Mobiele menu

BRAM: een effectieve interventie bij vechtscheidingen waarbij justitie en sociaal werk samenwerken?

Projectomschrijving

In Nederland eindigen jaarlijks 34.000 huwelijken in een scheiding. Hier zijn ruim 35.000 minderjarige kinderen bij betrokken. Van de scheidingen is 20% complex te noemen. Langdurende conflicten zijn hierbij kenmerkend. Deze hebben veel negatieve gevolgen voor betrokken kinderen.

In Twente bestaat de werkwijze BRAM. Justitie en hulpverlening werken er samen. De kinderrechter kan BRAM inzetten. Ouders werken met getrainde social workers aan de communicatie en afspraken over de omgang met hun kinderen. Hoe zijn de ervaringen van alle betrokkenen met BRAM?

De verschillende partijen zijn tevreden dat ze met elkaar zijn gaan samenwerken in BRAM. Er is behoefte aan samenwerking rond conflictscheidingen. Het programma zelf blijkt voor ouders nog niet veel op te leveren. Het onderzoek laat zien wat belangrijk is bij interventies bij conflictscheidingen (zoals psycho-educatie) en wat professionals die de interventies uitvoeren moeten kunnen en weten.

Producten

Titel: Onderzoek naar de effectiviteit van BRAM
Auteur: Braun, B.M. & Ketelaar, N.
Titel: Onderzoek naar de effectiviteit van BRAM
Auteur: Altena, A. & Braun, B.M.
Titel: Complexe echtscheidingen: de werkzame factoren en de effectiviteit van BRAM
Auteur: Altena, A. & Braun, B.M.
Titel: Onderzoek naar de effectiviteit van BRAM
Auteur: Astrid Altenda, Margriet Braun
Titel: High conflict divorces. A Dutch study on the effects of the side-by-side working together approach on well-being and communication between divorces couples.
Auteur: Altena, A., Ketelaar, N., & Braun, B.M.
Titel: High conflict divorce. An efficacious collaborative and integrative approach to combat high-conflict divorces.
Auteur: Astrid Altena, Nicole Ketelaar, Margriet Braun
Titel: Onderzoek naar de effectiviteit van BRAM
Auteur: Braun, B.M., Ketelaar, N. & Altena, A.
Titel: Conflictscheidingen: een effectieve, gezamenlijke en intergratieve aanpak
Auteur: Astrid Altena, Nicole Ketelaar, Margriet Braun
Titel: BRAM: Een effectieve interventie bij vechtscheidingen waarbij sociaal werk en justitie samenwerken?
Auteur: Astrid Altena Margriet Braun
Titel: BRAM: Een effectieve interventie bij vechtscheidingen waarbij sociaal werk en justitie samenwerken?
Auteur: Astrid Altena Margriet Braun
Titel: BRAM: Een effectieve interventie bij vechtscheidingen waarbij sociaal werk en justitie samenwerken?
Auteur: Astrid Altena Margriet Braun
Titel: BRAM: Een effectieve interventie bij vechtscheidingen waarbij sociaal werk en justitie samenwerken?
Auteur: Nicole Ketelaar Astrid Altena Margriet Braun

Verslagen


Eindverslag

Aanleiding
In Nederland eindigen jaarlijks 34.000 huwelijken in een scheiding. Hier zijn ruim 35.000 minderjarige kinderen bij betrokken. Van de scheidingen is 20% complex te noemen. Langdurende conflicten zijn hierbij kenmerkend. Deze hebben veel negatieve gevolgen voor betrokken kinderen.
In Twente bestaat de werkwijze BRAM. Justitie en hulpverlening werken er samen. De kinderrechter kan BRAM inzetten. Ouders werken met getrainde social workers aan de communicatie en afspraken over de omgang met hun kinderen. De bedoeling van BRAM is dat de conflicten tussen de ouders stoppen en zij weer constructief met elkaar kunnen communiceren, zodat betrokken kinderen weer normaal kunnen opgroeien. Wat zijn de resultaten van BRAM? En wat zijn de ervaringen van de betrokkenen met BRAM?

Kwalitatieve studie
In een tweejarig onderzoeksproject zijn verschillende studies gedaan om deze vraag te beantwoorden.
Ten eerste zijn er met alle betrokken stakeholders (ouders, advocaten, rechters, zittingsvertegenwoordigers en sociaal werkers) focusgroepen of interviews gehouden. Centraal stond de vraag hoe zij kijken naar BRAM en welk werkzame elementen bij de aanpak van (conflict) scheidingen terugkomen in BRAM. Deze kwalitatieve studie laat zien dat de verschillende partijen het een goede ontwikkeling vinden dat ze met elkaar zijn gaan samenwerken in BRAM. Er is behoefte aan samenwerking rond conflictscheidingen. De samenwerking is wel voor verbetering vatbaar. Zo weten de partners niet precies wie welke rol heeft en is de hulp nog niet voldoende op elkaar afgestemd. Er is bij de stakeholders nog weinig bekend over de inhoud van BRAM en andere interventies die ingezet kunnen worden. Hier is wel behoefte aan. Ook is er behoefte aan meer kennis over de doelgroep ouders in een conflictscheiding. De gesproken ouders zijn niet erg positief over BRAM. Ze hebben geen goede relatie met de hulpverlener(s) ervaren en hadden graag meer aandacht gehad voor het verwerken van de scheiding.

Kwantitatieve studies
Er zijn ook kwantitatieve studies uitgevoerd. In een van deze studies hebben ouders voor en na een BRAM traject een vragenlijst ingevuld. We wilden hier te weten komen of er verbetering is op onderdelen als communicatie en samenwerken. Ook wilden we toetsen of er een afname is van de conflicten tussen de ouders. De resultaten laten zien dat er in de situatie van de ouders een paar kleine veranderingen zijn. Zo hebben ze het gevoel dat ze minder conflicten met elkaar hebben en de ouders die BRAM volledig hebben afgerond kunnen meer constructief met elkaar communiceren. Er zijn echter geen verbeteringen in de samenwerking tussen de ouders. Een conflictmeting laat zien dat er evenveel conflicten zijn na BRAM als voor BRAM. Een vergelijkende studie waarin ouders die een mediation traject hebben gevolgd zijn vergeleken met ouders die een BRAM traject hebben gevolgd, laat zien dat ouders die mediation hebben gehad positiver uit het traject komen, dan BRAM ouders.

Conclusie
Hoewel het onderzoek niet laat zien dat BRAM effectief is, heeft het wel veel aanknopingspunten opgeleverd om interventies bij conflictscheidingen aan te toetsen of mee te ontwikkelen. Zo laat het literatuuronderzoek bijvoorbeeld zien dat het belangrijk is dat interventies bij conflictscheidingen psycho-educatie bevatten over de gevolgen van scheiding voor betrokken kinderen. De rol van de hulpverleners in begeleiding bij (conflict)scheidingen is groot. Ze moeten veel vaardigheden en kennis hebben om ouders goed te kunnen ondersteunen: inhoudelijk kennis over de gevolgen van scheiding voor kinderen, maar ook zakelijke kennis over de juridische gang van zaken bij conflictscheidingen. Een professional moet kunnen balanceren tussen onpartijdigheid en betrokkenheid en ook tussen besluitvaardigheid en het bieden van ruimte. Hiervoor is het nodig dat professionals goed geschoold worden.

Aanbevelingen
Dit project biedt aanknopingspunten bij het ontwikkelen van interventies. Ook kunnen effec

In Nederland worden ongeveer 34.000 huwelijken per jaar ontbonden. Hier zijn veel kinderen bij betrokken. 20% van de scheidingen zijn zogenaamde conflictscheidingen: de ouders hebben veel conflicten. Deze conflicten hebben veel negatieve gevolgen voor betrokken kinderen. Hoe zou hulpverlening aan scheidende ouders met veel conflicten eruit moeten zien?

In dit project kijken we naar het hulpaanbod BRAM, uitgevoerd in Twente. BRAM richt zich op het maken van goed werkende afspraken over de omgang met de kinderen en het stoppen van de conflicten. Justitie (Raad voor de Kinderbescherming) en wijkteams werken er samen. Ouders die voor de rechter komen om de opvoeding en omgang met hun kind(eren) te regelen, kunnen naar BRAM worden doorverwezen. Maar werkt BRAM ook?

In dit onderzoeksproject willen we hier antwoord op geven. We gaan onderzoeken hoe het met ouders gaat na BRAM, door ze een vragenlijst te laten invullen. Ook gaan we met een aantal ouders in gesprek. Omdat de samenwerking tussen de wijkteams, advocaten, rechters en BRAM medewerkers ook een belangrijk onderdeel is, gaan we ook met hun in gesprek.

In maart 2019 kunnen we dan aangeven:
- Wat er belangrijk is bij hulpverlening aan ouders in een conflictscheiding;
- Of BRAM werkt;
- Welke elementen uit BRAM werken.

Samenvatting van de aanvraag

Scheidingen komen veel voor in Nederland. Voor kinderen die hierbij betrokken zijn, is het belangrijk dat een scheiding goed verloopt. Als dit zo is, hoeven kinderen geen schade te ondervinden aan de scheiding. Helaas verlopen scheidingen niet altijd goed en in 20% van de scheidingen loopt het uit op een vechtscheiding. In die situatie zijn er veel lang doorwerkende negatieve gevolgen voor betrokken kinderen. Om gezinnen te ondersteunen die in een complexe echtscheidingssituatie (verder: vechtscheiding) zijn verwikkeld, bestaan verschillende initiatieven. Een van de initiatieven is BRAM. Het doel van BRAM is om de schade voor kinderen die betrokken zijn bij een vechtscheiding te beperken. Het belangrijkste hierbij is het verminderen van langdurige conflicten tussen de ouders. Bij BRAM (ontwikkeld en uitgevoerd in de 14 Twentse gemeenten) werken justitie en hulpverlening met elkaar samen: een vernieuwend aspect. Om deel te kunnen nemen aan BRAM moeten gescheiden of scheidende ouders verwezen worden door een kinderrechter tijdens een zitting in de rechtbank. In een beperkt aantal bijeenkomsten (5 à 8 in ongeveer 3 maanden) werken de ouders, onder begeleiding van twee gespecialiseerde social workers, aan het komen tot goed werkende afspraken over de omgang met hun kind(eren). De bijeenkomsten hebben een bepaalde opbouw en steunen op uitgangspunten als de systeemtheorie, meerzijdige partijdigheid, de contexttheorie en de theorie van bemiddeling. Hoewel BRAM inmiddels drie jaar wordt uitgevoerd, is er weinig zicht op de opbrengst ervan. In het huidige onderzoeksprogramma wordt de effectiviteit van BRAM onderzocht. Twee onderzoekslijnen worden uitgevoerd. De eerste lijn richt zich op het in kaart brengen van werkende elementen van BRAM. Hiervoor wordt literatuuronderzoek gedaan; wat is er al bekend over werkzame elementen bij het ondersteunen van ouders die in een problematische echtscheidingssituaties verkeren? In hoeverre worden deze werkzame elementen ingezet bij BRAM? Daarnaast worden BRAMmers, rechters en ouders bevraagd op wat zij als werkende elementen hebben ervaren. Deze bevindingen worden gecombineerd met de literatuurstudie, zodat duidelijk wordt welke elementen van BRAM als werkend kunnen worden beschouwd. De tweede lijn richt zich op het in kaart brengen van de effecten van BRAM. In hoeverre verbetert de communicatie tussen de ouders? In hoeverre zijn er minder conflicten, en, nemen de betrokken kinderen dit ook zo waar? En hoe houdt het effect zich door de tijd heen? Om deze vragen te beantwoorden worden verschillende groepen ouders geïncludeerd in de studie. Ouders die beginnen met het BRAM traject, ouders die in het verleden een BRAM traject hebben afgerond en ouders die geen BRAM hebben gekregen, maar vergelijkbaar zijn met de ouders die dit wel hebben gehad. Tijdens het project wordt samengewerkt met verschillende partijen: de beroepsbeoefenaren die BRAM uitvoeren (afkomstig van drie instellingen voor maatschappelijke dienstverlening), de Raad voor de Kinderbescherming en de ouders. Er wordt voor overleg met de stuurgroep aangesloten bij de reguliere overleggen rond BRAM. Daarnaast wordt een projectgroep geformeerd, bestaande uit BRAMmers, afgevaardigden van de RvdK en de onderzoeker. Ook vanuit gemeentelijk perspectief wordt aangesloten. Tenslotte wordt ook contact gelegd met familierechters en advocaten. De opbrengsten van dit onderzoeksprogramma zijn: meer inzicht in werkzame elementen bij het ondersteunen van ouders die in een vechtscheiding verkeren en inzicht in de effecten van BRAM. Door meer in te zetten op de werkzame elementen kunnen de professionals vervolgens meer effect sorteren. Ook kan gekeken worden waar verbetering mogelijk is, zodat hier in training en intervisie meer aandacht aan kan worden besteed. Wanneer BRAM effectief blijkt te zijn in het normaliseren van vechtscheidingssituaties, kan deze aanpak mogelijk breder worden ingezet in Nederland. Zo worden meer kinderen bereikt die te maken hebben met ouders, die tijdens een vechtscheiding het belang van hun kinderen uit het oog (dreigen) te verliezen.

Kenmerken

Projectnummer:
729200004
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2017
2019
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Dr. B.M. Braun
Verantwoordelijke organisatie:
Saxion