Mobiele menu

Actieonderzoek 'Baanbrekende Professionals': eenvoud en samenhang door grenzenwerk binnen wijkgericht werken

Projectomschrijving

Jongeren willen zich fijn en veilig voelen op de plekken waar hun leven zich afspeelt.
Wandelinterviews met 35 jongeren in Groningen suggereerden dat jongeren die in hun leven op
onveilige plekken komen zich voor de keuze gesteld zien het ‘goede’ of het ‘slechte’ pad te volgen.
Zij gaven aan dat veilige plekken en positieve rolmodellen op school, op straat en zeker op de
sportvereniging hen helpen betere keuzes voor henzelf te maken.

Dit roept de vraag op hoe de betrokken professionals, mantelzorgers, vrijwilligers en andere
inwoners rond een leefplek van jongeren samen kunnen werken aan het gelijktijdig verbeteren van
de plek en vroegtijdig signaleren van problemen van jongeren.

Binnen een actieonderzoek werkten drie teams daartoe aan samenwerking met de betrokkenen
rond een leefplek: sportverenigingen, de eigen woonbuurt, en huisvestingsproblemen bij mbojongeren.
Actiedoelen per betrokken groep stimuleerden de teams door bestaande grenzen heen
te breken en met betrokkenen een aanpak te ontwikkelen die helpt een leefplek fijner en veiliger te
maken voor jongeren. De teams hielden bij of ze hun actiedoelen haalden en bespraken ze wat ze
daarvan konden leren.

Verslagen


Eindverslag

Jongeren willen zich fijn en veilig voelen op de plekken waar hun leven zich afspeelt. Wandelinterviews met jongeren in Groningen suggereerden dat jongeren die in hun leven op onveilige plekken komen zich voor de keuze gesteld voelen het ‘goede’ of het ‘slechte’ pad te volgen. Zij gaven aan dat veilige plekken en positieve rolmodellen op school, op straat en zeker op de sportvereniging hen helpen betere keuzes voor henzelf te maken.

Dit roept de vraag op hoe de betrokken professionals, mantelzorgers, vrijwilligers en andere betrokkenen rond een leefplek van jongeren samen kunnen werken aan het gelijktijdig verbeteren van de plek en vroegtijdig signaleren en oppakken van problemen bij jongeren.

Binnen een actieonderzoek werkten drie teams daartoe aan samenwerking met de betrokkenen rond een leefplek: sportverenigingen, de eigen woonbuurt, en huisvestingsproblemen bij mbo-jongeren.

Actiedoelen per betrokken groep stimuleerden de teams door bestaande grenzen heen te breken en met betrokkenen een aanpak te ontwikkelen die helpt een leefplek fijner en veiliger te maken voor jongeren. De teams hielden bij of ze hun actiedoelen haalden en bespraken ze wat ze daarvan konden leren. Dit leidde tor drie elkaar aanvullende leefplek gerichte werkwijzen.

Baanbrekende professionals: naar meer eenvoud en samenhang in wijkgericht werken

Jongeren willen zich thuis en veilig voelen op de plekken waar hun leven zich afspeelt. Sociale wijkteams proberen jongeren en gezinnen in kwetsbare posities hierin te ondersteunen. De diverse disciplines vullen elkaar aan, maar dat is ook lastig voor jongeren: wie doet wat en hoe past dat bij elkaar?

In dit praktijkonderzoek experimenteren 12 medewerkers uit drie teams met het over de grenzen van hun eigen beroepen en over de grenzen van belangrijke plekken voor jongeren heen te kijken bij het helpen realiseren van een prettige, veilige leefwereld.

Het onderzoek bestaat uit drie praktijkexperimenten. De baanbrekende professionals hebben deze experimenten zelf ingebracht en opgezet vanuit hun ervaringen met de problematiek van deze jongeren en hun gezinnen in Groningen.

De experimenten vullen elkaar aan, omdat ze elk op een andere voor jongeren belangrijke leefplek zijn gericht. Zo kan de bredere toepasbaarheid van een nieuwe benadering worden onderzocht.

School als wijk richt zich op een beter begrip en efficiëntere aanpak van huisvestingsproblemen bij MBO-studenten die tot schooluitval zouden kunnen leiden.

Sport als wijk richt zich op samenwerking met sportverenigingen, zodat deze een fijne, veilige plek zijn voor jongeren en individuele problemen vroegtijdig worden gesignaleerd en passend opgepakt.

In Straat als wijk wordt een buurtstraat-team opgezet voor een straat waar heel veel hulpverleners over de vloer komen. Door dagelijkse aanwezigheid in de straat en betrokkenheid bij individuele gevallen, wordt gestreefd naar meer samen met bewoners werken aan de straat als een sociaal fijne en fysiek vellige buurt voor jongeren om in op te groeien.

Het overkoepelende doel is dat de baanbrekende professionals met elkaar leren reflecteren als team en een gezamenlijke werkwijze ontwikkelen die bijdraagt aan de volgende transities in wijkgericht werken:
1. Van op zoek naar de hulpvraag naar op zoek naar het leven achter de vraag.
2. Van starten bij de professionele expertise naar starten bij de leefwereld van de jongere.
3. Van vele, wisselende gezichten leveren versnipperde diensten naar herkenbare WIJ-medewerkers dragen zorg voor eenvoud en samenhang.
4. Van een complexe diversiteit van gegroeide benaderingen en toevallige werkwijzen naar een gezamenlijke benadering die voortvloeit uit een reflectieve praktijk,
5. Van coördinatoren en projectleiders die de snippers van bovenaf verbinden en de diversiteit proberen te managen naar lerende WIJ-teams die proactief ruimte nemen om grenzen te stellen, bewaken, overbruggen, bevragen en verleggen.

Samenvatting van de aanvraag

Voor veel kwetsbare jongeren en gezinnen geldt dat het aanbod van hulp hen niet, moeizaam of te laat bereikt. Omgekeerd komt ook te snelle doorverwijzing naar specialistische hulp voor, of komen te veel hulpverleners over de vloer wanneer jongeren en hun ouders al in het hulpverleningscircuit zitten. Voor kwetsbare mensen is de wereld van hulpverlening een complex woud aan gezichten, loketten, partijen, regels, formulieren en rekeningen.

Dit kan te maken hebben met de (complexe) aard van de hulpvraag en met persoonsgebonden kenmerken (inkomen, opleidingsniveau, woonsituatie). Het 'verdwalen’ heeft zeker ook te maken met problemen in (de structurering van) het aanbod in het jeugdhulpsysteem zelf.

Het actieonderzoek 'Baanbrekende professionals' zoekt samen met jongeren en ouders naar meer eenvoud, samenhang en laagdrempelige ondersteuning rond plekken die in hun dagelijks leven belangrijk zijn.

Professionals ervaren weinig ruimte voor levensondersteuning en verrijking van de mogelijkheden van jongeren in kwetsbare posities. Zij wijten dit aan de volgende factoren: (1) Extreme regel- en verantwoordingsdruk en de daaruit voorkomende tijdrovende administratie. (2) Niet de behoefte achter de vraag, maar de logica van het hulpsysteem en voorhanden aanbod zijn leidend. Deze factoren dwingen professionals tot enkelvoudige oplossingen en snelle doorverwijzingen, waarbij het verhaal achter de probleemsituatie weinig aandacht krijgt. Dit leidt tot stress, frustratie, onbegrip en onzekerheid bij zowel jongeren en ouders als professionals. Bovendien laten hoge case loads en urgentie van individuele hulpvragen weinig ruimte voor (investeren in) collectieve, preventieve ondersteuning.

Het voorgestelde actieonderzoek schept praktische experimenteerruimte om de problematiek van kwetsbare jongeren en gezinnen in een breed en preventief perspectief te plaatsen aansluitend bij hun leefwereld.

Het actieonderzoek werkt met 3 praktijkexperimenten aan eenvoud, samenhang en menselijke maat in wijkgerichte ondersteuning voor kwetsbare jongeren en gezinnen in Groningen-stad. Professionals verrichten daarbij 'grenzenwerk': al-doende-lerend pionieren ze ter plekke met flexibele inzet van concepten en vaardigheden over grenzen van beroepsrollen (opbouwwerker, straatwerker, gezinsbegeleider), domeinen (woon, onderwijs, sport) en hulpsystemen. Als grenzenwerkers verschuiven zij hun focus van controleren of ze aan regelgeving voldoen naar het oprekken van systeemgrenzen in wijkgericht(samen)werken.

Elk experiment heeft een plaatsgebonden aandachtsgebied: A. Wonen, B. Sport C. School. Team A zet professionals in als grenzenwerkers in een straat waar de meeste gezinnen meervoudige hulp krijgen. Team B zet in op preventieve samenwerking tussen wijkteams en sportclubs. Team C zet professionals in op het snijvlak tussen wijk en school.

Stapsgewijs gaan deze grenzenwerkers en hun ondersteuningsteams - samen met participerende jongeren en gezinnen uit de wijk en het projectteam - een cyclisch leer- en verbeterproces in. De gedeelde aanpak binnen en uitwisseling tussen de experimenten brengt stukje bij beetje samenhang in de ondersteuning van betrokken kwetsbare gezinnen.

Het team met grenzenwerkers reflecteert tijdens de praktijkexperimenten op wat (niet) werkt, delen hun leerervaringen met het projectteam en participanten en zetten gezamenlijk nieuwe acties uit voor ervaren knelpunten in straat, wijk en stad. Voor het monitoren van leerervaringen en het ophalen van 'best practices' wordt gebruik gemaakt van Reflexieve Monitoring in Actie technieken, zoals de Dynamische Leer Agenda.

In het onderzoek brengt het concept 'Home & Place making' - een beproefde benadering uit het revalidatie- en zorgdomein - samenhang. Deze sociaalgeografisch geïnspireerde manier van denken en werken bij de hulp aan kwetsbare groepen, draait om het scheppen van thuisgevoel en veiligheid op die plekken waar het leven van mensen zich afspeelt.

In dit actieonderzoek gaat het om levensondersteuning op voor kwetsbare jongeren en gezinnen persoonlijk belangrijke woon-, onderwijs- en vrijetijdsplekken. Vraaggerichte mapping-technieken brengen het huidige netwerk van plekken in kaart (het NU) en maken waar nodig een vergelijking met een vroeger netwerk van plekken (het TOEN), bijvoorbeeld na een ingrijpende gebeurtenis. Deze 'plekkenkaarten' maken nieuwsgierig naar de verhalen achter en wisselwerking tussen plekken. Coachende vragen verbinden het 'kwetsbare zelf' in het heden (het NU) met het 'mogelijke zelf' in de toekomst (het STRAKS) en richten zich op plekken die jongeren zich later eigen willen maken.

De sociale geografie leert ons dat ‘sense of self’ onlosmakelijk verbonden is met een 'sense of place'. De overkoepelende vraag in dit actieonderzoek is hoe bewust grenzenwerk, ondersteund door de 'Home & Place making' benadering, professionals helpt meer eenvoud, samenhang en menselijke maat in de ondersteuning van kwetsbare jongeren en gezinnen te brengen.

Kenmerken

Projectnummer:
744220108
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2020
2022
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
M.A.G. van Offenbeek
Verantwoordelijke organisatie:
Rijksuniversiteit Groningen