Mobiele menu

JGZ-Richtlijn Kindermishandeling (herziening).

Projectomschrijving

Update jgz-richtlijn Kindermishandeling

TNO en het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) herschreven in 2014 en 2015 de JGZ Richtlijn Secundaire Preventie Kindermishandeling. De bestaande richtlijn had lacunes en was op onderdelen verouderd. De herziening is geschreven op basis van knelpunten uit de praktijk en is daarmee herkenbaar voor JGZ-professionals. Aanbevelingen zijn zoveel mogelijk wetenschappelijk onderbouwd.

Werkwijze

Het herschrijven is gedaan met een werkgroep, bestaande uit JGZ-professionals en wetenschappers van TNO, NJi en Universiteit Twente. De werkgroep is daarbij ondersteund door een brede klankbordgroep met inhoudelijke experts uit diverse relevante organisaties (huisartsen, politie, kinderartsen, verloskundigen, AMK, steunpunten huiselijk geweld, Vangnet Jeugd, Augeo Foundation en MOVISIE). Ook ervaringsdeskundigen participeerden in de klankbordgroep.

Resultaat

Het resultaat is een compacte richtlijn die is getest bij 4 JGZ-organisaties. Ook zijn instrumenten ontwikkeld voor de invoering van de richtlijn. De herziene richtlijn is te raadplegen via de richtlinpagina Kindermishandeling van het NCJ.

Verslagen


Eindverslag

Via een intensief iteratief proces ontwikkelde TNO Child Health samen met een werkgroep bestaande uit JGZ-disciplines en geadviseerd door een klankbordgroep, een nieuwe JGZ-Richtlijn Kindermishandeling en producten ten behoeve van de implementatie. De richtlijn is waar mogelijk gebaseerd op wetenschappelijk bewijs, en op professionele praktijkervaringen en clientervaringen en -voorkeuren. De richtlijn is bedoeld voor alle professionals in de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) en vormt de standaard bij het signaleren van en handelen bij (vermoedens van) kindermishandeling. De richtlijn is getest in de praktijk onder leiding van het Nederlands Jeugdinstituut (NJi), bijgesteld en tenslotte geautoriseerd door de Richtlijn Advies Commissie (RAC) van het NCJ en door de beroepsverenigingen AJN, V&VN Fractie Jeugd en de NVDA. De richtlijn is te bekijken en te downloaden via de site van het NCJ.

TNO en het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) ontwikkelen in 2014 en 2015 een herziening van de JGZ Richtlijn Secundaire Preventie Kindermishandeling uit 2010. De bestaande richtlijn heeft lacunes en is op onderdelen verouderd. De herziening wordt geschreven op basis van knelpunten uit de praktijk en zal daarmee herkenbaar zijn voor JGZ-professionals. Aanbevelingen worden zoveel mogelijk wetenschappelijk onderbouwd. Het herschrijven wordt gedaan met een werkgroep, bestaande uit JGZ-professionals en wetenschappers van TNO, NJi en de Universiteit Twente. De werkgroep wordt daarbij ondersteund door een brede klankbordgroep met inhoudelijke experts uit diverse disciplines (huisartsen, politie, kinderartsen, verloskundigen, AMK, steunpunten huiselijk geweld, Vangnet Jeugd, Augeo Foundation en MOVISIE). Ook ervaringsdeskundigen participeren in de klankbordgroep.

Naast het ontwikkelen van de richtlijn worden ook een aantal producten ontwikkeld die de landelijke implementatie van de richtlijn ondersteunen. Dit betreft een registratieprotocol voor JGZ-professionals, scholingsmateriaal voor JGZ-professionals, en een document dat de randvoorwaarden (zoals tijd en kosten) inzichtelijk maakt voor JGZ-organisaties.

Samenvatting van de aanvraag

Kindermishandeling en –verwaarlozing is een complex maatschappelijk probleem. De preventie en aanpak ervan stelt hoge eisen aan professionals. Een richtlijn is belangrijk voor de kwaliteit van de zorg en voor het kennisniveau, de vaardigheden en het zelfvertrouwen van JGZ-professionals. Kinderen en hun ouders moeten er op kunnen rekenen dat zij volgens de laatste inzichten ondersteund en geholpen worden. De JGZ-Richtlijn ‘Secundaire preventie kindermishandeling’ (2010) heeft lacunes en is verouderd voor wat betreft wetenschappelijke kennis en wetgeving. Het CBO formuleerde met het veld tien uitgangsvragen voor de herziening van de richtlijn. Ook is aanvullende kennis nodig op het gebied van vrouwelijke genitale verminking en het Shaken Baby syndroom. De herziening van de richtlijn wordt uitgevoerd door TNO in samenwerking met het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) en de Universiteit Twente en met de expertise van veldpartijen en aanpalende beroepsgroepen. In het project wordt een praktijktest uitgevoerd door het NJi. De Universiteit Twente ontwikkelt een digitale tool kindermishandeling die het gebruik van de richtlijn in de praktijk ondersteunt.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
732000402
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2014
2015
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Dr. C.I. Lanting
Verantwoordelijke organisatie:
TNO