Thema 2: Preventie en behandeling van angst en depressie bij kinderen en jeugd
Projectomschrijving
Mede op basis van deze voorstudie heeft ZonMw het consortium uitgenodigd een subsidieaanvraag in te dienen voor fase 2, de onderzoeksfase. Het belangrijkste doel van fase 2 is om met meer empirische evidentie te komen tot het ‘indikken’ van de interventies binnen het betreffende thema. Denk hierbij bijvoorbeeld aan onderzoek naar het opsporen van de (combinaties van) meest werkzame elementen van verschillende interventies. Maar ook aan het maken van een beperkt aantal overzichtelijke en hanteerbare pakketten van interventies of hoe en onder wat voor voorwaarden verschillende interventies of werkzame elementen slim en efficiënt met elkaar verbonden kunnen worden en daardoor effectiviteit, maatschappelijk bereik en publieke impact verhogen. Het consortium gaat gedurende 3 jaar aan de slag met deze vervolgfase waarin het onderzoek te komen tot het ‘indikken’ van de interventies op het desbetreffende thema daadwerkelijk vorm zal krijgen. Het onderzoeksproject van fase 2 is in 2016 van start gegaan, zie project 729300012.
Verslagen
Eindverslag
Angst en depressie zijn de meest voorkomende problemen bij kinderen en jongeren. Er zijn veel interventies voor de preventie en behandeling van deze problemen. In de eerste fase van deze studie zijn deze interventies in kaart gebracht en dit overzicht omvat 21 interventies gericht op angst, 19 op depressie en 18 die zich richten op zowel angst als depressie. Deze interventies zijn geanalyseerd op vorm (bijv. individueel-groep, aantal sessies) en op inhoud (welke technieken komen erin voor). Vervolgens is er gekeken welk onderzoek er in Nederland gedaan is naar de werkzaamheid van deze interventies en wat er internationaal bekend is over de effectiviteit van behandelingen voor angst en depressie met speciale aandacht voor doelgroepen, werkzame bestanddelen en kosteneffectiviteit. Hierbij zijn recente meta-analyses en systematische reviews t/m 2015 geraadpleegd. Tot slot is er middels een kleine survey onder professionals bekeken wat de bruikbaarheid is van de betreffende interventies. Deze informatie toont aan dat veel onderzoek naar de betreffende interventies over het algemeen positieve resultaten laat zien: er zijn goede behandelingen beschikbaar, Opvallend is dat meerdere interventies veelvuldig onderzocht zijn, maar dat er vrijwel geen verdiepend onderzoek beschikbaar is dat werkzame bestanddelen van die behandelingen in kaart brengt of de kosteneffectiviteit. In de klinische praktijk is er vooral behoefte aan flexibiliteit en afstemming op de individuele cliënt.