Mobiele menu

Op weg naar ROM via systematisering van bestaande uitkomstmetingen: het bevorderen van de onderzoeksrijpheid en onderzoeksbereidheid in de Geestelijke Gezondheidszorg voor jeugdigen.

Projectomschrijving

De behandelingen van jeugdigen in de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) kunnen efficiënter en transparanter worden uitgevoerd. Via Routine Outcome Monitoring (ROM) kan nagegaan worden waar behandelingen uit bestaan en wat de resultaten hiervan zijn. Jeugdigen en hun ouders vullen voor, tijdens en na de behandeling vragenlijsten in. De resultaten hiervan worden in een rapportage gezet, waarmee de behandelaar feedback krijgt over het verloop van de behandeling. Het is echter niet bekend hoe feedback de behandelresultaten beïnvloedt en welke onderdelen van de feedback hierbij een rol spelen.
Om hier onderzoek naar te kunnen doen is onderzoeksbereidheid en onderzoeksrijpheid van behandelaren nodig. Het doel van deze studie is bepalen of het gebruik van ROM kan worden verhoogd door aan te sluiten bij wat er in de praktijk al gebeurt op het gebied van ROM en dit beter te faciliteren. Zo kan uiteindelijk bepaald worden of ROM in de Jeugd GGZ effectief is en wat de effectieve onderdelen van de feedback zijn.

Producten

Titel: Handycards ROM
Link: http://-
Titel: Vraag het de expert
Link: http://www.insideout.nl
Titel: Instructies rondom ROM
Link: http://-
Titel: Evidence-based Practice Attitude Scale
Link: http://-
Titel: Training/boostersessie Routine Outcome Monitoring
Link: http://-
Titel: Meten is weten
Link: http://-
Titel: Het nut van vragenlijsten bij de start van en tijdens de behandeling.
Link: http://www.insideout.nl en www.ggznederland.nl

Verslagen


Eindverslag

De behandelingen van jeugdigen in de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) en de Jeugdzorg kunnen efficiënter en transparanter worden uitgevoerd. Om te laten zien waar behandelingen uit bestaan en wat de resultaten van de behandelingen zijn, wordt er steeds vaker gebruik gemaakt van Routine Outcome Monitoring (ROM). Hierbij worden de jeugdigen en hun ouders voor, tijdens en na de behandeling uitgenodigd om vragenlijsten in te vullen. De resultaten van ROM worden in een rapportage gezet. Door deze rapportage krijgt de behandelaar feedback over het verloop van de behandeling. De kennis over de feedback staat echter nog in de kinderschoenen. Het is niet bekend op welke manier feedback de behandelresultaten beïnvloedt en welke onderdelen van de feedback hierbij een rol spelen.

Om onderzoek te kunnen doen naar de effectieve onderdelen van feedback, is onderzoeksbereidheid en onderzoeksrijpheid van behandelaars nodig. In de praktijk zijn behandelaars niet gemotiveerd om ROM in te zetten en te gebruiken als dit slecht gefaciliteerd wordt, slecht aansluit bij hun eigen wensen en geen onderdeel uitmaakt van het behandelproces. Daarom wilden we met deze studie vaststellen of de attitude ten aanzien van (onderzoek naar) ROM en het gebruik van ROM kunnen worden verhoogd door de implementatie van ROM extra te faciliteren. De onderzoeksvraag was: Kunnen de onderzoeksrijpheid en onderzoeksbereidheid van behandelaars in de Jeugd GGZ en de Jeugdzorg binnen zes maanden verhoogd worden, door een multi-faceted strategie (ROM-implementatiepakket) waarmee de implementatie van ROM extra wordt gefaciliteerd?

De studie is uitgevoerd binnen verschillende GGZ- en Jeugdzorginstellingen die deelnemen aan Inside-Out, de Academische Werkplaats Jeugd Nijmegen. We verwachtten dat de behandelaars door de studie meer geïnteresseerd zouden raken in ROM (onderzoeksbereidheid), vaker gebruik zouden maken van de verschillende onderdelen van het ROM-implementatiepakket en meer betrokken zouden zijn bij de ROM-activiteiten vanuit de Academische Werkplaats Jeugd Nijmegen (eerste stap in onderzoeksrijpheid). Uiteindelijk verwachtten we dat de deelnemende afdelingen steeds actiever zouden gaan werken met ROM. Dit zouden we kunnen zien aan een toename van het aantal jeugdigen en ouders dat de vragenlijsten van ROM invult (tweede stap in onderzoeksrijpheid).

De behandelingen van jeugdigen in de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) en de Jeugdzorg kunnen efficiënter en transparanter worden uitgevoerd. Om te laten zien waar behandelingen uit bestaan en wat de resultaten van de behandelingen zijn, wordt er steeds vaker gebruik gemaakt van Routine Outcome Monitoring (ROM). Hierbij worden de jeugdigen en hun ouders voor, tijdens en na de behandeling uitgenodigd om vragenlijsten in te vullen. De resultaten van ROM worden in een rapportage gezet. Door deze rapportage krijgt de behandelaar feedback over het verloop van de behandeling. De kennis over de feedback staat echter nog in de kinderschoenen. Het is niet bekend op welke manier feedback de behandelresultaten beïnvloedt en welke onderdelen van de feedback hierbij een rol spelen.

Om onderzoek te kunnen doen naar de effectieve onderdelen van feedback, is onderzoeksbereidheid en onderzoeksrijpheid van behandelaren nodig. In de praktijk zijn behandelaren niet gemotiveerd om ROM in te zetten en te gebruiken als dit slecht gefaciliteerd wordt, slecht aansluit bij hun eigen wensen en geen onderdeel uitmaakt van het behandelproces. Daarom is het doel van deze studie: bepalen of het gebruik van ROM kan worden verhoogd, door de implementatie van ROM extra te faciliteren. De onderzoeksvraag is: Kunnen de onderzoeksrijpheid en onderzoeksbereidheid van behandelaars in de Jeugd GGZ en de Jeugdzorg binnen zes maanden verhoogd worden, door een multi-faceted strategie waarmee de implementatie van ROM extra wordt gefaciliteerd?

De studie wordt uitgevoerd binnen de zeven instellingen die ook deelnemen aan Inside-Out, de Academische Werkplaats Jeugd Nijmegen. Dit betreffen zowel GGZ-instellingen als Jeugdzorginstellingen. We verwachten dat de behandelaren door de studie meer geïnteresseerd raken in ROM en vaker gebruik zullen maken van ROM. Uiteindelijk verwachten we dat de afdelingen steeds actiever zullen gaan deelnemen aan ROM: steeds meer jeugdigen en ouders vullen de vragenlijsten in en de behandelaars bespreken de feedback. Op deze manier kunnen we uiteindelijk bepalen of ROM in de Jeugd GGZ en Jeugdzorg effectief is en wat de effectieve onderdelen van de feedback zijn.

Samenvatting van de aanvraag

Behandelingen in de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) kunnen efficiënter en transparanter worden uitgevoerd. Ter ondersteuning van de zorg en om inzichtelijk te maken waar een behandeling uit bestaat en wat de uitkomst van de behandeling is, wordt er steeds vaker gebruik gemaakt van Routine Outcome Monitoring (ROM). Hierbij worden cliënten voorafgaand, tijdens en na afloop van de behandeling systematisch bevraagd. Bij sommige vormen van ROM gebeurt dit tijdens elke sessie, zoals bij het werken met de Outcome Rating Scale (ORS) en de Session Rating Scale (SRS). De resultaten van ROM worden weergegeven in een rapportage, waarmee feedback wordt gegeven aan de behandelaar over de behandelresultaten. Het onderzoek naar feedback staat nog in de kinderschoenen. Het is onbekend op welke manier feedback de behandelresultaten beïnvloedt, welke specifieke onderdelen hierbij een rol spelen en hoe feedback de behandeling van jeugdigen kan verbeteren. Daarom is de hoofdvraag van onze studie: is feedback in de Geestelijke Gezondheidszorg voor jeugdigen effectief? En zo ja, wat zijn de effectieve onderdelen van deze feedback? Om onderzoek te kunnen doen naar de effectieve onderdelen van feedback, is enige onderzoeksbereidheid en onderzoeksrijpheid nodig. In de praktijk zijn behandelaars in beperkte mate gemotiveerd om feedback te gebruiken als dit niet aansluit bij hun eigen wensen en verwachtingen of onvoldoende geïntegreerd is in het behandelproces. Daarom willen we in de eerste fase van onze studie nagaan of we het systematisch gebruik van feedback kunnen bevorderen, door aan te sluiten bij wat er in de praktijk al gebeurt op het gebied van ROM. De huidige subsidieaanvraag heeft betrekking op deze eerste fase van de studie. De onderzoeksvraag luidt: Kunnen de onderzoeksrijpheid en onderzoeksbereidheid van behandelaars in de GGZ voor jeugdigen binnen zes maanden verhoogd worden, door de introductie van ROM te laten aansluiten bij een reeds bestaand initiatief uit de praktijk, namelijk het werken met de ORS en SRS? De studie vindt plaats binnen de ambulante afdelingen van de eenheid Kinderen en Jongeren van de Gelderse Roos, een GGZ-instelling voor mensen met psychische problemen en psychiatrische aandoeningen. In deze praktijksetting is een groep van 38 behandelaars getraind in het werken met papieren versies van de ORS en SRS. De interventies van deze studie bestaan uit: het digitaliseren van de ORS en SRS, voorlichting, instructie, een helpdesk, feedback en het stimuleren van niet-getrainde behandelaars. We zullen de onderzoeksvraag beantwoorden aan de hand van een pre-post design met drie uitkomstmaten: onderzoeksrijpheid, onderzoeksbereidheid en werkbeleving. De onderzoeksrijpheid wordt bepaald op basis van het gebruik van de ORS en SRS, de onderzoeksbereidheid wordt bepaald op basis van de gemiddelde score op de Evidence-Based Practice Attitude Scale (EBPAS) en de werkbeleving wordt bepaald op basis van de gemiddelde score op de Utrechtse BEvlogenheidsSchaal (UBES). De verwachting is dat onze studie leidt tot een significante toename in het gebruik van de ORS en SRS en de gemiddelde score op de Evidence-Based Practice Attitude Scale tussen de voormeting en de nameting. Dit mag echter niet ten koste gaan van de werkbeleving van behandelaars. De gemiddelde score op de Utrechtse BEvlogenheidsSchaal moet dus minimaal gelijk blijven.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
157031002
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2011
2012
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. B.G. Tiemens
Verantwoordelijke organisatie:
ProPersona