Mobiele menu

JGZ-richtlijn Houding en bewegen

Projectomschrijving

Opsporen van houding en bewegingsafwijkingen en aansporen om jeugd in beweging te krijgen

De JGZ richtlijn “Houding en bewegen”  biedt informatie over (vroeg)signalering van houding en bewegingsafwijkingen en geeft aanbevelingen over het voorkomen van houdings- en bewegings-afwijkingen en langdurig beeldschermgebruik. De richtlijn biedt veel achtergrondkennis en wetenschappelijk onderbouwde aanbevelingen voor JGZ-professionals.

In de richtlijn worden JGZ-professionals geadviseerd over welke materialen zij kunnen inzetten bij het gesprek met ouders en jeugdigen over bewegen. Naast de individuele contacten kan de JGZ advies geven met betrekking tot houding en bewegen aan school en kinderopvang, bijv. over welke interventies een school kan inzetten.

TNO ontwikkelde de richtlijn samen met JGZ-professionals, experts (o.a. een orthopeed, een huisarts, een kinderfysiotherapeut) en een oudervertegenwoordiger. De richtlijn en de
richtlijnproducten kunnen vanaf medio september 2020 worden gevonden op de website van het
NCJ (www.NCJ.nl).

Verslagen


Eindverslag

TNO ontwikkelde de JGZ richtlijn “Houding en bewegen” met achtergrondkennis en wetenschappelijk onderbouwde aanbevelingen voor JGZ-professionals.

De richtlijn biedt informatie over (vroeg)signalering van houding en bewegingsafwijkingen en geeft aanbevelingen over het voorkomen van houdings- en bewegings-afwijkingen en langdurig beeldschermgebruik. In de richtlijn worden JGZ-professionals geadviseerd over welke materialen zij kunnen inzetten bij het gesprek met ouders en jeugdigen over bewegen. Naast de individuele contacten kan de JGZ advies geven met betrekking tot houding en bewegen aan school en kinderopvang, bijv. over welke interventies een school kan inzetten.

De richtlijn werd samen met JGZ-professionals, experts (o.a. een orthopeed, een huisarts, een kinderfysiotherapeut) en een oudervertegenwoordiger ontwikkeld. De richtlijn en de richtlijnproducten kunnen vanaf medio september 2020 worden gevonden op de website van het NCJ (www.NCJ.nl).

Een deel van de kinderen in Nederland beweegt te weinig en zit te lang. TNO ontwikkelt de JGZ-richtlijn “Houding en bewegen”. Deze richtlijn gaat over hoe JGZ professionals bewegen en een goede houding bij kinderen kunnen stimuleren, hoe houdings- en bewegingsafwijkingen bij kinderen kunnen worden voorkomen en opgespoord.
Van juli 2018 tot en met februari 2018 is hard gewerkt aan de eerste concept versie van de richtlijn " Houding en bewegen ".
De richtlijn wordt gebaseerd op de meest recente wetenschappelijke inzichten en geschreven door deskundigen van TNO, ondersteund door een werkgroep van JGZ-professionals, inhoudelijk deskundigen, patiënten en ouders. Daarnaast is een klankbordgroep opgericht met daarin professionals uit aanpalende disciplines.
De conceptrichtlijn zal in mei 2019 beoordeeld worden door ZonMw en de Richtlijn Advies Commissie (RAC).
Behalve de richtlijn worden een basisdataset-protocol en een set van indicatoren ontwikkeld.
In september 2019 zal gestart worden met de praktijktest door enkele JGZ-organisaties. Op basis van de praktijktest en de landelijke commentaarronde zal de richtlijn worden aangepast.

Samenvatting van de aanvraag

Houdings- en bewegingsafwijkingen zijn afwijkingen die kunnen ontstaan door verkeerd gebruik van het bewegingsapparaat, zoals langdurig een verkeerde houding aannemen, of door te weinig bewegen met het gehele lichaam. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld nek- en rugklachten ontstaan. In Nederland komen rugklachten bij jongeren regelmatig voor. Een deel van de jeugdigen in Nederland beweegt te weinig en zit te lang, waarbij ze gebruik maken van bijv. smartphones. Het stimuleren van beweging en een goede houding en het verminderen van sedentair gedrag en mediagebruik in een verkeerde houding kunnen mogelijk een bijdrage leveren aan het voorkomen van houdings- en bewegingsafwijkingen. Vanuit JGZ professionals is er behoefte aan een richtlijn om houdings- en bewegingsafwijkingen te voorkomen en tijdig te signaleren en te verwijzen indien houdings- en bewegingsafwijkingen zijn ontstaan. Een JGZ-richtlijn Houding en bewegen geeft richting aan het handelen van JGZ-professionals en is om meerdere redenen van belang: • Vanwege de omvang van het probleem. Uit een review van internationaal onderzoek wordt geschat dat ongeveer één derde van de kinderen en jongeren maandelijks last heeft van problemen aan het bewegingsapparaat. • Vanwege de consequenties van een suboptimale aanpak. Als jeugdigen te maken krijgen met houdings- en bewegingsafwijkingen zoals rug- en nekklachten, kan dat leiden tot schoolverzuim en minder sportbeoefening. • Vanwege de rol die de JGZ heeft bij preventie, vroege opsporing en (rechtstreekse) verwijzing. De JGZ is vanwege haar grote bereik en programmatische werkwijze bij uitstek in de positie om preventieve adviezen te geven over houding en bewegen en vroegtijdig te signaleren bij houdings- en bewegingsklachten. • Vanuit de behoefte van JGZ-professionals en ouders aan een gestandaardiseerde landelijke werkwijze. • Vanuit maatschappelijk perspectief. Met de juiste uitleg en advisering kan onnodig gebruik van de zorg worden voorkomen. DOELSTELLING Het eindproduct van dit project is een richtlijn Houding en bewegen voor de JGZ, gebaseerd op de knelpunten uit het werkveld, met de daarbij horende richtlijnproducten. Volgens de knelpuntenanalyse (2017) dient de te ontwikkelen richtlijn zich te richten op een gezonde ontwikkeling van het bewegingsapparaat (skelet, bindweefselkapsels, gewichten en spieren) bij kinderen. De te ontwikkelen richtlijn dient zicht niet te richten op genetische of aangeboren houdingsafwijkingen, heupdysplasie, over de ontwikkeling van de motoriek of scoliose, omdat over deze onderwerpen reeds een JGZ-richtlijn ontwikkeld is/wordt (JGZ-richtlijnen: Extremiteiten, Heupdysplasie, Motorische ontwikkeling), of omdat een richtlijn werd gedeïmplementeerd (in het geval van scoliose). METHODE De richtlijn wordt volgens de principes van EBRO ontwikkeld en zal – waar relevant - rekening houden met diversiteit in de doelgroep. De richtlijn wordt geschreven door deskundigen van TNO, die worden ondersteund door een werkgroep van JGZ-professionals, inhoudelijk deskundigen uit andere relevante beroepsgroepen, wetenschappelijke experts en patiënten en/of ouders. Daarnaast wordt een klankbordgroep opgericht met daarin onder andere professionals uit belangrijke aanpalende disciplines. Pharos zal in de klankbordgroep beoordelen of in de richtlijn voldoende rekening is gehouden met diversiteitsaspecten. VERWACHTTE RESULTATEN Behalve de JGZ-richtlijn Houding en bewegen worden een basisdataset (BDS)-protocol en een set van prestatie-indicatoren ontwikkeld. Ook wordt in enkele JGZ-organisaties een praktijktest uitgevoerd met de concept JGZ-richtlijn. Op basis van de praktijktest wordt de concept richtlijn aangepast en worden diverse producten gemaakt die de landelijke implementatie ondersteunen: een impactanalyse op organisatieniveau (inclusief inschatting van benodigde tijd en geld), een document met geleerde lessen uit de praktijktest, een PowerPointpresentatie voor scholing van JGZ-professionals, en een beknopte rapportage met aanbevelingen voor de landelijke implementatie. EXPERTISE TNO is als onafhankelijke kennisorganisatie al vanaf 1998 betrokken bij de ontwikkeling en implementatie van JGZ richtlijnen. Ook heeft TNO veelvuldig onderzoek gedaan naar het gebruik daarvan. In de afgelopen jaren heeft TNO, meestal in samenwerking met andere kennisinstituten zoals de NVK en het Voedingscentrum, ruim 20 richtlijnen ontwikkeld. TNO beschikt over richtlijnmethodologen en experts op het terrein van indicatorenontwikkeling en implementatie. Er zijn bovendien korte lijnen met de JGZ praktijk (enkele medewerkers werken naast hun aanstelling bij TNO in de JGZ-praktijk) en de 1e fase van de opleiding tot jeugdarts KNMG. TNO-projectleiders zijn IPMA-D of IPMA-C gecertificeerd (projectmanagement).

Kenmerken

Projectnummer:
732000310
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2018
2020
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Drs. E. Vlasblom
Verantwoordelijke organisatie:
TNO