Mobiele menu

Thema 2. Preventie en behandeling van angst en depressie bij kinderen en jeugd.

Projectomschrijving

Onderzoek

In dit onderzoek is op verschillende manieren gekeken welke kernelementen van cognitieve gedragstherapie (CGT) de belangrijkste bijdrage leveren aan de werkzaamheid ervan bij angst en depressie bij kinderen en jongeren. CGT bestaat uit verschillende onderdelen, zoals exposure (waarbij jongeren met angstklachten oefenen met beangstigende situaties die ze het liefst uit de weg gaan) en activatie (waarbij sombere jongeren weer activiteiten gaan doen waar ze vroeger wel energie uithaalden). We brachten in kaart welke kernelementen in welke interventies zitten. Vervolgens keken we welke kernelementen vooral effectief zijn, bijvoorbeeld door de resultaten van verschillende (inter)nationale onderzoeken samen te nemen en dan te kijken naar de effectiviteit van de kernelementen. Ook deden we grote studies op scholen en in de GGZ om te kijken wat behandelingen effectief maakt, we hebben professionals bevraagd, en hielden gesprekken met ouders, kinderen en professionals.

Resultaten

We vonden consistent aanwijzingen dat cognitieve gedragstherapie (CGT), in allerlei vormen, helpt bij het verminderen van angst- en stemmingsklachten en -stoornissen.
Over angst vonden we dat de kernelementen modelling en terugvalpreventie bijdroegen aan een beter behandelresultaat en dat jeugdigen met ernstigere klachten minder baat hebben bij behandeling dan jeugdigen met mildere klachten. Ook is exposure een belangrijk kernelement en blijken verschillende uitvoeringen effectief, zoals uitgevoerd door een behandelaar in een instelling, of als huiswerk door ouders of kind. Exposure in grote of kleine stappen waren effectief, met iets betere resultaten voor exposure waarbij stap-voor-stap met kleine stappen werd geoefend.

Bij depressie vonden we uit bestaande onderzoeken dat activatie en gedachten uitdagen belangrijke kernelementen zijn, naast het betrekken van ouders bij de behandeling. Verder zijn ontspanningsoefeningen en probleem oplossen de belangrijkste kernelementen van CGT bij depressie. De volgorde waarin deze kernelementen werden aangeboden maakte niet uit.

De onderzoeken laten zien dat een aantal kernelementen belangrijk is om aan te bieden. In de praktijk blijkt dat een groot deel van de behandelingen niet alle belangrijke kernelementen bezit.

De modules die ontwikkeld zijn in het huidige onderzoek zijn online beschikbaar gesteld met instructie-video’s zodat professionals ze kunnen gebruiken (www.vgct.nl/protocollen).

Dit project is een vervolg op project 729300002.

Meer informatie

In dit interview vertelt de projectleider hoe er binnen het consortium op innovatieve wijze gewerkt wordt aan effectonderzoek op het betreffende thema en hoe dit bijdraagt aan een nog effectievere praktijk en betere hulp voor kinderen en gezinnen. 

Producten

Titel: Gebruik van behandelprotocollen door professionals
Auteur: Anna van Spanje-Hennes
Titel: Individual patient data meta-analysis of cognitive behavioral therapy versus inactive conditions for youth depression
Auteur: Matthijs Oud, Eirini Karyotaki, Lars de Winter, Wouter den Hollander, Evelien Vermeulen-Smit, Yvonne Stikkelbroek, Maaike Nauta, Lisanne Stone, Marieke van den Heuvel, Reham Al Taher, Ireen de Graaf, Tim Kendall, Rutger Engels, Pim Cuijpers, Denise Bodden
Link: http://www.crd.york.ac.uk/PROSPERO/display_record.php?ID=CRD42019124345
Titel: Kostenvragenlijst
Auteur: Denise Bodden & Carmen Dirksen (resp. Universiteit Utrecht en Academisch Ziekenhuis Maastricht)
Titel: Schalenboek en onderzoeksprotocol Microtrials Depressie
Auteur: Marieke van den Heuvel
Titel: Kostenvragenlijst
Auteur: Denise Bodden & Carmen Dirksen (resp. Universiteit Utrecht en Academisch Ziekenhuis Maastricht)
Titel: Taxonomie
Auteur: Aanvulling van Consortium Angst& Depressie op de generieke taxonomie
Titel: 4 werkboekjes voor kinderen: STAR (Solve, Think, Act, Relax... and repeat!
Auteur: Marieke van den Heuvel en Denise Bodden (Trimbos-instituut en Universiteit Utrecht)
Titel: STARr-training
Auteur: Marieke van den Heuvel, Denise Bodden, Rachel de Jong, Maaike Nauta, Yvonne Stikkelbroek
Link: https://www.vgct.nl/themas/themas/protocollen/starr-training
Titel: Durfpoli-protocol
Auteur: Rachel de Jong, Miriam Lommen, Wiljo van Hout, Rosa Bos, Maaike Nauta
Link: https://www.vgct.nl/themas/themas/protocollen/durfpoli-protocol
Titel: Using Multiple Contexts and Retrieval Cues in Exposure-Based Therapy to Prevent Relapse in Anxiety Disorders
Auteur: de Jong, Rachel, Lommen, Miriam J.J., de Jong, Peter J., Nauta, Maaike H.
Magazine: Cognitive and Behavioral Practice
Link: http://www.sciencedirect.com/science/article/abs/pii/S1077722918300488?via%3Dihub
Titel: Therapists’ characteristics associated with the (non-)use of exposure in the treatment of anxiety disorders in youth: A survey among Dutch-speaking mental health practitioners
Auteur: de Jong, Rachel, Lommen, Miriam J.J., van Hout, Wiljo J.P.J., de Jong, Peter J., Nauta, Maaike H.
Magazine: Journal of Anxiety Disorders
Link: https://doi.org/10.1016/j.janxdis.2020.102230
Titel: Effectiveness of CBT for children and adolescents with depression: A systematic review and meta-regression analysis
Auteur: Oud, Matthijs, de Winter, Lars, Vermeulen-Smit, Evelien, Bodden, Denise, Nauta, Maaike, Stone, Lisanne, van den Heuvel, Marieke, Taher, Reham Al, de Graaf, Ireen, Kendall, Tim, Engels, Rutger, Stikkelbroek, Yvonne
Magazine: European Psychiatry
Titel: Dismantling the relative effectiveness of core components of cognitive behavioural therapy in preventing depression in adolescents: protocol of a cluster randomized microtrial
Auteur: van den Heuvel, Marieke W. H., Bodden, Denise H. M., Moerbeek, Mirjam, Smit, Filip, Engels, Rutger C. M. E.
Magazine: BMC Psychiatry
Titel: Diverse nationale en internationale presentaties over Angst
Auteur: M Nauta, R de Jong
Titel: Diverse nationale en internationale presentaties over Depressie
Auteur: D Bodden, M van de Heuvel
Titel: Powerpoint Presentatie Microtrials Angst Refereerbijeenkomst Accare (13-12-2106)
Auteur: Rachel de Jong, MSc
Titel: Handleidingen voor trainingen voor modules depressie
Auteur: Marieke van den Heuvel en Denise Bodden (resp. Trimbos-instituut en Universiteit Utrecht)

Verslagen


Eindverslag

In dit onderzoek is op verschillende manieren gekeken welke kernelementen van cognitieve gedragstherapie (CGT) de belangrijkste bijdrage leveren aan de werkzaamheid ervan bij angst- en stemmingsklachten en -stoornissen, bij kinderen en jongeren. CGT bestaat uit verschillende onderdelen, zoals exposure (waarbij jongeren met angstklachten oefenen met beangstigende situaties die ze het liefst uit de weg gaan) en activatie (waarbij sombere jongeren weer activiteiten gaan doen waar ze vroeger wel energie uithaalden). Met een scoringssysteem (taxonomie) brachten we in kaart welke kernelementen in welke interventies zitten. Vervolgens keken we welke kernelementen vooral effectief zijn, bijvoorbeeld door de resultaten van verschillende (inter)nationale onderzoeken samen te nemen en dan te kijken naar de effectiviteit van de kernelementen. Ook deden we grote studies op scholen en in de GGZ om te kijken wat behandelingen effectief maakt, we hebben professionals bevraagd, en hielden gesprekken met ouders, kinderen en professionals. Op basis van de resultaten uit de verschillende onderzoeken met heel verschillende onderzoeksmethoden konden we een aantal voorlopige conclusies trekken over werkzaamheid van sommige kernelementen en aanbevelingen doen voor implementatie en voor vervolgonderzoek.

In de periode juni 2016 - juni 2017 zijn de deeltrajecten van dit project opgezet en is een start met de uitvoering gemaakt. De vier trajecten zijn:
Traject 1: Aanvullen en optimaliseren van de informatie uit fase 1, namelijk:
a) het onderzoeken van alle behandelprotocollen en handleidingen via de nieuwe taxonomie en nagaan wat voor elementen voorkomen in de protocollen (dit is gedaan in fase 1) en hoe de elementen erin voorkomen;
b) uitbreiden van de professional survey door een groter aantal professionals in diverse werksettingen te ondervragen over hun ervaringen ten aanzien van de bruikbaarheid van de verschillende programma’s in de praktijk.
Traject 2: Mega-analyses: secundaire analyses op bestaande data door uitvoering van meta-regressies en mega-analyses. Hiermee krijgen we zicht op welke elementen in een protocol zorgen voor meer effectiviteit, wanneer deze werkzaam zijn en voor/door wie.
Traject 3: Twee microtrials (angst en depressie) en een klinische trial
Deze serie trials geeft inzicht in de vorm en dosering van behandelelementen gericht op angst en depressie. Bij de trial angst betreft het exposurebehandeling, en de additionele effectiviteit van cognitieve herstructurering en ontspanningsoefeningen. Bij de trial depressie betreft het cognitieve herstructurering, gedragsactivatie, probleemoplossingsvaardigheden en ontspanningsoefeningen.
Traject 4: Kosteneffectiviteit
De kosten en baten van de in fase 1 geïnventariseerde programma’s worden geïnventariseerd. Er wordt inzicht gekregen in de kosten effectiviteit van de elementen in de microtrials.

Samenvatting van de aanvraag

Van alle psychische problemen bij jeugd komen angst en depressie het meest voor. Deze problemen hebben veel nadelige consequenties voor het welbevinden op korte en lange termijn en leiden tot hoge kosten in de gezondheidszorg. Goede behandeling (zowel preventief als curatief) is noodzakelijk, maar het aantal interventieprogramma’s is de afgelopen jaren de pan uit gerezen. Dit vraagt om een kritische evaluatie van de inhoud, de kwaliteit, de mate van overlap en onderscheidend vermogen van de beschikbare programma’s en hun toepasbaarheid binnen de hulpverleningspraktijk. Het is uiteindelijk de bedoeling het aantal programma’s terug te brengen naar een set die bewezen effectief is, aanvullend is en niet (volledig) overlappend, en bruikbaar is binnen de Nederlandse jeugdhulp. In fase 1 is reeds een start gemaakt met deze evaluatie. De in Nederland beschikbare en de relevante buitenlandse programma’s zijn in kaart gebracht en geanalyseerd op o.a. structuur- en inhoudskenmerken. Ook is de stand van zaken in de wetenschap over angst en depressie behandeling in kaart gebracht en is er gekeken naar kosteneffectiviteit. Hieruit is gebleken dat er inderdaad een groot aantal angst en depressie programma’s is (N=58) die veel overeenkomstige factoren bevatten, zowel op inhoud (dwz dezelfde behandelelementen) als op structuur (bijv. dezelfde doelgroepen). Veel van deze programma’s laten positieve resultaten zien, maar de kwaliteit van het onderzoek laat vaak te wensen over. Ook in de wetenschappelijke literatuur is de afgelopen decennia veel herhaling terug te zien in type studies. De meeste studies hebben gekeken naar of programma’s voor angst en depressie bij jeugdigen in zijn totaliteit werken, en weinig voor WIE ze werken en niet tot nauwelijks WAT er precies werkt en HOE. Ook naar kosteneffectiviteit is nauwelijks onderzoek gedaan. Er is momenteel onvoldoende kennis om met voldoende empirische evidentie adviezen te geven voor indikken. Het overzicht van al deze bevindingen in fase 1 biedt wel een uitstekend beginpunt om de jeugdhulp in Nederland een boost te geven tot kwaliteitsverbetering ten aanzien van angst- en depressiebehandeling. We doen dit in fase 2 door met vier parallelle trajecten precies in te steken op de hiaten die in fase 1 geconstateerd zijn. Met Traject 1 (Aanvullen en optimaliseren van fase 1) beogen we het overzicht van de programma’s te completeren door van alle in fase 1 geïnventariseerde programma’s informatie te verzamelen over HOE de verschillende elementen precies vorm krijgen en hoe ze in de praktijk gebruikt worden. Met Traject 2 (Secundaire analyses van bestaande data uit fase 1) willen we datasets opvragen, zowel Nederlandse als internationaal, om nadere analyses te doen gericht op het ontdekken van de effectiviteit voor verschillende doelgroepen (voor WIE), cliënt- en hulpverlenerkenmerken (door WIE), werkzame elementen (WAT) en factoren die daarmee samenhangen zoals dosering en volgorde (HOE). In Traject 3 voeren we een aantal microtrials uit waarbij we doelgericht elementen onderzoeken op hun effectiviteit (WAT), zowel losstaand als in relatie tot elkaar, en betreffende dosering en sequentie (HOE). We gebruiken hierbij microtrials (kleine experimentele designs) die we inzetten voor onderzoek naar werkzame elementen bij subklinische angst en depressie (geïndiceerde preventie). Daarnaast onderzoeken we ook bij klinische doelgroepen welke elementen werkzaam zijn. In Traject 4 brengen we de kosten in kaart, en komen we tot een indicatie voor de kosteneffectiviteit van verschillende programma’s/elementen. Met de kennis uit de Trajecten 2, 3 en 4 beogen we niet alleen een betere evaluatie uit te voeren van de programma’s voor angst en depressie uit Traject 1, maar ook concretere adviezen te geven over de manier waarop ingedikt moet worden. De werkzame elementen worden voorzien van een duidelijke techniekbeschrijving, waardoor ze direct bruikbaar zijn voor de hulpverleningspraktijk, scholing en training en voor toekomstig onderzoek. In overleg met NJi, ZONMW en andere consortia wordt bekeken hoe deze kennis het beste gecentraliseerd kan worden, zodat het toegankelijk is voor een breed gebruikerspubliek.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
729300012
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2016
2020
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Dr. M. van Bon
Verantwoordelijke organisatie:
Trimbos-instituut