Mobiele menu

Mini-Gewichtige Gezinnen Enschede

Projectomschrijving

Ons project bestond uit het samenwerken tussen IKC's en zorg en sport, waarin de gezamenlijke ambitie was om gezinnen te begeleiden naar een gezonde gezinsleefstijl. Hoe deden we dat? Door tijdens de gehele projectperiode structureel beweegmomenten door een sport- en beweegprofessional aan te bieden aan kinderen en ouders.Al bewegend leerden de kinderen de taal- en rekenbegrippen die de peuterleidsters al en ook op andere momenten met de kinderen behandelden. Velen hebben de ervaring van samen bewegen met plezier hiermee opgedaan en in mindere of meerdere mate bewust geworden van het belang van bewegen met je kind voor zowel gezondheid als voor de (motorische) ontwikkeling. Op het beweegvlak hebben we de ervaring opgedaan dat een sport- en beweegprofessional in de voorschool/peutergroep enorm van meerwaarde is op verschillende gebieden. Er ontstaat meer aandacht bij de peuterleidsters en ouders voor (het belang van de ontwikkeling van) bewegen en bewegen wordt meer uitgedaagd tijdens de peutergroepen. We zagen dat de inzet van een sport- en beweegprofessional bijdraagt aan een beter en rijker beweegpatroon van vele jonge kinderen. Helaas zien we regelmatig en zeker op de aan de Sportimpuls deelnemende locaties bewegingsarmoede bij de jonge kinderen en dat ouders onwetend zijn als het gaat om het belang van zelf en veel laten bewegen van kinderen. Er ontbreekt nog erg veel structureel en (sportspecifiek) sporten beweegaanbod voor de hele jonge kinderen terwijl hier heel veel kansen onbenut lijken. We denken dat de inzet van een sport- en beweegprofessional in de voorschool veel te veel onderbelicht is en nog mist in landelijke gesprekken, zeker als we dit vergelijken met de maatschappelijke discussies over de inzet van vakleerkrachten in het basisonderwijs en het aantal uren gymles. En aangezien we inschatten dat het effect van structureel inzetten van een sport- en beweegprofessional in de voorschool sterk preventief effect en in potentie op grote schaal kan hebben, hopen we dat het gesprek hierover op gang zal komen. Hiernaast werden tijdens groepsbijeenkomsten, die begeleid werden door zowel een jeugdverpleegkundige als een peuterleidster, is een kleinere groep ouders bereikt en specifiek en gerichter begeleid naar een gezonde gezinsleefstijl. Opvoedingsvraagstukken en gezonde voeding en het belang van beweging kwamen hierin aan bod. Het gezamenlijk uitvoeren van de groepsbijeenkomsten en daarmee samen leren is daarom een hele goede keuze geweest. We vonden er nadrukkelijke meerwaarde zitten in het elkaar leren kennen als persoon en elkaars taal en werkwijze leren kennen. Dit is zeer bevorderlijk gebleken voor een duurzame goede samenwerking tussen de voorschool/kinderopvang en de zorg JGZ/GGD. De Sportimpuls heeft het initiatief van een structureel goed ingebedde samenwerking dus nadrukkelijk kunnen aanjagen. We hebben, op een van de locaties, waar we groepsbijeenkomsten duurzaam zijn gaan inbedden de stap van gesloten groepen naar open groepen gemaakt. Er is een 'alles-onder-1-dak' constructie ontstaan, waar het consultatiebureau als het ware in het IKC plaats vindt en er daarnaast ook groepsgewijze begeleidingsmomenten zijn waar ouders bij aan kunnen sluiten. Dit is in onze ogen meer aansluitend bij de behoefte van ouders en maakt dat mensen makkelijker voor een specifiek onderwerp aanschuiven. Daarnaast hebben we aan de groepsbijeenkomsten onderwerpen over de kinderen (voorlezen, etc) toegevoegd waardoor dit de opkomst en belangstelling voor de bijeenkomst vergroot en uiteindelijk dus ook een groter effect met zich meeneemt.

Verslagen


Eindverslag

Ons project bestond uit het samenwerken tussen IKC's en zorg en sport, waarin de gezamenlijke ambitie was om gezinnen te begeleiden naar een gezonde gezinsleefstijl.
Hoe deden we dat?
Door groepsbijeenkomsten voor ouders door jeugdverpleegkundigen en peuterleidsters te organiseren over voeding, opvoeding en beweging. En door structureel veel beweegmomenten voor de kinderen (en ouders) aan te bieden door een sport- en beweegprofessional, samen met peuterleidsters.

Tijdens de structurele beweegmomenten leerden de kinderen al bewegend de taal- en rekenbegrippen die de peuterleidsters al en ook op andere momenten met de kinderen behandelden.
Velen hebben de ervaring van samen bewegen met plezier hiermee opgedaan en in mindere of meerdere mate bewust geworden van het belang van bewegen met je kind voor zowel gezondheid als voor de (motorische) ontwikkeling. Op het beweegvlak hebben we de ervaring opgedaan dat een sport- en beweegprofessional in de voorschool/peutergroep enorm van meerwaarde is op verschillende gebieden. Er ontstaat meer aandacht bij de peuterleidsters en ouders voor (het belang van de ontwikkeling van) bewegen en bewegen wordt meer uitgedaagd tijdens de peutergroepen. We zagen dat de inzet van een sport- en beweegprofessional bijdraagt aan een beter en rijker beweegpatroon van vele jonge kinderen. Helaas zien we regelmatig en zeker op de aan de Sportimpuls deelnemende locaties bewegingsarmoede bij de jonge kinderen en dat ouders onwetend zijn als het gaat om het belang van zelf en veel laten bewegen van kinderen. Er ontbreekt nog erg veel structureel en (sportspecifiek) sport- en beweegaanbod voor de hele jonge kinderen terwijl hier heel veel kansen onbenut lijken. We denken dat de inzet van een sport- en beweegprofessional in de voorschool veel te veel onderbelicht is en nog mist in landelijke gesprekken, zeker als we dit vergelijken met de maatschappelijke discussies over de inzet van vakleerkrachten in het basisonderwijs en het aantal uren gymles. En aangezien we inschatten dat het effect van structureel inzetten van een sport- en beweegprofessional in de voorschool sterk preventief effect en in potentie op grote schaal kan hebben, hopen we dat het gesprek hierover op gang zal komen.

Hiernaast werden tijdens groepsbijeenkomsten, die begeleid werden door zowel een jeugdverpleegkundige als een peuterleidster, is een kleinere groep ouders bereikt en specifiek en gerichter begeleid naar een gezonde gezinsleefstijl. Opvoedingsvraagstukken en gezonde voeding en het belang van beweging kwamen hierin aan bod.
Het gezamenlijk uitvoeren van de groepsbijeenkomsten en daarmee samen leren is daarom een hele goede keuze geweest. We vonden er nadrukkelijke meerwaarde zitten in het elkaar leren kennen als persoon en elkaars taal en werkwijze leren kennen. Dit is zeer bevorderlijk gebleken voor een duurzame goede samenwerking tussen de voorschool/kinderopvang en de zorg JGZ/GGD.
De Sportimpuls heeft het initiatief van een structureel goed ingebedde samenwerking dus nadrukkelijk kunnen aanjagen.
We hebben, op een van de locaties, waar we groepsbijeenkomsten duurzaam zijn gaan inbedden de stap van gesloten groepen naar open groepen gemaakt. Er is een 'alles-onder-1-dak' constructie ontstaan, waar het consultatiebureau als het ware in het IKC plaats vindt en er daarnaast ook groepsgewijze begeleidingsmomenten zijn waar ouders bij aan kunnen sluiten. Dit is in onze ogen meer aansluitend bij de behoefte van ouders en maakt dat mensen makkelijker voor een specifiek onderwerp aanschuiven. Daarnaast hebben we aan de groepsbijeenkomsten onderwerpen over de kinderen (voorlezen, etc) toegevoegd waardoor dit de opkomst en belangstelling voor de bijeenkomst vergroot en uiteindelijk dus ook een groter effect met zich meeneemt.

We hebben de eerste ronde van de aanpak mini-gewichtige gezinnen, bij ons als projecttitel Stapje voor stapje gezonder genaamd, goed afgesloten. Wel streven we naar een grotere instroom voor de volgende twee rondes.
Er is een goede samenwerking met korte lijnen ontstaan tussen Jeugdgezondheidszorg van de GGD Twente en de Kinderopvangorganisatie Kinderdomein.

We bemerken de volgende positieve effecten bij de deelnemers, die we als JGZ en Kinderopvang samen begeleiden naar een gezond eet- en beweegpatroon.
Ouders staan tijdens onze begeleiding meer stil bij hun eigen leefstijl. De ouders die deelnamen realiseren zich welke (slechte) voedingsstoffen ze regelmatig tot vaak aan hun kinderen geven. Ze realiseren zich nu dat reclame en informatie op voedingsproducten misleidend kunnen zijn.
Ouders worden zich ervan bewust dat er rondom ongezonde voeding ook opvoedingsvraagstukken ontstaan, leren hoe ze daarmee om kunnen gaan om bijvoorbeeld (belonen of zoet houden met) snoepen te voorkomen.
De ouders die deelnamen realiseerden zich dat kleine veranderingen belangrijk zijn. Dus ook het aanbrengen van kleine beweegmomenten in het dagelijks leven, zoals zelf/samen lopen naar de peuterspeelzaal in plaats van met de auto of in de kinderwagen.
Ouders leren dat meer beweging in de directe omgeving belangrijk is. Ze staan stil bij hoe ze zelf eten en bewegen en realiseren zich dat ze dat voorleven voor hun kinderen. Dat hun eigen voorbeeld het gedrag is wat ze doorgeven en dat ze daarmee (een positieve of negatieve) invloed uitoefenen op het gedrag van hun kind. Dat ze dit voorbeeldgedrag juist ten positieve in kunnen zetten.
Ze realiseren zich dat alles wat in plastic zit, dat daar toevoegingen in zitten en dat ze het beste verse producten, back to basic, kunnen gebruiken bij het bereiden van eten.

Doordat ouders als groep de begeleiding ontvangen wisselen zij onderling dilemma's en oplossingen uit. Doordat er met elkaar wordt gepraat, vertellen ouders meer. Zo hebben de jeugdverpleegkundigen en de peuterleidsters door te luisteren geleerd welke voedingsmiddelen er daadwerkelijk thuis op tafel komen. Met deze kennis doen de jeugdverpleegkundigen hun voordeel tijdens consultatiebureau spreekuren.

De periodieke begeleiding maakt dat ouders ondersteuning krijgen wanneer zij veranderingen moeilijk vinden of dreigen terug te vallen in oude (leefstijl) gewoonten.
Van de praktische organisatie hebben we voor onszelf een aantal verbeterpunten benoemd voor de volgende ronde. Al met al kijken we positief terug op de start en de veranderingen in overtuigingen en de gezinsleefstijl bij ouders.

Samenvatting van de aanvraag

In de gemeente Enschede zijn diverse projecten op het gebied van sporten en gezonde leefstijl. De gemeente probeert op allerlei mogelijke manieren het probleem van bewegingsarmoede, overgewicht en obesitas (extreem overgewicht) tegen te gaan. Desondanks neemt het aantal jongeren, in Enschede is ruim 15 procent van de bevolking tussen de 0 en 14 jaar oud, dat (veel) te dik is toe. Middels de interventie Minigewichtige gezinnen wil Peuteropvang organisatie Kinderdomein in 2 jaar tijd 120 gezinnen bewust maken van de gezonde leefstijl en kinderen laten doorstromen naar sporten en bewegen in structureel verband. Subdoelen van de interventie voor de kinderen zijn: De Body Mass Index score van de kinderen is gestabiliseerd en/ of verminderd. Kinderen hebben ervaren dat bewegen (samen met hun gezinsleden) plezierig is. Kinderen eten gezonder. Kinderen bewegen meer. Subdoelen van de interventie voor de ouders zijn: De ouders kunnen minimaal drie ernstige gevolgen van overgewicht op hun kind benoemen. De ouders zijn in staat om minimaal drie beweegspelletjes met hun kinderen te doen. De ouders hebben ervaren dat bewegen (samen met hun kinderen) plezierig is. De ouders kunnen gezonde keuzes maken wat betreft voedingsmiddelen. De ouders bezitten de volgende opvoedcompetenties: complimenteren en belonen, structuur en begrenzing bieden en interne versus externe prikkels beheersen. De ouders weten hoe een gezonde gezinsleefstijl eruit ziet en hebben vaardigheden ontwikkeld om dit in hun eigen gezinsleven te realiseren. De ouders zijn in staat om tijdig hulp te vragen, doordat zij minimaal twee steunpersonen hebben geïdentificeerd in hun omgeving. Het resultaat betreft een structuur die wordt opgebouwd door het projectteam waarbinnen gezinnen en kinderen van de doelgroep kennismaken met verschillende sporten en sportverenigingen waardoor de stap naar sporten bij een vereniging wordt verkleint. Het resultaat is dat meer jonge kinderen deel zullen nemen aan het aanbod en lid worden van een vereniging.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
524004515
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2015
2017
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
K. Bakker
Verantwoordelijke organisatie:
Kinderdomein