Mobiele menu

De validiteit van de ouder- en leerkrachtversie van de SDQ voor 4-7 jarigen

Projectomschrijving

Vraagstuk

De SDQ helpt psychosociale problemen bij kinderen op het spoor te komen. Het is een veel kortere vragenlijst dan veel andere instrumenten. Zijn de ouderversie en de leerkrachtversie ook betrouwbaar voor kinderen van 4-7 jaar? In dat geval is het instrument ook voor deze leeftijdscategorie een gebruiksvriendelijk alternatief voor het vroegtijdig vaststellen van psychosociale problemen.

Onderzoek

Om de betrouwbaarheid en validiteit van de test vast te stellen, vulden leerkrachten en ouders van 2.000 kinderen (4-7 jaar) de SDQ drie jaar lang elk jaar in. Alle gegevens zijn vervolgens uitgebreid statistisch geanalyseerd.

Uitkomst

De ouder- en leerkrachtversie van de SDQ zijn valide instrumenten om in te zetten voor de screening op psychosociale problemen bij kinderen in de leeftijd van 4-7 jaar.

Verspreiding en implementatie

De resultaten van alle projecten rond de SDQ worden bijeengebracht. Dit leidt uiteindelijk tot één SDQ-handleiding voor alle doelgroepen.

Dit project heeft een vervolg gekregen in project 15700095020.

Producten

Titel: Probleemgedrag bij jonge kinderen: meten is weten?
Auteur: Lisanne Stone
Titel: Psychometric Properties for the Parent and Teacher Version of the Strengths and Difficulties Questionnaire for 4-12 year-olds: A Review.
Auteur: Stone L.L., Otten R., Engels R.M.C.E., Vermulst A.A., Janssens J.M.A.M.
Magazine: Clinical Child and Family Psychology Review

Verslagen


Eindverslag

In deze studie worden de psychometrische eigenschappen (betrouwbaarheid en meerdere validiteitsaspecten) van de Strengths and Difficulties Questionnaire (SDQ) voor leerkrachten en ouders onderzocht (Goodman, 1997). Het betreft een vragenlijst voor het signaleren van psychosociale problemen bij kinderen. In dit project betreft het kinderen uit de groepen 1-4 van basisscholen (4-7 jaar). Het onderzoek vindt plaats bij leerkrachten en ouders van ca. 2000 kinderen. Stabiliteit van en veranderingen in psychosociale problemen, zoals gemeten met de SDQ, worden vastgesteld door ouders en leerkrachten te vragen de SDQ drie keer in te vullen, steeds met een interval van een jaar. Op alle drie de meetmomenten wordt de interne consistentie (Cronbachs alpha) berekend. Op alle drie de meetmomenten wordt de construct validiteit (interne structuur) van de ouder- en leerkrachtversie van de SDQ onderzocht door middel van multigroup confirmatieve factoranalyse. De congruente validiteit van de ouderversie van de SDQ wordt vastgesteld door SDQ-scores van kinderen te correleren met bij hun ouders en leerkrachten te verzamelen CBCL-scores die ook psychosociale problematiek bij kinderen meten. De concurrente validiteit van de ouderversie van de SDQ wordt bepaald door na te gaan of kinderen die volgens hun ouders hoog scoren op de SDQ ook volgens hun leerkrachten psychosociale problematiek vertonen (vast te stellen met de TRF). De concurrente validiteit van de leerkrachtversie van de SDQ wordt bepaald door na te gaan of kinderen die volgens hun leerkrachten hoog scoren op de SDQ ook volgens hun ouders psychosociale problematiek vertonen (vast te stellen met de CBCL). Daarnaast wordt nagegaan of kinderen die volgens hun ouders meer dagelijkse beslommeringen geven (vast te stellen met de Parenting Daily Hassles vragenlijst van Crnic en Booth (1991)) en kinderen wier ouders meer inadequaat opvoeden (vast te stellen met The Parenting Scale van Arnold, O'Leary, Wolf, & Acker (1993)), hoger scoren op de ouder- en leerkrachtversie van de SDQ dan kinderen die minder dagelijkse beslommeringen geven of wier ouders meer adequaat opvoeden. De predictieve validiteit van de SDQ wordt onderzocht door na te gaan of ouders van kinderen met consistent hoge SDQ-scores en ouders van kinderen bij wie de problematiek in de loop der tijd toeneemt, een grotere behoefte hebben aan formele en informele opvoedingsondersteuning dan ouders van kinderen met lage SDQ-scores. Via trajectanalyse wordt nagegaan of er groepen kinderen onderscheiden kunnen worden die verschillen wat betreft ontwikkeling van psychosociale problematiek (bijvoorbeeld kinderen die consistent laag of hoog blijven scoren op de SDQ en kinderen bij wie de problematiek in de loop der tijd toe- of afneemt).

In deze studie worden de psychometrische eigenschappen (betrouwbaarheid en meerdere validiteitsaspecten) van de Strengths and Difficulties Questionnaire (SDQ) voor leerkrachten en ouders onderzocht (Goodman, 1997). Het betreft een vragenlijst voor het signaleren van psychosociale problemen bij kinderen. In dit project betreft het kinderen uit de groepen 1-4 van basisscholen (4-7 jaar). Het onderzoek vindt plaats bij leerkrachten en ouders van 2000 kinderen. Stabiliteit van en veranderingen in psychosociale problemen, zoals gemeten met de SDQ, worden vastgesteld door ouders en leerkrachten te vragen de SDQ drie keer in te vullen, steeds met een interval van een jaar. Op alle drie de meetmomenten wordt de interne consistentie (Cronbachs alpha) berekend. Op alle drie de meetmomenten wordt de construct validiteit (interne structuur) van de ouder- en leerkrachtversie van de SDQ onderzocht door middel van multigroup confirmatieve factoranalyse. De congruente validiteit van de ouderversie van de SDQ wordt vastgesteld door SDQ-scores van kinderen te correleren met bij hun ouders en leerkrachten te verzamelen CBCL-scores die ook psychosociale problematiek bij kinderen meten. De concurrente validiteit van de ouderversie van de SDQ wordt bepaald door na te gaan of kinderen die volgens hun ouders hoog scoren op de SDQ ook volgens hun leerkrachten psychosociale problematiek vertonen (vast te stellen met de TRF). De concurrente validiteit van de leerkrachtversie van de SDQ wordt bepaald door na te gaan of kinderen die volgens hun leerkrachten hoog scoren op de SDQ ook volgens hun ouders psychosociale problematiek vertonen (vast te stellen met de CBCL). Daarnaast wordt nagegaan of kinderen die volgens hun ouders meer dagelijkse beslommeringen geven (vast te stellen met de Parenting Daily Hassles vragenlijst van Crnic en Booth (1991)) en kinderen wier ouders meer inadequaat opvoeden (vast te stellen met The Parenting Scale van Arnold, O'Leary, Wolf, & Acker (1993)), hoger scoren op de ouder- en leerkrachtversie van de SDQ dan kinderen die minder dagelijkse beslommeringen geven of wier ouders meer adequaat opvoeden. De predictieve validiteit van de SDQ wordt onderzocht door na te gaan of ouders van kinderen met consistent hoge SDQ-scores en ouders van kinderen bij wie de problematiek in de loop der tijd toeneemt, een grotere behoefte hebben aan formele en informele opvoedingsondersteuning en/of daarvan frequenter gebruik hebben gemaakt dan ouders van kinderen met lage SDQ-scores of ouders van kinderen bij wie SDQ-scores lager worden in de loop der tijd. Via trajectanalyse wordt nagegaan of er groepen kinderen onderscheiden kunnen worden die verschillen wat betreft ontwikkeling van psychosociale problematiek (bijvoorbeeld kinderen die consistent laag of hoog blijven scoren op de SDQ en kinderen bij wie de problematiek in de loop der tijd toe- of afneemt). Tevens wordt onderzocht of die stabiliteit van en veranderingen in SDQ-scores consistent parallel lopen met stabiliteit en veranderingen in opvoedingsgedrag van ouders.

Samenvatting van de aanvraag

Vraagstuk

De SDQ helpt psychosociale problemen bij kinderen op het spoor te komen. Het is een veel kortere vragenlijst dan veel andere instrumenten. Zijn de ouderversie en de leerkrachtversie ook betrouwbaar voor kinderen van 4-7 jaar? In dat geval is het instrument ook voor deze leeftijdscategorie een gebruiksvriendelijk alternatief voor het vroegtijdig vaststellen van psychosociale problemen.

Onderzoek

Om de betrouwbaarheid en validiteit van de test vast te stellen, vulden leerkrachten en ouders van 2.000 kinderen (4-7 jaar) de SDQ drie jaar lang elk jaar in. Alle gegevens zijn vervolgens uitgebreid statistisch geanalyseerd.

Uitkomst

De ouder- en leerkrachtversie van de SDQ zijn valide instrumenten om in te zetten voor de screening op psychosociale problemen bij kinderen in de leeftijd van 4-7 jaar.

Verspreiding en implementatie

De resultaten van alle projecten rond de SDQ worden bijeengebracht. Dit leidt uiteindelijk tot één SDQ-handleiding voor alle doelgroepen.

Dit project heeft een vervolg gekregen in project 15700095020.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
157002001
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2008
2014
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. R. Otten
Verantwoordelijke organisatie:
Radboudumc