Mobiele menu

Aanpak HGKM in het lokaal veld: randvoorwaarden voor regie, samenwerking en afstemming op operationeel niveau

Projectomschrijving

Professionals die gezinnen helpen waarin sprake is van huiselijk geweld of kindermishandeling, staan voor een grote uitdaging. Ook omdat er vaak meerdere professionals uit meerdere organisaties en verschillende domeinen betrokken zijn. Deze professionals moeten samenwerken om succesvol te zijn, organisaties soms verschillende visies hebben waar professionals rekening mee moeten houden en professionals bovendien gebonden zijn aan beperkingen en verplichtingen in wet- en regelgeving. Dit onderzoek laat zien dat het voor professionals niet altijd eenvoudig is om in gezinnen te doen wat nodig is, en dat managers en bestuurders die de randvoorwaarden voor hen moeten organiseren van goede huize moeten komen.

 

Producten

Titel: Insight into crossdomain cooperation in domestic violence and child abuse cases in region Gooi en Vechtstreek
Auteur: S. Noordzij
Titel: The perception of success in interventions on domestic violence and child abuse A mixed method study on the implementation of Intensive Case Management in Rotterdam-Rijnmond
Auteur: B. van Oort
Titel: The implementation of Intensive Case Management within the partner organizations in the field of domestic violence and child abuse in the region Rotterdam-Rijnmond
Auteur: R. Wessemius
Titel: Augeo Magazine 'Aan de slag met kennis'
Auteur: Ditty Eimers
Link: https://www.augeomagazine.nl/
Titel: “Niet samenwerken omdat het moet, maar omdat het helpt” Domeinoverstijgend werken in het lokaal veld rondom huiselijk geweld en kindermishandeling – leren van Rotterdam-Rijnmond en Gooi en Vechtstreek
Auteur: Jetske Erisman, MSc (Athena Instituut) Eline Verbeek, MSc (Regioplan) Yannick Bleeker, MSc (Regioplan) Chiel Peters, MSc (Hiemstra en de Vries) Dr. Barbara Regeer (Athena Instituut) Romy Verstraeten, MSc (Hiemstra en de Vries)
Titel: Reflexivity in moral decision-making: assessing and managing child abuse and domestic violence
Auteur: Jetske Erisman, BJ Regeer
Link: https://research.vu.nl/
Titel: Moral agency and reflexivity in complex decision-making: assessing and managing child abuse and domestic violence
Auteur: J. Erisman

Verslagen


Eindverslag

Professionals die gezinnen waarin sprake is van huiselijk geweld of kindermishandeling helpen, staan voor een grote uitdaging. Ook omdat er vaak meerdere professionals uit meerdere organisaties en verschillende domeinen betrokken zijn, deze professionals moeten samenwerken om succesvol te zijn, organisaties soms verschillende visies hebben waar professionals rekening mee moeten houden en professionals bovendien gebonden zijn aan beperkingen en verplichtingen in wet- en regelgeving. Ons onderzoek laat zien dat het voor professionals niet altijd eenvoudig is om in gezinnen te doen wat nodig is, en dat managers en bestuurders die de randvoorwaarden voor hen moeten organiseren van goede huize moeten komen.
Dit onderzoek beoogt bij te dragen aan de verbetering van de effectiviteit van de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling (HGKM) en daarmee aan een belangrijk doel van het landelijk actieprogramma Geweld hoort nergens Thuis (GHNT). Het onderzoek haakt in op de beweging die het laatste decennium zichtbaar is in de aanpak van HGKM richting meer systeemgericht, multidisciplinair samenwerken en samenwerken vanuit een gedeelde focus op veiligheid. Daarbij sluit het onderzoek (en deze beweging) ook aan bij een belangrijke doelstelling in het sociaal domein, het werken volgens het principe ‘1 gezin, 1 plan, 1 regisseur’. Inmiddels zijn we ongeveer 10 maanden onderweg. Middels interviews, werksessies en presentaties en het schrijven van tussentijdse notities krijgen we steeds meer zicht op de dynamiek in beide regio's en de belemmeringen en succesfactoren van het organiseren van systeemgericht en multidisciplinair samenwerken. Het lerende component van ons onderzoek draagt er daarnaast bij dat we gaandeweg steeds meer aansluiting hebben gevonden bij de kennis- en leerbehoefte in beide regio's. Het tweede deel van het project bestaat uit het doorzetten van de lerende ontwikkeling en het borgen van geleerde lessen in adviezen en instrumenten.

Samenvatting van de aanvraag

Dit onderzoek beoogt bij te dragen aan de verbetering van de effectiviteit van de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling (HGKM) en daarmee aan een belangrijk doel van het landelijk actieprogramma Geweld hoort nergens Thuis (GHNT). Het onderzoek haakt in op de beweging die het laatste decennium zichtbaar is in de aanpak van HGKM richting meer systeemgericht, multidisciplinair samenwerken en samenwerken vanuit een gedeelde focus op veiligheid. Daarbij sluit het onderzoek (en deze beweging) ook aan bij een belangrijke doelstelling in het sociaal domein, het werken volgens het principe ‘1 gezin, 1 plan, 1 regisseur’. Het tot stand brengen van goede regie, samenwerking en afstemming blijkt daarbij een zware opgave. Dat is niet alleen een opgave op operationeel niveau (waarvoor inmiddels een aantal methodieken/werkwijzen is ontwikkeld) maar ook – en juist - op het niveau van organisatie en netwerk (keten). Met het voorgestelde project beogen we om in de uitvoeringspraktijk te werken aan het identificeren en tegelijkertijd wegnemen van de barrières die bestaan op operationeel, organisatie- en netwerkniveau. Waarbij we vanuit de uitvoeringspraktijk kijken naar de dynamiek tussen deze niveaus en met name de wijze waarop het netwerkniveau en het organisatieniveau ingrijpen op het operationeel niveau en daarmee samenwerking bevorderen of belemmeren. De focus daarbij ligt op het lokaal veld en (dus) niet op de veelal regionaal georganiseerde MDA++: in het lokaal veld komt veel meervoudig complexe, structureel onveilige casuïstiek terecht en vaak zijn is het lokaal veld niet goed ingericht voor een goede behandeling van deze casuïstiek. Daar de focus op het lokaal veld te leggen wordt bevorderd dat casuïstiek effectief wordt opgepakt op de plek waar dat hoort te gebeuren, en zo min mogelijk escaleert naar het niveau waarop MDA++ is vereist. Daarmee sluit het onderzoek aan op de behoefte die sterk in de praktijk leeft, en in veel regionale actieplannen GHNT een plek heeft gekregen, aan kennis over hoe systeemgericht, multidisciplinair samenwerking met de focus op veiligheid in het lokaal veld kan worden ingericht, gefaciliteerd en aangestuurd vanuit de betrokken organisaties en netwerken. Dat levert kennis op die breder toepasbaar is binnen de aanpak van HGKM maar ook breder: binnen het hele sociaal domein.

De beoogde verandering in het lokaal veld zien we als een systeeminnovatie. Immers, de beoogde werkwijze is een fundamentele verandering die niet alleen aanpassing van werkwijzen vraagt, maar ook van het systeem waarbinnen die werkwijzen worden toegepast. Daarom kiezen we voor de aanpak van het onderzoek voor de methode Reflexieve Monitoring in Actie (RMA). Dit is een gevalideerde methode die ontwikkeld is door het Athena Instituut van de Vrije Universiteit en Universiteit Wageningen voor de monitoring en ondersteuning van projecten die gericht zijn op systeeminnovatie. Voor het aanbrengen van een fasering in het onderzoek die aansluit om het onderzochte veranderproces gebruiken we het implementatieframework van Betram et al. Daarnaast gebruiken we normalisation process theory (NPT) om activiteiten die plaatsvinden in de fases beter te kunnen begrijpen, vooral met het oog op het normaliseren van nieuwe routines op operationeel niveau in relatie tot bestaande en veranderende systemen en structuren op organisatie- en netwerkniveau.

Concreet betekent dit dat we in het onderzoek de volgende stappen doorlopen:

• Fase 1 (Verkennen): literatuurverkenning; interviews met beoogd casemanagers/procesregisseurs, met managers/bestuurders en andere sleutelfiguren; gezamenlijke systeemanalyse; opstellen dynamische leeragenda.

• Fase 2 (Inrichten): Reflectie op fase 1 met projectleiders; het voeren van ‘terugval-workshops’ met professionals en met managers, die inzicht bieden in systemische barrières bezien vanuit systemisch perspectief en leiden tot strategieën en werkafspraken voor escalatie; terugkoppeling aan bestuurders.

• Fase 3 (Startende implementatie): Monitoren van de dynamische leeragenda van professionals middels reflectiesessies, observaties van intervisie-bijeenkomsten en etnografische interviews; monitoring van de dynamische leeragenda van managers/bestuurders middels interviews met projectleiders, documentanalyse van (beleids)notities rondom aanpassingen in de bestuurlijke randvoorwaarden, systemen en structuren en aanvullende interviews.

• Fase 4 (Volledige implementatie): brede invoering van netwerkoplossingen d.m.v. ontwikkelen en invoeren van betekenisvolle metingen en reflectie-instrumenten via co-shaping workshops, observaties en workshops met stakeholders op systeemniveau.

De praktijk staat centraal in het onderzoek. Dat blijkt ook uit de projectstructuur. In de projectgroep hebben de regionaal projectleiders GHNT van de onderzoeksgebieden zitting. Via hen is het volledige netwerk aan uitvoerders vertegenwoordigd, dat is aangehaakt via de reeds bestaande regionale projectstructuren GHNT.

Augeo magazine ‘Aan de slag met kennis’

Samen met Augeo lanceerde ZonMw in 2021 een 1e magazine over opbrengsten uit onderzoek naar kindermishandeling. Relevant voor iedereen die werkt met kinderen en hun ouders. Van kraamhulp tot jeugd ggz-medewerker, van leerkracht tot arts op de spoedeisende hulp. Ook van dit project verscheen een artikel in het magazine.

Lees hier het volledige artikel.

Kenmerken

Projectnummer:
10260021910003
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2019
2022
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
M.Sc. Y. Bleeker
Verantwoordelijke organisatie:
Regioplan