Mobiele menu

Implementatie impuls toepassing Kindcheck bij GGZ

Projectomschrijving

Bij de aanpak van kindermishandeling wordt in toenemende mate gekeken naar kenmerken van ouders die met bepaalde medische klachten hulp zoeken. Als ouders klachten hebben die gerelateerd zijn aan huiselijk geweld, verslavingsproblematiek, of ernstige psychiatrische problematiek, kan het welzijn en de veiligheid van diens minderjarige kinderen in het geding zijn. Door het gebruik van zogenaamde “ouderkenmerken”, zoals vastgelegd onder de naam Kindcheck, is het mogelijk de kinderen van deze ouders in beeld te krijgen en het gezin tijdig hulp te bieden. De Kindcheck geldt voor alle professionals die werken met volwassen patiënten en cliënten, waaronder professionals in de GGZ. Uit recent onderzoek blijkt echter dat een substantieel gedeelte van bijvoorbeeld psychiaters niet of onvoldoende bekend is met de Kindcheck.

Doel

De volwassen GGZ informeren over de Kindcheck en ondersteunen bij de implementatie hiervan in beleid en praktijk. Daarnaast inventariseren van belemmerende en faciliterende factoren bij het werken met de Kindcheck. De Kindcheck houdt in dat je je bij bepaalde groepen volwassenen nagaat of zij voor minderjarige kinderen zorgen en of kinderen daar veilig opgroeien. De check is onderdeel van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.

Aanpak

Iedere GGZ-instelling levert een gemandateerde die namens de instelling het aanspreekpunt is en vragenlijsten invult m.b.t. de implementatie van de Kindcheck. Zodra het beleid op orde is, wordt met een bezoek op de werkvloer geïnventariseerd wat de belemmerende en faciliterende factoren zijn tijdens het werken met de Kindcheck. De uitkomsten worden teruggekoppeld aan de gemandateerde, zodat die implementatie in de praktijk kan verbeteren en borgen. Voor de instellingen waaraan geen bezoek gebracht wordt, is er een zelfevaluatietool gemaakt. Die kunnen instellingen met hetzelfde doel uitzetten onder medewerkers van verschillende afdelingen. Op www.kindcheck-ggz.nl staat informatie over de Kindcheck en de verbeterde meldcode.

Resultaten

Belangrijkste resultaten tot nu toe zijn een toename in het aantal GGZ-instellingen waar de Kindcheck is opgenomen in het beleid en het gebruik van de Kindcheck in de praktijk. Maar ook een duidelijk beeld van de faciliterende en belemmerende factoren van het werken met de Kindcheck. Zie https://youtu.be/vqrdqlWUeLk voor meer informatie. Een verwacht resultaat is het intensiever ondersteunen van GGZ-instellingen die nog niet voldoen aan de gestelde basiseisen implementatie Kindcheck. En het begeleiden van nieuwe GGZ-organisaties, die voorheen nog niet waren meegenomen in de implementatie-impuls.
 

Verslagen


Eindverslag

Bij ouders met klachten zoals huiselijk geweld, verslavingsproblematiek, of ernstige psychiatrische problematiek, kan het welzijn en de veiligheid van de kinderen in het geding zijn. Door het gebruik van zogenaamde “ouderkenmerken”, zoals vastgelegd onder de naam Kindcheck, kunnen zorgverleners de kinderen van deze ouders in beeld te krijgen en het gezin tijdig hulp bieden. De Kindcheck is in de afgelopen 4 jaar ingevoerd in een groot deel van de GGZ-instellingen en het verloop van de invoering is gevolgd. De instellingen zijn al behoorlijk ver met de implementatie van de Kindcheck. Bij een grote meerderheid is het nu onderdeel van de meldcode kindermishandeling en de helft voldoet aan bijna alle eisen voor een goede invoering van de Kindcheck. Er zijn een aantal onderdelen die extra aandacht vragen, zo is bij een deel geen duidelijke afspraken over wat te doen bij “acute gevallen”. Er zijn een aantal barrières in het gebruik van de Kindcheck: zoals onvoldoende kennis en vaardigheden om het uit te voeren, onduidelijkheid over de rol van de aandachtsfunctionaris, en bezorgdheid over hoe de cliënt reageert. In de toekomst valt er vooral nog te verbeteren in de vervolgstappen na de Kindcheck: vooral de communicatie en samenwerkingen tussen de verschillende professionals en instellingen.
De uitkomsten van dit project hebben bovendien geleid tot het Buitenshuisproject, dat zich richt op o.a. reguliere kinderopvang of buitenschoolse opvang van kinderen van 0 tot 18 die ouders hebben met psychische problemen, een verslaving of licht verstandelijke beperking.

Bij ouders met klachten zoals huiselijk geweld, verslavingsproblematiek, of ernstige psychiatrische problematiek, kan het welzijn en de veiligheid van de kinderen in het geding zijn. Door het gebruik van zogenaamde “ouderkenmerken”, zoals vastgelegd onder de naam Kindcheck, kunnen zorgverleners de kinderen van deze ouders in beeld te krijgen en het gezin tijdig hulp te bieden. De Kindcheck is in de afgelopen 3 jaar ingevoerd in een groot deel van de GGZ-instellingen en het verloop van de invoering is gevolgd. Bij een grote meerderheid is het nu onderdeel van de meldcode kindermishandeling en de helft voldoet aan bijna alle eisen voor een goede invoering van de Kindcheck. Er zijn een aantal onderdelen die extra aandacht vragen, zo is bij 29% geen duidelijke afspraken over wat te doen bij “acute gevallen”. Er zijn soms een aantal barrières in het gebruik van de Kindcheck: zoals onvoldoende kennis en vaardigheden om het uit te voeren, onduidelijkheid over de rol van de aandachtsfunctionaris, bezorgdheid over hoe de cliënt reageert en werkdruk.

Samenvatting van de aanvraag

Bij de aanpak van kindermishandeling wordt in de medische sector in toenemende mate gekeken naar kenmerken van ouders die met bepaalde medische klachten hulp zoeken (Diderich, 2013). Als de ouders klachten hebben die gerelateerd zijn aan huiselijk geweld, verslavingsproblematiek, of ernstige psychiatrische problematiek, is het reëel dat de professional zich zorgen maakt over het welzijn en de veiligheid van diens minderjarige kinderen. Dankzij deze aanpak die inmiddels bekend staat onder de naam “Kindcheck”, is het mogelijk de kinderen van deze ouders in beeld te krijgen en het gezin tijdig hulp te bieden (Diderich, 2014).

De implementatie van de Kindcheck op de Spoedeisende Hulp (SEH) , bij de Advies en Meldpunten Kindermishandeling (AMK’s), de ambulancediensten, en de huisartsenposten is inmiddels afgerond. Onderzoek dat hierbij gedaan is, maakt duidelijk dat hulp bij de implementatie een belangrijke impuls is voor het welslagen van de invoering van de Kindcheck (Diderich, 2014). De Kindcheck geldt voor alle professionals die werken met volwassen patiënten en cliënten, waaronder de GGZ. Toch blijkt uit recent onderzoek (BMC, juni 2015) dat een substantieel gedeelte van de psychiaters niet of onvoldoende bekend te zijn met de kind. Daarnaast bleek dat psychiaters in slechts 50% van de gevallen een Kindcheck heeft gedaan bij cliënten die behoren tot de risicogroep. Het doel van dit project is om een verdere impuls te geven aan de implementatie van de Kindcheck voor GGZ door:

1) het ontwikkelen van een website (www. Kindcheck-ggz.nl) die in de informatiebehoefte van GGZ professionals over de Kindcheck voorziet,

2) het inventariseren, ondersteunen en monitoren van de voortgang van de implementatie van de Kindcheck bij GGZ instellingen. Instellingen die de Kindcheck (nog) niet of onvoldoende hebben geïmplementeerd ondersteunen middels de website en persoonlijke begeleiding,

3) het inventariseren van belemmeringen bij de praktische uitvoering van de Kindcheck op beleidsniveau,

4) het ontwikkelen van een zelf-evaluatietool voor de individuele GGZ professional, om inzicht te krijgen in individuele belemmeringen die een rol spelen bij de uitvoering van de Kindcheck in de dagelijkse praktijk.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
729600003
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2015
2019
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Dr. H.M. Diderich
Verantwoordelijke organisatie:
Haaglanden Medisch Centrum