Mobiele menu

Werken volgens de principes van het Wraparound Care model (WCM) binnen de Opvoedpoli: benutten van eigen kracht en sociaal netwerk van het gezin en de regie bij het gezin zelf. Het eerste onderzoek naar de werkzaamheid van het WCM in Nederland.

Projectomschrijving

De huidige manier van werken in de jeugdzorg en -ggz, met behulp van het diagnose-behandelmodel, is duur en werkt niet goed op de lange termijn (Hermanns, 2010). Met de transitie van de jeugdzorg ontstaan er nieuwe kansen om de zorg beter en efficienter te organiseren. Bestaande problemen kunnen mogelijk worden opgelost door het realiseren van community-based integrale zorg op maat. Het Wraparound Care Model (WCM), waarop de werkwijze van De Opvoedpoli gestoeld is, is hiervan een voorbeeld.  Het in de VS bewezen effectieve model is middels actieonderzoek aangepast aan de Nederlandse situatie en wordt sindsdien steeds meer toepast in Nederland. De werkzaamheid van het model is nu in Nederland onderzocht.

Verslagen


Eindverslag

Gemeenten zijn bezig met het implementeren van integrale community based zorgmodellen zoals het Wraparound Care model (WCM), terwijl de doeltreffendheid en werkzaamheid in Nederland nog niet onderzocht zijn. Dit onderzoek, naar de doeltreffendheid en werkzaamheid van het WCM, het eerste in Nederland, bestaat uit twee deelstudies. Studie 1 richt zich op de doeltreffendheid van het WCM, waarbij gekeken wordt naar cliënttevredenheid van ouders, doelrealisatie op het door hen zelf geformuleerde hoofddoel en veranderingen in opvoedingsbelasting als indicator voor de druk van stressoren, gezinsfunctioneren en probleemgedrag van kinderen bij afronding van een WCM hulpverleningstraject. In studie 2, die gericht is op de werkzaamheid van het WCM, wordt een vergelijking gemaakt met de care as usual van de reguliere jeugdzorg, waarbij verandering in probleemgedrag van het kind in de WCM-groep wordt vergeleken met verandering in probleemgedrag van kinderen in een op demografische kenmerken en ernst van de problemen gematchte controle groep uit de jeugdzorg. Daarnaast is er een verdiepende studie uitgevoerd naar het gebruik van ‘eigen kracht versterkende technieken’ door professionals van de Opvoedpoli en naar de relatie tussen het gebruik van die technieken en de behandeluitkomst gemeten aan de hand van cliënttevredenheid, doelrealisatie, verandering in opvoedingsbelasting, gezinsfunctioneren en probleemgedrag van kinderen.

Het onderzoek verloopt zoals verwacht. Er zijn voldoende voormetingen gedaan en het aantal nametingen neemt gestaag toe. Eind maart 2015 verwachten wij de inclusie compleet te hebben en kunnen we analyses doen over de verschillen tussen voor- en nameting. Wij zijn met Stichting Benchmark GGZ in gesprek over de matchingsprocedure zodat we de beoogde vergelijkingsstudie kunnen uitvoeren. Daarnaast hebben we het aanbod gekregen om ook gebruik te maken van het TAZ-bestand (staat voor: Thans Aangeboden Zorg) van Project Nulmeting. Die mogelijkheid om met jeugdzorggegevens te vergelijken gaan we verkennen omdat het ons een zeer waardevolle aanvulling op het onderzoek lijkt.
Er zijn 3 scripties geschreven door masterstudenten van de Universiteit van Amsterdam waarbij gebruik is gemaakt van de eerste voorlopige onderzoeksgegevens en die resultaten zijn veelbelovend. De klankbordgroep is in oktober bij elkaar gekomen en was enthousiast, maar deelde onze mening dat de gegevens omtrent eigen kracht wat achter blijven bij de rest. We hebben met elkaar gebrainstormd en besloten een stagiaire in te zetten om meer informatie omtrent eigen kracht uit de dossiers te halen en het cliëntenplatform te vragen een aantal exit-interviews te houden met cliënten rondom dit thema. Totdat alle data binnen zijn, spannen wij ons in om de externe data voor de vergelijkingsstudie te verkrijgen, bereiden we de syntaxen voor het opschonen van de gegevens, het koppelen van de bestanden en het draaien van de analyses voor en beginnen we met het schrijven van de inleiding en methodesectie van de beoogde publicaties. We komen eind maart weer bijeen met de klankbordgroep. De eerste resultaten hopen we op het congres jeugdzorg in onderzoek te mogen presenteren.

Samenvatting van de aanvraag

Met de transitie van de jeugdzorg ontstaan er nieuwe kansen om de zorg beter en efficiënter te organiseren. De huidige manier van werken in de jeugdzorg, exclusief vertrekkend vanuit het diagnose-behandelmodel, is duur, werkt niet in alle situaties goed en kan een aantal ongewenste neveneffecten hebben. (Hermanns, 2010). Een alom gewenste oplossing voor de bestaande problemen in de jeugdzorg is het realiseren van community-based integrale zorg op maat. Het Wraparound Care model (WCM), waarop de werkwijze van De Opvoedpoli gestoeld is, is hiervan een voorbeeld. Het WCM wordt in de VS op grote schaal toegepast en er is inmiddels nog al wat evidentie voor effectiviteit. Het model is middels actieonderzoek aangepast aan de Nederlandse situatie. Bij De Opvoedpoli is er een procesevaluatie uitgevoerd waarvan het werken volgens het model onderdeel uitmaakte (ISO-certificering behaald). Het voorgestelde quasi-experimentele onderzoek is het eerste onderzoek naar de werkzaamheid van het WCM in Nederland. Er zal een voor- en nameting uitgevoerd worden en een follow-up. Het onderzoek richt zich op meerdere uitkomstmaten, te weten: doelrealisatie, eigen kracht, sociaal netwerk, psychologisch welbevinden, opvoedingsbelasting en gezinsfunctioneren. Hierdoor zal inzicht worden verkregen in de werkzame factoren van het WCM en kan het model worden verbeterd al naar gelang de verandering in de verschillende domeinen. Etnische achtergrond, geslacht en leeftijd een aard en ernst van de aanvangsproblematiek zullen in ieder geval als potentiële moderatoren worden onderzocht. Door de uitkomsten voor verschillende doelgroepen te vergelijken, wordt inzicht verkregen in de mate waarin het WCM effectief is voor jongens en meisjes, verschillende etnische groepen, groepen verschillend in aard en ernst van de problematiek bij aanvang en verschillende leeftijdsgroepen. Door vergelijking met een controlegroep kan het WCM op niveau 4 gebracht worden van de effectladder (van Yperen & Veerman, 2008). Het onderzoek zal plaatsvinden op alle vestigingslocaties van De Opvoedpoli. De resultaten van dit onderzoek dragen bij aan een verdere professionalisering van De Opvoedpoli en daarmee betere zorg voor cliënten, maar daar blijft het niet bij. Wij willen ook een bijdrage leveren aan de versterking van effectiviteit en efficiency van het Nederlandse jeugdbeleid. We denken dat dit onderzoek waardevolle informatie op zal leveren met het oog op de transitie. Hierbij valt te denken aan informatie over bij welke gezinnen en onder welke omstandigheden het WCM het beste werkt. Daarbij betekent uitvoering van dit onderzoek tevens de ontwikkeling van een gedegen evaluatiesysteem dat straks, na de transitie, door gemeenten en andere instellingen overgenomen kan worden om de werkzaamheid van geleverde zorg te monitoren en de zorg te blijven ontwikkelen opdat die beter en goedkoper wordt. Door naast het veranderingsonderzoek ook een vergelijkingsstudie uit te voeren draagt het onderzoek tevens bij aan het evidence-based werken in de jeugdzorg. Het onderzoek zal uitgevoerd worden door De Opvoedpoli in samenwerking met de UvA en Prof. J. Hermanns van H&S Consult.

Kenmerken

Projectnummer:
729111002
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2013
2015
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
S. de Klerk
Verantwoordelijke organisatie:
FamilySupporters B.V.