Hersengymnastiek? Sport en neurofeedback als behandeling voor ADHD
Projectomschrijving
Vraagstuk
Ongeveer een kwart van alle kinderen met ADHD reageert onvoldoende op ADHD-medicijnen of heeft last van bijwerkingen. Is neurofeedback (een methode om de eigen hersenactiviteit te be�nvloeden) of sport wellicht een goed alternatief in deze gevallen? Helpen neurofeedback en sport even goed als medicijnen bij het verbeteren van de problemen van kinderen met ADHD?
Onderzoek
Het onderzoek naar de effectiviteit van neurofeedback, sport en medicatie is ondergebracht in het project Hersengymnastiek. Er hebben 125 kinderen met ADHD meegedaan (plus 97 kinderen zonder ADHD als controlegroep).
Uitkomst
Over het geheel genomen bleek neurofeedback minder effectief dan medicatie. Daarnaast bleek neurofeedback net zo effectief als de sportinterventie die was toegepast om te controleren op de niet-specifieke effecten van neurofeedback. De resultaten laten geen specifieke effecten van neurofeedback zien op gedrag en derhalve kan het gebruik van neurofeedback als alternatief voor medicatie niet worden onderschreven. Lees ook het proefschrift waarmee Tieme Janssen op 25 mei promoveerde aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
Producten
Verslagen
Eindverslag
ADHD is een van de meest voorkomende neuropsychiatrische ontwikkelingsstoornissen. De kernsymptomen bestaan uit frequent aanwezige aandachts- en concentratieproblemen, hyperactiviteit en impulsiviteit. ADHD gaat daarnaast samen met verminderd cognitief functioneren en deviaties in de corticale regulatie. Kinderen met ADHD ondervinden onder meer problemen op school, in sociale interactie met leeftijdsgenoten en met familie in de thuissituatie. ADHD duurt voort tot in de adolescentie en de volwassenheid en zorgt voor een verhoogd risico op schooluitval, werkeloosheid en ontwikkeling van verslaving en andere psychiatrische stoornissen.
De meest toegepaste effectieve behandeling bij ADHD is medicatie in de vorm van psychostimulantia, zoals methylfenidaat. Voor 20 tot 30% van de kinderen werkt medicatie echter niet of niet voldoende. Daarnaast komen bijwerkingen zoals hoofdpijn, slaapproblemen en verminderde eetlust relatief vaak voor en zijn de effecten van langdurig gebruik van medicatie niet helder. Daarbij komt dat indien het gebruik van medicatie gestaakt wordt, de ADHD-klachten terugkomen. Door deze eigenschappen geven ouders steeds vaker aan weerstand te hebben tegen het gebruik van medicatie. Hierdoor is er een grote vraag naar alternatieve interventies welke minder bijwerkingen laten zien en die potentieel in staat zijn ADHD-symptomen blijvend te verminderen.
In het huidige onderzoek is neurofeedback onderzocht als een interventie die mogelijk effectief is in het blijvend verminderen van ADHD-klachten. Neurofeedback is een interventie die poogt de hersenactiviteit aan te passen, door de patiënt feedback te geven over de eigen hersenactiviteit. Het doel van neurofeedback is door op genoemde wijze de corticale regulatie te beïnvloeden, het neurocognitief functioneren en tegelijkertijd het gedrag te verbeteren. Ondanks dat neurofeedback breed wordt toegepast als behandeling van ADHD, lopen uitkomsten van voorgaande onderzoeken erg uiteen, waarbij de ene keer geconcludeerd wordt dat neurofeedback een effectieve behandelmethode is en de andere keer geconcludeerd wordt dat neurofeedback geen effectieve behandelmethode is.
Sommige studies laten zien dat neurofeedback even effectief is als medicatie om gedragsveranderingen te bewerkstelligen, terwijl andere studies juist laten zien dat medicatie effectief is maar neurofeedback geen gedragsveranderingen induceert. Opvallend is dat de medicatie protocollen tussen deze studies verschillen. Om te onderzoeken of neurofeedback een gelijkwaardig alternatief is voor medicatie, is in de huidige studie neurofeedback vergeleken met een optimaal getitreerde dosis van kortwerkende methylfenidaat.
Daarnaast worden uitkomsten in de verschillende onderzoeken mogelijk beïnvloed door niet-specifieke effecten die neurofeedback met zich meebrengt, zoals duur en frequentie van de training, als ook de positieve individuele aandacht tijdens de training. In het huidige onderzoek is gecontroleerd voor de non-specifieke effecten door neurofeedback te vergelijken met een sport interventie die in duur en frequentie gelijk is gesteld aan de neurofeedback interventie: beide groepen kregen 10 weken lang 3 keer per week een training van 20 minuten.
De hoofdvragen van het huidige onderzoek richten zich daarom op de effecten van neurofeedback in vergelijking met medicatie en sport. De primaire vraag richt zich op de gedragsmatige effecten van neurofeedback in vergelijking met medicatie en een sport interventie. Secundair zijn zowel het effect van de interventies op neurocognitief functioneren als op corticale regulatie onderzocht. Met de uitkomsten van de secundaire vragen kan beter inzicht worden verkregen op welke wijze de behandelingen leiden tot verbeteringen in gedrag.