Mobiele menu

Behandelen van gedragsproblemen bij kinderen in multi-probleem gezinnen: In-Vivo coaching in Parent-Child Interaction Therapy (PCIT) geanalyseerd

Projectomschrijving

Dit onderzoeksproject focust zich op de werkzame elementen van de Parent-Child Interaction Therapy (PCIT), één van de weinige interventies voor jonge kinderen met gedragsproblemen en hun ouders waarbij aangetoond is dat het risico op kindermishandeling verkleind wordt. Bij PCIT wordt gebruik gemaakt van in-vivo (ofwel live) coaching ten behoeve van gedragsverandering bij de ouder (vergroten ouderschapsvaardigheden, vermindering ouderlijke stress) en bij het kind (vermindering gedragsproblemen) om de ontwikkelkansen van het kind te vergroten. De coaching wordt door de therapeuten zelf als een zeer effectief onderdeel gezien, echter is er weinig zicht op het gebruik en de effectiviteit van de verschillende coachingstechnieken. Het doel binnen dit project was om -via observatie en door de visie van de therapeut zelf- het inzicht te vergroten in de mate van effectiviteit van de verschillende coachingstechnieken.

Resultaten

Uit de resultaten blijkt dat er voornamelijk door therapeuten gebruik wordt gemaakt van positieve bekrachtiging in de vorm van gerichte en algemene complimenten door therapeuten. Tevens wordt het voordoen van positieve opvoedvaardigheden ook vaak ingezet als techniek door therapeuten, om zo ouders te stimuleren in het laten zien van een positieve opvoedvaardigheid. Er is echter geen verband gevonden tussen de coachingsvaardigheden van therapeuten en het voorkomen van kindermishandeling en het verminderen van gedragsproblemen.

Verslagen


Eindverslag

Dit onderzoeksproject focust zich op de werkzame elementen van de Parent-Child Interaction Therapy (PCIT), één van de weinige interventies voor jonge kinderen met gedragsproblemen en hun ouders waarbij aangetoond is dat het risico op kindermishandeling verkleind wordt. Bij PCIT wordt gebruik gemaakt van in-vivo (ofwel live) coaching ten behoeve van gedragsverandering bij de ouder (vergroten ouderschapsvaardigheden, vermindering ouderlijke stress) en bij het kind (vermindering gedragsproblemen) om de ontwikkelkansen van het kind te vergroten. De coaching wordt door de therapeuten zelf als een zeer effectief onderdeel gezien, echter is er weinig zicht op het gebruik en de effectiviteit van de verschillende coachingstechnieken. Het doel binnen dit project was om -via observatie en door de visie van de therapeut zelf- het inzicht te vergroten in de mate van effectiviteit van de verschillende coachingstechnieken. Uit de resultaten blijkt dat er voornamelijk door therapeut gebruik wordt gemaakt van positieve bekrachtiging in de vorm van gerichte en algemene complimenten door therapeuten. Tevens wordt het voordoen van positieve opvoedvaardigheden ook vaak ingezet als techniek door therapeuten, om zo ouders te stimuleren in het laten zien van een positieve opvoedvaardigheid. Er is echter geen verband gevonden tussen de coachingsvaardigheden van therapeuten en het voorkomen van kindermishandeling en het verminderen van gedragsproblemen.

In elke schoolklas in Nederland heeft gemiddeld één kind te maken met een vorm van kindermishandeling. Parent-Child Interaction Therapy (PCIT) is één van de weinige interventies voor jonge kinderen met gedragsproblemen en hun ouders waarvan is aangetoond dat het risico op kindermishandeling verkleind wordt.
Aangezien er nog weinig bekend is over de werkzame factoren van de coaching binnen de PCIT richt huidig onderzoeksproject zich op dit kernelement van de therapie met als doel om de effectiviteit van PCIT als behandeling voor gezinnen waarbij er sprake is van (risico op) kindermishandeling te verbeteren.
Binnen de rijke onderzoekstraditie van PCIT is een codeersysteem ontwikkelt dat specifieke therapeutische vaardigheden onderscheidt binnen de twee fases van de therapie, het Therapist-Parent Interaction Coding System (TPICS). Hierdoor wordt het mogelijk om te onderzoeken of er een relatie is tussen de coachingstechnieken van de therapeut en een toename van de opvoedvaardigheden bij ouders.

Wanneer de therapeut de coachingstechnieken effectiever inzet, kan therapieduur verkort worden en de opbrengsten toenemen (toename van opvoedvaardigheden en afname van gedragsproblemen bij het kind) mede omdat uitval mogelijk vaker voorkomen wordt. Het aanpakken van deze risicofactoren van kindermishandeling, heeft een preventief effect.

Samenvatting van de aanvraag

Kindermishandeling in Nederland komt veelvuldig voor. Gemiddeld heeft één kind in elke schoolklas te maken met een vorm van kindermishandeling. Gezien de ernst van de gevolgen hiervan op de ontwikkeling van het kind is het noodzakelijk om kindermishandeling vroegtijdig aan te pakken en te voorkomen. Ondanks de inspanningen van betrokken instanties blijkt het een complexe opgave om dit aantal terug te dringen. De gezinnen waarbij (risico op) kindermishandeling aan de orde is, zijn vaak multi-probleem gezinnen en het betreft een doelgroep waarbij de draaglast niet in verhouding staat tot de draagkracht. Kennis over de werkzame elementen van interventies gericht op het voorkomen van kindermishandeling is bovendien beperkt.

Parent-Child Interaction Therapy (PCIT) is één van de weinige interventies voor jonge kinderen met gedragsproblemen en hun ouders waarbij aangetoond is dat het risico op kindermishandeling verkleind wordt. Bij PCIT wordt gebruik gemaakt van in-vivo coaching ten behoeve van gedragsverandering bij de ouder (vergroten ouderschapsvaardigheden, vermindering ouderlijke stress) en bij het kind (vermindering gedragsproblemen) om de ontwikkelkansen van het kind te vergroten. Over werkzame factoren in de coaching van de therapeut binnen PCIT is echter nog weinig bekend en is in Nederland niet eerder onderzocht. Huidig onderzoeksproject zal zich hierop focussen.

Ten aanzien van de behandeling van ouders en kinderen waarbij (risico op) kindermishandeling speelt, is het zinvol om te weten hoe gedragsverandering van ouders in relatie tot de coaching van de therapeut tot stand komt. Elke kwaliteitsslag in een effectief behandeltraject (zoals PCIT) die een vermindering van intensiteit voor het gezin beoogt kan de kans van slagen in het bereiken van deze gezinnen vergroten, uitval verminderen en daarmee de prevalentie van kindermishandeling verminderen.

Binnen de rijke onderzoekstraditie van PCIT is een codeersysteem ontwikkelt wat specifieke therapeutische vaardigheden onderscheidt, het Therapist-Parent Interaction Coding System (TPICS). De vaardigheden zijn te onderscheiden in responsieve en directieve vaardigheden. Hierdoor wordt het mogelijk om te onderzoeken welke coachingsstijl van de therapeut mediërend is van de ene sessie naar de andere in het doen toenemen van de ouderschapsvaardigheden. In eerder onderzoek naar PCIT in Nederland is er gekeken naar de effecten van de behandeling. In huidig onderzoek zal er gerichter gekeken worden naar welke factoren hierop van invloed zijn. Er wordt gebruik gemaakt van bestaande data en video-opnames van eerder onderzoek naar de effectiviteit van PCIT.

Er wordt onderzocht wat de relatie is van de coachingsvaardigheden van de therapeut ten aanzien van het verhogen van de ouderschapsvaardigheden en het verminderen van de gedragsproblemen van het kind van de ene sessie naar de andere sessie. Gekeken wordt bijvoorbeeld naar het gedrag van ouder en kind wanneer een therapeut voornamelijk directieve of responsieve coaching toepast. Daarnaast wordt bekeken of er specifieke coachingstechnieken zijn die in relatie staan met uitval van gezinnen. Ook worden de PCIT therapeuten in de klinische praktijk in Nederland bevraagd middels een vragenlijst over hun ervaringen met de verschillende coachingsstijlen. Hierbij is het bijvoorbeeld interessant om te weten of therapeuten hun coachingsstijl per gezin aanpassen en zo ja, hoe en op basis van welke factoren. Wanneer er in dit onderzoek bepaalde coachingsvaardigheden als effectief naar voren komen, zal ten slotte getoetst worden of deze ook buiten PCIT als helpende attitude herkend worden door andere professionals die te maken hebben met gezinnen met jonge kinderen waarbij (risico op) kindermishandeling speelt.

De bevindingen en de opgedane kennis over mogelijke werkzame elementen worden vervolgens overgedragen naar de dagelijkse praktijk van PCIT therapeuten middels een factsheet. Het project wordt uitgevoerd door een deskundige projectgroep. Hierin is veel aandacht voor de balans tussen wetenschap en praktijk, met als gezamenlijke doelstelling om de effectiviteit van PCIT als behandeling voor gezinnen waarbij sprake is van (risico op) kindermishandeling te verbeteren.

Kenmerken

Projectnummer:
741200003
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2017
2020
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Drs. M.N. Mos
Verantwoordelijke organisatie:
Amsterdam UMC - locatie AMC