Effectiviteit en modelgetrouwheid van de Houvastinterventie in de opvang voor zwerfjongeren
Projectomschrijving
Vraagstuk
Jongeren met meervoudige problemen die geen vaste verblijfplaats hebben, kloppen vaak aan bij de opvang. Een veel gebruikte methodiek om de zelfredzaamheid en zelfstandigheid van deze jongeren te vergroten is de Houvastinterventie. Werkt deze methodiek om deze kwetsbare jongeren om hun leven weer op de rails te krijgen?
Onderzoek
Werkers van vijf opvangvoorzieningen voor dakloze jongeren zijn getraind in de Houvastinterventie. Vijf vergelijkbare voorzieningen bleven hun gebruikelijke zorg verlenen. Ruim 250 jongeren uit de tien deelnemende voorzieningen zijn negen maanden gevolgd vanaf het moment dat ze instroomden.
Uitkomst
Er is geen verschil gemeten tussen de groep die volgens de Houvastinterventie werd begeleid en de controlegroep. Mogelijk komt dat doordat de methodiek onvoldoende modelgetrouw wordt uitgevoerd. Wel zeggen werkers dat de Houvastinterventie zorgde voor positievere interacties met de jongeren. Ook vergrootte het hun werkplezier. De training heeft hun aanpak geprofessionaliseerd. Lees ook het nieuwsbericht.
Producten
Auteur: Manon AM Krabbenborg, Sandra N Boersma and Judith RLM Wolf
Link: http://www.endveteranhomelessness.org/conference/2013
Verslagen
Eindverslag
Jongeren met meervoudige problemen die geen vaste verblijfplaats hebben, worden ook wel dak- en thuisloze jongeren of zwerfjongeren genoemd. Als ze nergens meer terecht kunnen kloppen ze vaak aan bij de opvang. Hoe kunnen werkers in de opvang zorgen dat deze kwetsbare jongeren hun leven weer op de rails krijgen? In de zwerfjongerenopvang is nog ruimte voor verbetering van het methodisch handelen. De Houvastinterventie is krachtgerichte basismethodiek met als doel het vergroten van de zelfredzaamheid en zelfstandigheid en het verbeteren van de kwaliteit van leven van dakloze jongeren. Houvast is gebaseerd op het ‘strengths-based model’ van Rapp en Goscha en is door Judith Wolf aangepast aan de Nederlandse situatie en verder uitgewerkt tot een krachtgericht begeleidingstraject. In deze studie is de mate waarin de Houvastinterventie wordt uitgevoerd zoals beoogd (de zogenaamde ‘modelgetrouwheid’) en de effectiviteit van Houvast onderzocht. Hiertoe zijn vijf opvangvoorzieningen voor dakloze jongeren getraind in de Houvastinterventie en bleven vijf vergelijkbare voorzieningen hun gebruikelijke zorg verlenen. Ruim 250 jongeren uit de 10 deelnemende voorzieningen zijn negen maanden gevolgd vanaf het moment dat ze instroomden. Op drie momenten, waaronder het moment van uitstroom, zijn ze geïnterviewd over onder andere hun kwaliteit van leven; sociale en functionele uitkomstmaten; gezondheid en middelengebruik; en krachtgerichte uitkomstmaten. Daarnaast is ten tijde van de effectmeting de modelgetrouwheid van Houvast onderzocht in de getrainde voorzieningen met behulp van een uitgebreide audit.
In de gerapporteerde periode heeft bij ongeveer 200 zwerfjongeren, verspreid over 14 opvangvoorzieningen in Nederland, het eerste interview (T0) plaatsgevonden (peildatum 15 nov 2012). Gevraagd is naar onder andere psychische en lichamelijke gezondheid, middelengebruik, schulden, dagbesteding, kwaliteit van leven, veerkracht, coping, vervulling van psychologische basisbehoeften, werkrelatie met de begeleider en persoonlijke doelen voor herstel. Op het moment van uitstroom uit de opvangvoorziening tot maximaal zes maanden na T0, vindt het eerste vervolginterview plaats. Dit is ondertussen afgenomen bij 75 jongeren met een responspercentage van 70%. Ook het tweede vervolginterview, dat plaats vindt negen maanden na instroom in de opvangvoorziening, is al afgenomen bij 11 jongeren. Ook is afname van start gegaan van de vragenlijst over de werkrelatie tussen de jongere en de begeleider vanuit het perspectief van de hulpverlener. De mate van congruentie tussen de beoordeling van de werkrelatie door zowel de jongere en de begeleider wordt meegenomen in de effectiviteitstoets van de Houvastmethodiek op T1.
De instroom van jongeren in de effectstudie Houvast loopt op dit moment achter op de geplande instroom op basis van de instroomgegevens van deelnemende voorzieningen in 2011. Belangrijkste redenen hiervoor zijn dat veel voorzieningen te maken hebben met bezuinigingen en daardoor minder plekken beschikbaar hebben en door veranderingen in start en uitvoering van het begeleidingstraject waardoor interviews tegen verwachting in om praktische en/of methodologische redenen niet gerealiseerd konden worden in twee opvangvoorzieningen. Door de periode van dataverzameling in een aantal voorzieningen met drie maanden te verlengen kan er toch een goed resultaat behaald worden en kunnen de geplande onderzoeksvragen nog steeds overtuigend beantwoord worden.
De medewerkers van instellingen in de experimentele conditie hebben afgelopen jaar twee bijscholingsdagen ontvangen in de Houvastmethodiek. De medewerkers geven aan zeer enthousiast te zijn over het werken met de krachtgerichte basismethodiek. Ook is er bij elke instelling in de experimentele conditie een uitgebreide audit modelgetrouwheid van de Houvastmethodiek uitgevoerd en teruggekoppeld naar de medewerkers. De resultaten van de audit biedt goede handvatten voor verdere borging van de Houvastmethodiek in de organisatie.