Mobiele menu

Doorontwikkeling, theoretische onderbouwing en beschrijving van behandelmethoden voor slachtoffers van loverboys en mensenhandel

Projectomschrijving

Zes jeugdhulpaanbieders hebben, met ondersteuning van het Nederlands Jeugdinstituut, een project uitgevoerd om de kwaliteit en effectiviteit van de behandeling en bescherming van slachtoffers van loverboys en mensenhandel te verbeteren. Tijdens dit tweejarige project hebben de instellingen hun behandelaanbod voor deze doelgroep doorontwikkeld en beschreven. Daarnaast hebben zij op basis van beschikbare wetenschappelijke kennis en praktijkervaring een onderbouwing van het behandelaanbod uitgewerkt.

Effectiviteit behandlaanbod

Over de effectiviteit van het behandelaanbod voor slachtoffers van loverboys en mensenhandel is weinig bekend. Om de effectiviteit van de behandelprogramma's te kunnen gaan onderzoeken was het allereerst noodzakelijk dat de behandelmethoden werden geëxpliciteerd en beschreven. Met het project is een belangrijke stap gezet om meer zicht te krijgen op de behandeling van de doelgroep en de theoretische effectiviteit.

Resultaat

Door het project is meer zicht ontstaan op de doelgroep waar de instellingen zich op richten. In het project is de doelgroepbeschrijving van de Commissie Azough gevolgd: feitelijke of vermoedelijke slachtoffers van loverboys en mensenhandel. De meeste jeugdhulpaanbieders richten zich echter op een bredere groep meiden die kwetsbaar zijn en meiden die in andere afhankelijkheidsrelaties slachtoffer zijn van misbruik.
Het beschrijven van de aanpak heeft belangrijke verbeteringen opgeleverd. De fasering van de behandeling is duidelijk geworden met een indicatie van de duur van de fasen. Ook is er overzicht ontstaan van de interventies die worden gebruikt in de behandelprogramma's en wanneer deze worden ingezet.
De 'gaten' in de aanpak op basis van gestelde doelen zijn zichtbaar geworden. Dit heeft onder andere geleid tot meer aandacht voor traumabehandeling, hulp na seksueel misbruik is en het betrekken van ouders binnen de behandelprogramma's. Daarnaast is er meer duidelijkheid gekomen over melden bij Comensha en wanneer wel of niet aangifte wordt gedaan. Monitoring en evaluatie van de trajecten is onderdeel geworden van de werkwijze.

De implementatie van de behandelprogramma's vraagt blijvend aandacht. De deelnemende instellingen hebben in het project hiervoor de eerste stappen gezet.

Onderzoek naar effectiviteit van de behandelprogramma's is een zinvolle vervolgstap om meer kennis te verzamelen over wat werkt in de behandeling van slachtoffers van loverboys en mensenhandel.

Producten

Titel: Behandelaanbod slachtoffers van loverboys en mensenhandel
Auteur: Anne Addink & Nienke Foolen
Link: http://www.nji.nl/nl/Kennis/Dossier/Slachtoffers-loverboys

Verslagen


Samenvatting van de aanvraag

In 2011 heeft de overheid de Rijksbrede aanpak loverboyproblematiek geïntroduceerd. Onderdeel daarvan is een verbetering van de zorg voor en bescherming van slachtoffers van loverboys/mensenhandel, met speciale aandacht voor het voorkomen van herhalend slachtofferschap. Er bestaat in Nederland een breed palet aan opvang- en behandelvarianten voor slachtoffers van loverboys/mensenhandel. Het gaat om in meer of mindere mate samenhangende activiteiten die samen verschillende zorgprogramma’s vormen die al doende zijn ontstaan. Deze programma’s zijn als geheel nog onvoldoende expliciet vastgelegd, onderbouwd of onderzocht. Wel zijn specifieke elementen onderbouwd of onderzocht (bijv. bepaalde in te zetten interventies). Inzicht in de (potentiële) werkzaamheid van de bestaande zorgprogramma’s als geheel ontbreekt nog Het zorgprogramma Asja van Fier Fryslan is wel als geheel goed beschreven en als goed onderbouwd opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies. Tussen de bestaande zorgprogramma’s bestaan echter belangrijke verschillen in behandelvisie en doelstelling, het behandelaanbod, de keuze voor de opvangvariant (de groepssamenstelling, open, besloten of gesloten) en behandeling, de aan te bieden interventies en de overdracht/nazorg. Dit maakt het van belang dat meerdere programma’s als geheel worden beschreven en worden onderbouwd. Bij het beschrijven en onderbouwen van een zorgprogramma wordt de kennis die de basis vormt voor (de verschillen in) het aanbod expliciet gemaakt. Dit leidt al meteen tot reflectie en –waar nodig- doorontwikkeling van het aanbod. Vervolgens kunnen externe experts beoordelen of de onderbouwing klopt, dat wil zeggen of aannemelijk is gemaakt dat met de gekozen aanpak de beoogde doelen bereikt worden bij de doelgroep. Voorts kunnen op grond van de onderbouwing relevante uitkomstmaten voor effectonderzoek worden vastgesteld. Om de werkzaamheid van de bestaande zorgprogramma’s te kunnen onderzoeken is het dus noodzakelijk dat de behandelmethoden eerst verder worden geëxpliciteerd en onderbouwd. Het Nederlands Jeugdinstituut heeft een methode (inclusief training) ontwikkeld die, aansluitend bij de criteria van de Databank Effectieve Jeugdinterventies, ontwikkelaars ondersteunt om de kennis (expliciet en impliciet) die zij hebben over hun interventie of zorgprogramma op een systematische manier te beschrijven en te onderbouwen met wetenschappelijke theorieën en empirische kennis. Dit is een lerend proces, waarbij verdieping en interactie meteen al leiden tot kennisvermeerdering over de potentiële effectiviteit van het behandelaanbod en (waar nodig) aanpassing en doorontwikkeling. In dit project bieden wij aan zes instellingen deze training aan, in combinatie met een traject waarin men onderling uitwisselt en van elkaar leert en een traject van individuele begeleiding en feedback van inhoudelijk experts van het Nederlands Jeugdinstituut en Movisie. De zes instellingen zijn gekozen omdat 1) zij voldoende slachtoffers van loverboys/mensenhandel opvangen om mee te kunnen doen aan onderzoek naar de effecten van de hulp en 2) omdat met deze samenstelling variatie ontstaat in type setting (open/gesloten/specialistisch), behandelvisie en wijze van opvang (m.n. groepssamenstelling). Het doel van dit project is om 1) om vijf à zes zorgprogramma’s voor slachtoffers van loverboys/mensenhandel samenhangend te beschrijven met oog op de overdraagbaarheid van programma’s, 2) om de impliciete kennis over de behandeling van slachtoffers van loverboys/mensenhandel expliciet te maken en waar nodig nader te onderbouwen met bestaande (wetenschappelijke) kennis om doorontwikkeling van de zorgprogramma’s mogelijk te maken, 3) de professionals in de betrokken instellingen bewust te maken van het belang van het inzetten van effectieve elementen en het voortdurend verbeteren van het aanbod op basis van (nieuwe) kennis en 4) een aanzet te geven tot (bredere) implementatie van onderbouwde, potentieel effectieve zorgprogramma’s. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan een onderbouwde en effectieve behandeling van slachtoffers van loverboys/mensenhandel in Nederland en daarmee aan een afname van de kans op terugval en revictimisatie. Het project bestaat uit vijf fasen. In elk van deze fasen wordt op een specifieke manier door de instellingen gewerkt aan de beschrijving en onderbouwing, met vormen van ondersteuning en feedback die relevant zijn voor de fase waarin de beschrijving en onderbouwing zich bevinden en wat de behoeften zijn met betrekking tot doorontwikkeling. De totale duur van het project is twee jaar. Van de instellingen wordt verwacht dat zij de betrokken professionals aan het project laten bijdragen en daarnaast elk een schrijver en een coördinator beschikbaar hebben gedurende het hele project. Zij krijgen daarvoor via het Nederlands Jeugdinstituut een tegemoetkoming vanuit het projectbudget, maar moeten ook zelf uren investeren.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
729600002
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2015
2017
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Drs. M.C. Zwikker
Verantwoordelijke organisatie:
Nederlands Jeugdinstituut