Mobiele menu

Signaleren van psychosociale problemen bij 0-4 jarigen door de jeugdgezondheidszorg

Projectomschrijving

Vraagstuk

Zo�n 8 procent van de jonge kinderen heeft psychosociale problemen. Zij zijn te druk, erg teruggetrokken of kunnen niet goed overweg met leeftijdsgenootjes. Vroegsignalering op het consultatiebureau maakt snel ingrijpen mogelijk. Welke instrumenten zijn geschikt voor de JGZ om psychosociale problemen te signaleren bij 0-4 jarigen?

Onderzoek

Verschillende vragenlijsten zijn vertaald en gevalideerd. Ouders vulden ze in, waarna de data zijn geanalyseerd. De uitkomsten van de lijsten zijn vergeleken om te kunnen komen tot een advies.

Uitkomst

Alle vier de onderzochte korte signaleringlijsten � ASQ:SE, BITSEA, KIPPPI en SDQ 3/4 � zijn valide en bruikbaar voor gebruik bij kinderen tussen 0 en 4 jaar. Voor heel jonge kinderen (tot ongeveer 2 jaar) heeft een vragenlijst geen toegevoegde waarde ten opzichte van een professionele inschatting van signalen. Het advies van de onderzoekers: gebruik de BITSEA met 2 jaar en de SDQ met 3-4 jaar.

Verspreiding en implementatie

De resultaten van alle projecten rond SDQ worden bijeengebracht. Dit leidt tot ��n SDQ-handleiding voor alle doelgroepen.

Vervolgproject: 15700095020.

Producten

Titel: The early detection of psychosocial problems in children aged 0 to 6 years by Dutch preventive child healthcare.
Auteur: mw. M.H.C. Theunissen
Titel: TNO rapport

Verslagen


Eindverslag

In Nederland heeft acht procent van de jonge kinderen last van psychosociale problemen: ze zijn te druk, erg teruggetrokken of kunnen niet goed overweg met leeftijdsgenootjes. Wanneer deze problemen vroegtijdig op het consultatiebureau gesignaleerd worden, kan snel worden ingegrepen. De jeugdgezondheidszorg (JGZ) kan bij de signalering gebruik maken van korte signaleringslijsten die ouders invullen. Eerder onderzoek heeft laten zien dat de signalering van psychosociale problemen in de regel verbeterd door de inzet van instrumenten. In dit onderzoek hebben we vier korte signaleringlijsten onderzocht op validiteit en bruikbaarheid: de ASQ:SE, de BITSEA, de KIPPPI, en de SDQ 3/4. Deze instrumenten zin geschikt voor kinderen tussen 0 en 4 jaar. Validiteit hebben we vastgesteld als de mate waarin een instrument probleemgedrag zoals omschreven door de CBCL, kan onderscheiden. Verder hebben we de toegevoegde waarde van het instrument voor de JGZ laten meewegen voor de validiteit. De uitkomsten laten zien dat op de leeftijd van 6 en 14 maanden de signalering door geen van de onderzochte instrumenten verbeterd wordt. Voor de leeftijdsgroep van 24 maanden verdient de BITSEA de voorkeur boven de ASQ:SE en de KIPPPI. Voor de leeftijdsgroep van 36 en 45 maanden tenslotte verdient de SDQ 3/4 de voorkeur boven de ASQ:SE en de KIPPPI. Uit het bruikbaarheidsonderzoek blijkt dat de ASQ:SE door zowel ouders als professionals als meest prettig en gemakkelijk in het gebruik wordt beoordeeld in vergelijking met de andere instrumenten. De BITSEA en de SDQ nemen een middenpositie in wat betreft gebruikersgemak: tussen de ASQ:SE die men het meest prettig vindt, en de KIPPPI die men relatief lang vindt. De KIPPPI vinden ouders wel geschikt als instrument om hun zorgen aan te geven. De uitkomsten van het bruikbaarheidsonderzoek sluiten aan bij het validatie onderzoek: de aanbevolen instrumenten (BITSEA op 24 maanden en SDQ3/4 op 36 en 45 maanden) zijn redelijk bruikbaar volgens ouders en professionals.

De belangrijkste conclusies van het validatie-onderzoek zijn:
1. Op de leeftijd van 6 maanden wordt de signalering van psychosociale problemen niet verbeterd door de inzet van signaleringsinstrumenten. De sensitiviteit en de meerwaarde van beide onderzochte instrumenten blijkt laag uit te vallen. Geen van beide onderzochte instrumenten (Baby KIPPPI en ASQ:SE) kunnen we voor de leeftijdsgroep van 6 maanden aanbevelen voor gebruik in de JGZ.

2. Op de leeftijd van 14 maanden wordt de signalering van psychosociale problemen niet verbeterd door de inzet van signaleringsinstrumenten. Geen van de drie onderzochte instrumenten (BITSEA, Baby KIPPPI, en ASQ:SE) kunnen we voor de leeftijdsgroep van 14 maanden aanbevelen voor gebruik in de JGZ.

3. Voor de leeftijdsgroep van 24 maanden verdient de BITSEA de voorkeur boven de ASQ:SE en de Peuter KIPPPI vanwege de hogere sensitiviteit en meerwaarde voor de JGZ.
De aanbevolen afkapwaarde van de BITSEA op deze leeftijd bedraagt > 18.

4. Voor de leeftijdsgroep van 36 en 45 maanden verdient de SDQ de voorkeur boven de ASQ:SE en de KIPPPI 1-4 vanwege de hogere sensitiviteit en hogere meerwaarde voor de JGZ. De aanbevolen afkapwaarde van de SDQ is voor de kinderen van 36 maanden is > 10, en voor de kinderen van 45 maanden > 9.

De belangrijkste conclusies van het bruikbaarheidsonderzoek zijn:
1. Professionals zijn van mening dat de ingevulde signaleringslijsten doorgaans tot een zinvol gesprek leiden met de ouders over de psychosociale ontwikkeling.

2. De ASQ:SE wordt door zowel ouders als professionals beoordeeld als meest prettig, gemakkelijk en zinvol in het gebruik in vergelijking met de andere drie onderzochte instrumenten (BITSEA, KIPPPI en SDQ).

3. De BITSEA en de SDQ nemen in het oordeel van ouders en professionals een middenpositie in wat betreft het gebruikersgemak: tussen de ASQ:SE die als meest positief beoordeeld wordt en de KIPPPI, die men relatief lang en moeilijk vindt.

4. De SDQ wordt op de lee

De dataverzameling van het valideringsonderzoek verloopt redelijk. De deelnemende JGZ organisaties hebben voor de eerste ronde 81% het gewenste aantal vragenlijsten verzameld, en 73% van de vragenlijsten voor de nameting. Wat de nameting betreft is er enige vooruitgang geboekt is ten opzichte van het laatste voortgangsverslag. Verder gaat vanaf 2011 het bruikbaarheidonderzoek van start bij twee JGZ organisaties. Medewerkers en ouders beoordelen in dit deelonderzoek het gebruikersgemak van de 4 signaleringslijsten (KIPPPI, BITSEA, SDQ en ASQ-SE). We zijn nog op zoek naar meer JGZ organisaties die willen deelnemen aan het bruikbaarheidsonderzoek.

Samenvatting van de aanvraag

In Nederland heeft 6-8% van de kinderen van 0-4 jaar psychosociale problemen. Het wordt steeds duidelijker dat problemen moeilijker te veranderen zijn naarmate het kind ouder wordt en dat vroegtijdige behandeling bij jonge kinderen het grootste effect heeft. Het is daarom belangrijk om al vroeg te signaleren dat een kind (en/of ouder) behoefte heeft aan extra ondersteuning. De Jeugdgezondheidszorg (JGZ) bereikt bijna alle kinderen van 0-4 jaar in Nederland en is daarmee een belangrijke schakel in het vroegsignaleren van psychosociale problemen bij kinderen. Echter minder dan de helft van jonge kinderen met problemen wordt herkend door de JGZ. Een belangrijke reden hiervoor is dat er in Nederland geen bewezen gevalideerde en bruikbare korte vragenlijsten zijn om deze problemen op te sporen. Doel van dit onderzoek is het valideren van beschikbare (buitenlandse) korte vragenlijsten en het bepalen van de toegevoegde waarde en de bruikbaarheid van een vragenlijst bij het identificeren van psychosociale problemen bij kinderen in verschillende leeftijdsgroepen van 0-4 jaar door de JGZ. Uiteindelijk doel is het formuleren van een evidence-based advies over de keuze van korte vragenlijsten voor het signaleren van psychosociale problemen bij het kind van 0-4 jaar. Het onderzoek bestaat uit vier fases. Fase 1 betreft het vertalen van de korte vragenlijsten die in aanmerking komen voor het signaleren van psychosociale problemen bij jonge kinderen (zoals de ASQ-SE). In fase 2 vindt de dataverzameling plaats. Ouders van kinderen uit verschillende leeftijdscohorten vullen deze signaleringslijsten in en de JGZ registreert achtergrondkenmerken van het gezin en het eigen oordeel over de aanwezigheid van eventuele psychosociale problemen. In fase 3 worden de vragenlijsten op bruikbaarheid binnen de JGZ onderzocht en in fase 4 worden de verschillende uitkomsten van de signaleringslijsten met elkaar vergeleken, waarna een advies gegeven zal worden over welke instrumenten het beste te gebruiken zijn bij het signaleren van psychosociale problemen.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
157001001
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2007
2012
Onderdeel van programma:
Projectleider en penvoerder:
Dr. M.S. de Wolff
Verantwoordelijke organisatie:
TNO