Mobiele menu

Evaluatie jeugd-ggz

Projectomschrijving

Conclusie

4 jaar na invoering van de Jeugdwet is het werkveld, waaronder ook de jeugd-ggz, nog steeds in beweging. Er is nog geen eenduidige, door de verschillende partijen gedragen, vertaling van de ambities van de Jeugdwet naar de praktijk van ondersteuning en hulp aan kinderen en gezinnen.
De jeugd-ggz opereert nog teveel als aparte sector binnen de jeugdhulp terwijl het juist de bedoeling van de Jeugdwet is integrale hulp en ondersteuning te bieden.
Dit is één van de conclusies uit het onderzoek dat is uitgevoerd naar de positie van de jeugd-ggz binnen het nieuwe stelsel van de jeugdhulp. De onderzoekers doen aanbevelingen over de toegang, triage, samenwerking, hoog-specialistische jeugd-ggz en leren. Aanleiding voor dit onderzoek vormde een motie van D66 in de Tweede Kamer.

Onderzoek

Het onderzoek is uitgevoerd door een samenwerkingsverband van het Nivel, het Nederlands Jeugdinstituut, Stichting Alexander, Tranzo en het Pon met subsidie van ZonMw. Het bestaat uit 2 deelstudies: één op landelijk niveau en één op lokaal niveau. De landelijke deelstudie geeft breed inzicht in de ervaringen en perspectieven van diverse actoren in het onderzochte werkveld. De lokale deelstudie biedt hierop verdieping en inzicht in de wijze waarop er lokaal invulling wordt gegeven aan de Jeugdwet.

Nieuws

Lees meer in het nieuwsbericht Jeugd-ggz en jeugdhulp nog te veel gescheiden werelden.

Producten

Titel: De jeugd-GGZ na de Jeugdwet
Auteur: Friele, R.D., Hageraats, R., Fermin, A., Bouwman, R., Zwaan, J. van der
Link: https://nivel.nl/sites/default/files/bestanden/De_jeugd_GGZ_na_de_Jeugdwet.pdf

Verslagen


Samenvatting van de aanvraag

Aanleiding

Op 21 juni 2018 is de eerste evaluatie van de jeugdwet behandeld in de Tweede Kamer. Hierbij is verzocht om een onderzoek naar de rol van de jeugd-ggz in het nieuwe stelsel van de jeugdhulp, gericht op knelpunten en oplossingen, in overleg met de sector, kinderen en hun ouders en jongeren. De minister van VWS heeft in reactie aangegeven graag te voldoen aan dit verzoek. In het onderhavige voorstel hebben we de opzet van dit onderzoek nader uitgewerkt.

Subsidieoproep en gesprekken met het veld

In de subsidieoproep van ZonMw is een aantal onderwerpen aan de orde gesteld, waar het onderzoek zich op zou kunnen richten. Daarnaast is, ter voorbereiding van dit onderzoeksvoorstel, en op verzoek van Zonmw, met verschillende vertegenwoordigers uit het veld gesproken. Er is gesproken met vertegenwoordigers van de Nationale jeugdraad, Jeugdzorg Nederland, de jeugd-ggz en gemeentes. Een gesprek met een vertegenwoordiger van de professionals is ingepland. Hen is met name gevraagd om aan te geven welke onderwerpen in het onderzoek aan de orde zouden moeten komen. In de gesprekken werd positief gereageerd op het voornemen voor dit onderzoek.

Door alle partijen werd benadrukt dat een onderzoek naar de jeugd-ggz is niet los te zien is van de veranderingen in het stelsel en ook niet los van de andere partijen in dit stelsel en de maatschappelijke context.

De inbreng uit de gesprekken met de verschillende partijen kon worden ondergebracht in drie thema’s:

(1) De visie op de zorginhoudelijke betekenis van de jeugd-ggz

(2) De rollen van de jeugd-ggz en de andere partijen in het stelsel.

(3) De impact van de Jeugdwet op de bestaande organisaties

De punten uit de subsidiebrief en de thema's uit de gesprekken zijn vervolgens verwerkt in een kader voor dit onderzoek.

Het kader van het onderzoek

In het onderzoek staan vijf thema's centraal: Toegang, Samenwerking, Triage, Acute kind en jeugd psychiatrie en Leren.

Voor elk van de thema's worden de volgende vragen gesteld:

- wat is de huidige situatie,

- welke knelpunten komen voor

- welke de perspectieven voor verbetering bestaan er, en

- wat zijn de consequenties voor de bestaande organisaties.

De informatie uit het onderzoek naar de vijf thema's wordt vervolgens gebruikt om inzicht te geven in de (visies op) de rol van de jeugd-ggz binnen de jeugdhulp.

De opzet van het onderzoek

Een belangrijke observatie in de evaluatie van de Jeugdwet is dat er niet ‘één praktijk’ is ontstaan, maar dat tussen gemeentes er veel en ook verschillende praktijken zijn ontstaan. Dat betekent dat een deel van de vragen zich niet ‘in algemene zin’ zal laten beantwoorden, maar dat het antwoord in ene gemeente een andere zal zijn dan in een andere gemeente. Voor dit onderzoek kiezen we daarom voor een gelaagde strategie: we verzamelen informatie op landelijk niveau en op gemeentelijk niveau.

Gegevens op landelijk niveau:

Voor de beschrijving van de huidige situaties op landelijk niveau doen we een beroep op CBS-cijfers over het gebruik van de jeugd-ggz, en de ontwikkelingen hierin over de tijd. Naast deze cijfers is er een groot aantal publicaties, uit onderzoek en door vertegenwoordigers van het veld, zoals bijvoorbeeld het onderzoek van de beroepsverenigingen op dit thema. Voor deze publicaties gaan we na of ze informatie bevatten over de vijf thema’s in dit onderzoek.

Voor de nadere inkleuring van de gegevens op landelijk niveau, vooral gericht op het verkrijgen van inzicht in de knelpunten, perspectieven voor verbetering en de gevolgen voor de organisaties, organiseren we 5 denktanks. In die denktanks komen de verschillende thema’s aan de orde.

Gegevens op gemeentelijk niveau:

In vijf gemeentes zullen case studies worden uitgevoerd. Daarbij wordt ingegaan op de rol van de jeugd-ggz, in samenhang met de andere actoren in de jeugdhulp. In deze case studies komende vijf thema's uit dit onderzoek weer aan de orde.

Uitvoering van het project

Voor de uitvoering van het project worden twee teams gevormd. Het ene team richt zich op de casus, het andere op het landelijke niveau. Beide teams richten zich inhoudelijk op de 5 thema's met de bijbehorende vragen.

Gedurende het onderzoeksproces hebben de teams met enige regelmaat overleg, om kennis en inzichten uit te wisselen.

Rapportage

De rapportage van dit onderzoek vindt plaats aan de hand van de vijf thema’s. De bevindingen uit die vijf thema’s worden vervolgens samen genomen om inzicht te geven in de (visies op) de rol van de jeugd-ggz binnen de jeugdhulp, de huidige situatie, knelpunten, perspectieven en de gevolgen voor de organisaties.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
729600004
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2018
2019
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. ir. R.D. Friele
Verantwoordelijke organisatie:
NIVEL