Mobiele menu

JGZ-richtlijn Dysplastische Heupontwikkeling

Projectomschrijving

Aanleiding

De JGZ biedt preventieve zorg aan alle jeugdigen in Nederland, zodat zij gezond en veilig kunnen
opgroeien. Dit biedt kansen voor vroegtijdig signaleren en behandelen van heupafwijkingen.
Jaarlijks wordt bij ca. 5400-7200 zuigelingen heupdysplasie vastgesteld. Late behandeling is
meestal langduriger, invasiever en minder effectief dan vroegtijdige behandeling. Onbehandeld kan
er slijtage en een afwijkend looppatroon ontstaan, met als gevolg pijn, functiebeperking en vroege
invaliditeit.

JGZ-richtlijn Heupdysplasie biedt handvatten

De JGZ-richtlijn Heupdysplasie beschrijft de werkwijze voor het vroegtijdig signaleren van
heupdysplasie door middel van anamnese op risicofactoren en lichamelijk onderzoek. Daarnaast is
er aandacht voor de communicatie tussen ouders en JGZ-professionals en samenwerking tussen
de JGZ en andere betrokken zorgverleners.
De richtlijn is ontwikkeld door TNO en de Universiteit Twente samen met JGZ- en andere
beroepsgroepen en patiënten. De richtlijn is inmiddels online gepubliceerd op www.jgzrichtlijnen.nl.

Verslagen


Eindverslag

De JGZ biedt preventieve zorg aan alle jeugdigen in Nederland, zodat zij gezond en veilig kunnen opgroeien. Dit biedt kansen voor vroegtijdig signaleren en behandelen van heupafwijkingen. Jaarlijks wordt bij ca. 5400-7200 zuigelingen heupdysplasie vastgesteld. Late behandeling is meestal langduriger, invasiever en minder effectief dan vroegtijdige behandeling. Onbehandeld kan er slijtage en een afwijkend looppatroon ontstaan, met als gevolg pijn, functiebeperking en vroege invaliditeit.
De JGZ-richtlijn Heupdysplasie beschrijft de werkwijze voor het vroegtijdig signaleren van heupdysplasie door middel van anamnese op risicofactoren en lichamelijk onderzoek. Daarnaast is er aandacht voor de communicatie tussen ouders en JGZ-professionals en samenwerking tussen de JGZ en andere betrokken zorgverleners.
De richtlijn is ontwikkeld door TNO en de Universiteit Twente samen met JGZ- en andere beroepsgroepen en patiënten. De richtlijn is inmiddels gepubliceerd op www.jgzrichtlijnen.nl.

De jeugdgezondheidszorg (JGZ) biedt preventieve zorg aan aan alle jeugdigen in Nederland, zodat zij gezond en veilig kunnen opgroeien. Dit biedt kansen voor vroegtijdig signaleren en behandelen van heupafwijkingen. Jaarlijks wordt bij ca. 5400-7200 zuigelingen heupdysplasie vastgesteld. Behandeling is onder de leeftijd van 1 jaar vrijwel altijd succesvol; daarna neemt de kans op volledig herstel af. Er kan slijtage en een afwijkend looppatroon ontstaan, met als gevolg pijn, functiebeperking en vroege invaliditeit. Binnen de JGZ bestaat behoefte aan handelingsaanbevelingen voor vroegsignalering, advisering en verwijzing bij heupdysplasie.
De JGZ-richtlijn Dysplastische heupontwikkeling wil voorzien in onderbouwde adviezen op deze terreinen. Het eindproduct van dit project is een richtlijn Dysplastische Heupontwikkeling voor de JGZ, gebaseerd op de knelpunten uit het werkveld. Het uiteindelijke doel van de nieuwe richtlijn is dat JGZ-werkers beschikken over een zoveel mogelijk evidence-based werkwijze voor de signalering van heupafwijkingen, zodat cliënten de meest optimale screening, behandeling en begeleiding krijgen. Tevens worden een registratieprotocol en prestatie-indicatoren ontwikkeld, als mede diverse producten gemaakt die de landelijke implementatie ondersteunen.

Samenvatting van de aanvraag

Jaarlijks wordt in Nederland bij ca. 5400-7200 zuigelingen een dysplastische heupontwikkeling (DHO) vastgesteld (prevalentie 3-4%); bij 185-370 gevallen betreft het een luxatie (prevalentie 1-2‰). Bij een DHO is de heupkom onvoldoende diep gevormd. Hierdoor overdekt deze de heupkop niet goed, zodat deze uit de kom kan glijden. De aandoening DHO kent een glijdende schaal van luxeerbaarheid tot dysplasie, subluxatie en luxatie. Een DHO ontstaat meestal al tijdens de zwangerschap. Risicofactoren en/of signalen zijn: belaste familieanamnese voor DHO of coxartrose, stuitligging in het laatste trimester van de zwangerschap en/of bij de bevalling en dysmorfieën zoals klompvoet en torticollis. Behandeling van DHO is onder de leeftijd van 12 maanden vrijwel altijd succesvol; na die leeftijd nemen de kansen op volledig herstel af. Wanneer niet tijdig wordt gesignaleerd en behandeld, kan dit leiden tot een afwijkend looppatroon en vroege slijtage van het heupgewricht met ernstige pijnklachten, functiebeperking en vroege invaliditeit als gevolg. Het screenen van kinderen op (risicofactoren van) DHO en het verwijzen voor tijdige behandeling behoort tot de kerntaken van de jeugdgezondheidszorg (JGZ) en is opgenomen in het basispakket JGZ. Vanwege haar unieke positie binnen de Nederlandse gezondheidszorg is de JGZ bij uitstek geschikt die taak uit te voeren. In Nederland bestaan op dit moment echter de nodige verschillen in signalering van zuigelingen met DHO. Er worden verschillende definities gebruikt voor risicofactoren, signaleringsinstrumenten worden niet uniform toegepast, en het ontbreekt aan eenduidig beleid over wanneer en naar wie moet worden doorverwezen. Naast de belangrijke rol bij de signalering en verwijzing, kan de JGZ ook een rol spelen bij de begeleiding en nazorg van DHO. De JGZ kan in deze taak ondersteund worden door een heldere richtlijn. Uit de inventarisatie van het CBO en de Argumentenfabriek (juli 2014) kwam naar voren dat JGZ-professionals op dit moment vooral adviezen kunnen gebruiken ten aanzien van de juiste screeningsmethode, risicofactoren, doorverwijzen en patiëntenvoorlichting. Het eindproduct van dit project is een richtlijn DHO voor de JGZ, gebaseerd op de knelpunten uit het werkveld. De richtlijn wordt volgens de EBRO methodiek ontwikkeld en zal – waar relevant - rekening houden met diversiteit in de doelgroep. De richtlijn wordt geschreven door deskundigen van de Universiteit Twente en TNO, die worden ondersteund door een werkgroep van JGZ-professionals, patiënten en inhoudelijk deskundigen uit andere relevante beroepsgroepen (kinderorthopedisch chirurg, kinderradioloog, kinderarts). Daarnaast wordt een klankbordgroep opgericht met daarin onder andere professionals uit belangrijke aanpalende disciplines. Behalve de JGZ-richtlijn DHO worden een basisdataset (BDS)-protocol en een set van prestatie-indicatoren ontwikkeld. Ook wordt in enkele JGZ-organisaties een praktijktest uitgevoerd met de concept JGZ-richtlijn. Op basis van de praktijktest wordt de concept richtlijn aangepast en worden diverse producten gemaakt die de landelijke implementatie ondersteunen: een impactanalyse op organisatieniveau (inclusief inschatting van benodigde tijd en geld), een document met geleerde lessen uit de praktijktest, een PowerPointpresentatie voor scholing van JGZ-professionals, en een beknopte rapportage met aanbevelingen voor de landelijke implementatie.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
732000306
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2015
2018
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Dr. C.I. Lanting
Verantwoordelijke organisatie:
TNO