Mobiele menu

Empathie als succesfactor voor doelgerichte interventie

Projectomschrijving

Het onderzoek

Dit onderzoek richtte zich op de vraag in hoeverre succes van hulp wordt bepaald door het empathisch vermogen van jeugdpsychiatrische patiënten en hoe empathie is te versterken. Bij een grote groep jongeren in de forensische jeugdpsychiatrie zijn vragenlijsten afgenomen tijdens de intake en na zes maanden behandeling.

Resultaten

De resultaten laten zien dat empathie gerapporteerd door de patiënt toeneemt in de eerste zes maanden van behandeling. De toename in met name cognitieve empathie gaat gepaard met afname in probleemgedrag gerapporteerd door de therapeut. Meisjes rapporteren meer vooruitgang in cognitieve empathie dan jongens en dit sekseverschil is groter bij mannelijke dan bij vrouwelijke therapeuten.

Conclusie

Hoewel voorzichtigheid is geboden bij het trekken van conclusies lijkt het er op dat empathie van de patiënt een rol speelt in het therapeutisch proces. Vervolgonderzoek is nodig om te kunnen bepalen in hoeverre verandering in empathie het gevolg is van behandeling of van natuurlijke groei.

Verslagen


Eindverslag

Empathie, oftewel het vermogen je te kunnen verplaatsen in de gedachten en gevoelens van anderen, speelt een belangrijke rol in het therapeutisch proces. Niet alleen het empathisch vermogen van de therapeut is cruciaal, ook de patiënt moet aandacht kunnen schenken aan gedachten en gevoelens van zichzelf en anderen. Bij patiënten met een beperkt empathisch vermogen is dit niet vanzelfsprekend. Dit onderzoek richt zich op de vraag in hoeverre succes van hulp wordt bepaald door het empathisch vermogen van de patiënt en hoe empathie is te versterken. Het onderzoek is uitgevoerd door de Universiteit Utrecht in directe samenwerking met Accare Forensische Jeugd en Orthopsychiatrie (FJP). Accare FJP biedt ambulante hulp aan jongeren die door hun probleemgedrag met politie en justitie in aanraking zijn gekomen of dreigen te komen. Bij deze jongeren en hun behandelaren zijn vragenlijsten afgenomen om het verband tussen empathie als cliëntfactor en uitkomsten van behandeling te onderzoeken. Hoewel voorzichtigheid is geboden bij het trekken van conclusies op grond van de eerste resultaten, lijkt het er op dat empathie van de patiënt een rol speelt in het therapeutisch proces, dat empathie is te versterken tijdens reguliere behandeling en dat sekse (zowel van de patiënt als de therapeut) hierin een rol kan spelen. Vervolgonderzoek met controlegroep is nodig om te kunnen bepalen in hoeverre verandering in zelf-gerapporteerde empathie het gevolg is van behandeling of van natuurlijke groei. In een kleinere pilotstudie is het effect van multimodale behandeling op het empathisch functioneren van jongeren met ADHD geëxploreerd. De resultaten laten echter geen systematisch patroon zien en nodigen niet direct uit tot het doen van vervolgonderzoek naar de mogelijke effecten van multimodale behandeling op empathie in een 'randomized controlled trial' (RCT)

Het is bekend dat eigenschappen van de therapeut zoals warmte en empathie (oftewel, inlevingsvermogen) bepalend zijn voor de therapeutische relatie en daarmee ook voor behandelsucces. Veel minder weten we over de empathische gevoeligheid van de patiënt in relatie tot uitkomsten van behandeling. Dit onderzoek richt zich op de vraag in hoeverre succes van hulp wordt bepaald door het empathisch vermogen van de patiënt en hoe empathie is te versterken tijdens de behandeling. Het onderzoek wordt uitgevoerd door de Universiteit Utrecht in directe samenwerking met Accare Forensische Jeugd en Orthopsychiatrie (FJP). Accare FJP biedt ambulante hulp aan jongeren die door hun probleemgedrag met politie en justitie in aanraking zijn gekomen of dreigen te komen. Kennis over het empathisch functioneren van jeugdpsychiatrische patiënten in relatie tot behandelsucces is van belang om het therapeutisch proces te kunnen bevorderen, en daarmee het effect van behandeling te versterken.

Samenvatting van de aanvraag

Rationale: Empathie speelt een belangrijke rol in het therapeutisch proces. Een gebrek aan empathie bij de behandelaar of de patiënt kan er toe leiden dat de therapeutische band niet tot stand komt waardoor de behandeling minder effectief is. Er vanuit gaande dat de behandelaar zijn empathisch vermogen heeft ontwikkeld voor zijn/haar beroepsuitoefening, richt dit onderzoek zich op de vraag in hoeverre succes van hulp wordt bepaald door het empathisch vermogen van de patiënt en hoe empathie is te versterken om behandelsucces te vergroten. Vooral in het forensisch werkveld kunnen hulpverleners te maken krijgen met jeugdpsychiatrische patiënten die tijdelijk of misschien meer structureel empathisch disfunctioneren waardoor de therapeutische band niet of moeizaam tot stand komt. Het huidige onderzoek is een eerste aanzet om het empathisch functioneren van jeugdpsychiatrische patiënten in het forensisch veld te onderzoeken in relatie tot behandelsucces, samen met therapeutfactoren, zoals persoonskenmerken en empathische gevoeligheid. Het onderzoek zal worden uitgevoerd in directe samenwerking met Accare Forensische Jeugd en Orthopsychiatrie (FJP). Accare FJP biedt ambulante hulp aan jongeren tussen de 12 en 23 jaar die door hun probleemgedrag met politie en justitie in aanraking zijn gekomen of dreigen te komen. De meeste jongeren die zich aanmelden hebben psychische problemen (o.a. autismespectrum- en angststoornissen), bij ongeveer de helft is sprake van attention-deficit hyperactivity disorder (ADHD), disruptive behavior disorder (DBD) of comorbide ADHD/DBD. Jongeren met ADHD met of zonder comorbide DBD worden doorgaans behandeld met medicatie in combinatie met gedragstherapie en/of psycho-educatie. Op de werkvloer bestaat de indruk dat deze reguliere multimodale behandeling het empathisch vermogen van jongeren met ADHD met of zonder comorbide DBD versterkt. Empirische resultaten ontbreken en de vraag is of het empathisch vermogen verbetert bij jongeren met ADHD of alleen als er ook sprake is van comorbide DBD problematiek. In het huidige onderzoek zal daarom, naast een inventarisatie van het empathisch vermogen als succesfactor voor behandeling, in een pilotstudie ook het effect van de behandeling zelf op dit empathisch vermogen worden onderzocht. Doel van dit onderzoek is om inzicht te verwerven in (1) empathie als mogelijke succesfactor voor doelgerichte interventies bij jeugdpsychiatrische patiënten, (2) de rol van therapeutfactoren hierin, en (3) het effect van multimodale behandeling op dit empathisch vermogen bij een meer selecte groep van jongeren met ADHD met of zonder comorbide DBD.

Methode: In totaal zullen 250 jongeren worden gevraagd empathievragenlijsten in te vullen tijdens de intakeprocedure en na afloop van de behandeling. Aan de therapeut zal worden gevraagd twee vragenlijsten in te vullen ter bepaling van persoonskenmerken en empathische gevoeligheid (therapeutfactoren). Deze gegevens zullen worden gekoppeld aan de routine outcome monitoring (ROM) waarmee halfjaarlijks de psychiatrische symptomatologie in kaart wordt gebracht. Naast ROM zal behandelsucces ook door de hoofdbehandelaar worden geëvalueerd na een half jaar of na afloop van de behandeling. Naast dit hoofdonderzoek zal in een pilotstudie het effect van behandeling worden onderzocht bij een selecte groep van 30 jongeren met ADHD met of zonder comorbide DBD. Deze jongeren zullen herhaaldelijk (6x) worden getest m.b.v. vragenlijsten en een computertaak waarmee componenten van zowel affectieve als cognitieve state en trait empathie worden bepaald. Aansluitend zullen deze jongeren in focusgroepen worden geïnterviewd over hun ervaring met de behandeling, de therapeut en het therapeutisch proces.

Relevantie: Kennis over het empathisch functioneren van jeugdpsychiatrische patiënten in relatie tot behandelsucces is van belang om het therapeutisch proces te kunnen bevorderen, en daarmee het effect van behandeling te versterken. Daarnaast is onderzoek naar de empathieversterkende effecten van multimodale behandeling bij jongeren met ADHD met of zonder DBD van belang om te bepalen welke interventies kunnen worden ingezet om de eigen kracht van kind en gezin te versterken. De studie vormt de basis voor eventueel vervolgonderzoek naar de beïnvloeding van empathie bij jeugdpsychiatrische patiënten in het algemeen, en het forensische veld in het bijzonder, in het kader van doelgerichte interventie, oftewel “behandeling op maat”.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
729101001
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2014
2017
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Dr. M.A. de Wied
Verantwoordelijke organisatie:
Universiteit Utrecht