013
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2016
2019
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Dr. M.J.H. van Summeren MD PhD
Verantwoordelijke organisatie:
Universitair Medisch Centrum Utrecht