De handen ineen!

Huiselijk geweld en kindermishandeling zijn complexe problemen met een grote impact voor alle betrokkenen. Een integrale aanpak, die zich richt op herstel van veiligheid, onderliggende factoren die onveiligheid veroorzaken en in stand houden en op herstel van schade, is noodzakelijk om duurzame veiligheid tot stand te brengen. Het Veiligheidshuis Haaglanden wil hieraan bijdragen vanuit een visie van risico gestuurde zorg voor een kleine groep huishoudens die structureel met huiselijk geweld en kindermishandeling te maken heeft en bij wie minder intensieve vormen van zorg- en dienstverlening niet (voldoende) effect heeft. Voor deze doelgroep is samenwerking tussen de zorg-, bestuurs-, en strafketen noodzakelijk om tot een effectieve integrale aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling te komen. De partners in het Veiligheidshuis zoeken nog hoe zij de samenwerking tussen deze ketens het beste kunnen organiseren, gebaseerd op de visie van risico gestuurde zorg.

In een participatief actieonderzoek gaan de partners van het Veiligheidshuis hier gezamenlijk mee aan de slag. De partners in het Veiligheidshuis die het samenwerkings- en privacyconvenant hebben ondertekend zijn: de negen gemeenten in de regio Haaglanden, politie, OM, DJI, Raad voor de kinderbescherming, Jeugdbescherming West, William Schrikker Groep, JIT, Reclassering Nederland, Leger des Heils, Fivoor, Parnassia Groep, GGZ Delfland, GGZ Rivierduinen, De Waag, GGD Haaglanden, Veilig Thuis, Perspektief, Exodus, Barka, Shop, Humanitas, Limor, Kessler, Anton Constandse, Middin en Fonteynenburg. In een eerste fase van het onderzoek worden interviews met professionals, sleutelfiguren en cliënten/ervaringsdeskundigen van het Veiligheidshuis gehouden om zicht te krijgen op de huidige manier van samenwerken en mogelijke succesfactoren en knelpunten daarin. Ook wordt een dossieranalyse gemaakt van enkele huishoudens, die met het Veiligheidshuis te maken hebben, om zicht te krijgen op de doelgroep (aard van de problematiek, ontvangen hulp en andere bemoeienis van professionals betrokken bij het Veiligheidshuis). Deze nulmeting wordt gebruikt om met een ontwikkelgroep aan de slag te gaan, met als doel om in een leer-, verbeter- en evaluatiecyclus de samenwerking te optimaliseren. Zij werken daarbij aan de hand van concrete casuïstiek en evalueren hun handelen voortdurend en op systematische wijze. Dit verdiept het inzicht van deelnemende partners én van onderzoekers in samenwerkingsprocessen en de werkzame factoren daarin, volgens het principe “al doende leert men en al lerend doet men”. In een laatste fase volgt een evaluatie in de vorm van interviews met zowel professionals als betrokken huishoudens om de opbrengsten van de verbeteracties te evalueren. Daarbij is aandacht voor ervaringen in de samenwerking, maar ook voor daadwerkelijke opbrengsten voor de betrokken huishoudens (tevredenheid, ervaren verbetering in de situatie).

Het onderzoek levert een plan op voor bredere implementatie en borging over hoe de partners in het Veiligheidshuis de samenwerking, regie en integrale behandeling van complexe huiselijk geweld-casuistiek effectief en efficient kunnen inrichten en verrichten teneinde huiselijk geweld duurzaam te stoppen. Al doende heeft men geleerd wat handvatten zijn in de samenwerking in de aanpak van huiselijk geweld-casuistiek. Het onderzoek sluit af met een slotsymposium voor betrokkenen en geïnteresseerden, waarin de onderzoeksbevindingen, adviezen en implementatievoorstellen gepresenteerd en bediscussieerd worden.