Binnen 2 jaar moet borging mogelijk zijn. Een verlenging van de projectperiode is niet toegestaan. Ook komen Sportimpulsprojecten niet in aanmerking voor een vervolgsubsidie.
Nee, dit mag niet. Het subsidiebedrag is bedoeld voor de uitvoering van het project en alleen tijdens de projectperiode van 2 jaar.
Cofinanciering is een bijdrage met private of publieke middelen, in-natura of in-geld, aan een door ZonMw gefinancierd project of programma (Bron: subsidievoorwaarden januari 2013). Binnen Sportimpuls kan cofinanciering op meerdere manieren worden ingevuld, zoals een financiële bijdrage (publiek of privaat), ureninzet vanuit sportaanbieder en/of betrokken partijen, eigen bijdrage deelnemers, beschikbaar stellen van accommodaties/ruimte, beschikbaar stellen van materialen, vergoeding zorgverzekeraar. Als cofinanciering mogen alleen subsidiabele kosten opgenomen worden.
De Europese Commissie wil voorkomen dat overheden financiële steun geven aan ondernemingen als daardoor concurrentievervalsing optreedt, of de handel tussen lidstaten wordt beïnvloed. Daarom is ‘staatssteun’ in beginsel niet toegestaan. Echter, de overheid mag soms toch – onder strikte voorwaarden en tot een bepaald maximum – steun verlenen aan ondernemingen. Deze steun noemen we ‘de-minimissteun’. In het algemeen geldt dat per zelfstandige onderneming in een periode van drie achtereenvolgende belastingjaren in totaal maximaal € 200.000 de-minimissteun ontvangen mag worden. Meer informatie vindt u op deze website.
Om overschrijding van het de-minimisplafond te voorkomen, moet de decentrale overheid (in dit geval ZonMw) de onderneming vragen om een verklaring. Hierin moet de onderneming alle de-minimissteun opgeven die over de twee voorgaande belastingjaren en in het lopende belastingjaar is verleend. De berekening moet bij het moment van toekenning worden gemaakt. Bij overschrijding van de drempel kan geen beroep meer worden gedaan op de de-minimisverordening. De verklaring is een standaardformulier dat door de onderneming moet worden ondertekend voordat de steun wordt verleend, zie dit bestand.
Het de-minimisplafond geldt voor één onderneming. Artikel 2, lid 2 van de de-minimisverordening geeft aan wanneer sprake is van ‘één onderneming’. Het kan namelijk voorkomen dat twee (of meer) ondernemingen een bepaalde band met elkaar onderhouden en onder deze verordening als één onderneming worden gezien. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het hebben van de meerderheid van de stemrechten van de aandeelhouders van een andere onderneming, het recht om onder meer bestuursleden van een andere onderneming te benoemen/ontslaan en het recht een overheersende invloed op een andere onderneming uit te oefenen.