Mobiele menu

Stevig Ouderschap: Het versterken van eigen kracht van ouders/verzorgers met een verhoogd risico op opvoedingsproblematiek

Projectomschrijving

Volgens Jeugdgezondheidszorg (JGZ) professionals kampt 15% van de gezinnen met kinderen tot 12 jaar met opvoedproblemen, waarvan 1% met ernstige problemen, zoals bijvoorbeeld kindermishandeling of verwaarlozing. Stevig Ouderschap (SO) is een methodiek voor gezinnen met een pasgeboren kind, gericht op het verkleinen van het risico op opvoedingsproblemen. Dit wordt gerealiseerd door het aanbieden van extra steun thuis bij deze gezinnen. Vooralsnog is alleen het effect van SO op de psychosociale ontwikkeling van het kind onderzocht. Of SO ook de eigen kracht van ouders/verzorgers versterkt is onbekend.

Ouders en verpleegkundige ervaren SO als positief. Driekwart van de ouders vinden de interventie (zeer) zinvol en voelen zich zekerder en gegroeid als ouder. De door ouders ervaren positieve effecten zijn met de opzet van het onderzoek niet aangetoond.

Verslagen


Eindverslag

Uit onderzoek blijkt dat meer dan één derde van de ouders aangeeft zich in het afgelopen jaar wel eens zorgen te hebben gemaakt over de opvoeding of ontwikkeling van hun thuiswonende kind(eren). Volgens Jeugdgezondheidszorg (JGZ) professionals kampt 15% van de gezinnen met kinderen tot twaalf jaar met daadwerkelijke opvoedproblemen (SCP, 2005), waarbij er in tien procent van de gezinnen sprake is van lichte problemen, bij vier procent matige problemen en bij één procent wordt de problematiek ernstig genoemd. Onder ernstige opvoedproblemen vallen o.a. kindermishandeling en verwaarlozing. Ernstige opvoedproblemen kunnen bij het kind een breed scala aan negatieve korte en lange termijn effecten hebben op zowel lichamelijk, emotioneel als psychosociaal gebied.

Het grote aantal gezinnen dat te maken krijgt met opvoedproblemen en de ernstige gevolgen die deze problemen kunnen hebben voor de kinderen, benadrukken het belang van vroegtijdige ondersteuning. Het heeft de voorkeur om in de eigen omgeving van het gezin ondersteuning te bieden, waarbij de eigen kracht van de ouders wordt versterkt. Stevig Ouderschap (SO) is een preventieve methodiek voor gezinnen in de prenatale fase of met een pasgeboren kind, gericht op het verkleinen van het risico op opvoedingsproblemen. Dit hoofddoel van SO wordt gerealiseerd door het aanbieden van extra steun thuis bij gezinnen met risicofactoren voor opvoedingsproblemen (dmv de SO-vragenlijst wordt vastgesteld of risicofactoren bij ouders aanwezig zijn).
SO is gericht op de volgende eigen kracht elementen: 1) het activeren/versterken van sociale netwerken rond ouders, 2) het bevorderen van opvoedcompetenties van ouders, en 3) het weer grip krijgen op hun eigen leven. Vooralsnog is het effect van SO op de volgende uitkomstmaten onderzocht: de fysieke en psychosociale ontwikkeling van het kind, de pedagogische interactie en het risico op ernstige opvoedingsproblemen. Of SO ook de eigen kracht van ouders versterkt is onbekend.

De doelstelling van dit project is vaststellen of SO effect heeft op het versterken van de eigen kracht van ouders met een verhoogd risico op opvoedingsproblematiek (op kinderleeftijd 12 en 18 maanden). Onder Eigen Kracht wordt in dit onderzoek het volgende verstaan: het versterken van het sociale netwerk, de zelfredzaamheid, de opvoedingsvaardigheden en veerkracht. Daarnaast wordt onderzocht welke kenmerken van ouders, kind, verpleegkundige of organisaties van invloed zijn op: a) de effectiviteit van SO m.b.t. het versterken van de eigen kracht van ouders en b) de overdraagbaarheid en brede implementatie van SO.

Dit project bestaat uit 2 delen en heeft een looptijd van 24 maanden.
Deel 1 betreft een voor, tussen- en nameting met interventiegroep en vergelijkingsgroep in het werkgebied van twee JGZ-organisaties. Een organisatie in de regio Rotterdam-Rijnmond (CJG Rijnmond) waarbij SO onderdeel uitmaakt van het zorgaanbod (met uitzondering van het zorgteam in Goeree-Overflakkee, daar is SO nooit onderdeel geweest van het zorgaanbod) en een organisatie in de regio Zuid-Holland Zuid (Rivas Zorggroep) waar SO tot 1 januari 2014 onderdeel was van het zorgaanbod. De controlegroep is afkomstig uit de gebieden waar SO geen onderdeel (meer) uitmaakt van het zorgaanbod, de interventiegroep komt uit de regio Rotterdam-Rijnmond. Verpleegkundigen in beide regio’s zijn dus geschoold in het geven van SO. De verpleegkundigen uit Zuid-Holland Zuid, bieden echter sinds 1 januari 2014 alleen hun reguliere zorg. Dit houdt in dat ouders de reguliere contactmomenten krijgen aangeboden, en indien nodig worden doorverwezen naar meer specialistische hulp (oa. een Indicatie Huisbezoek, een Video Hometraining begeleid door een pedagoog en diverse cursussen die gericht zijn op het beter begrijpen van het gedrag van hun kind).
Gedurende de periode tot 18 maanden is er een drietal vragenlijsten afgenomen bij ouders uit zowel de interventie- als de vergelijkingsgroep: met de start van de interventie (k

Uit onderzoek blijkt dat meer dan één derde van de ouders aangeeft zich in het afgelopen jaar wel eens zorgen te hebben gemaakt over de opvoeding of ontwikkeling van één of meerdere van hun thuiswonende kinderen. Volgens Jeugdgezondheidszorg (JGZ) professionals kampt 15% van de gezinnen met kinderen tot 12 jaar met daadwerkelijke opvoedproblemen (peiling Jeugd en Gezondheid van het Sociaal en Cultureel Planbureau, 2005), waarbij er in 10 procent van de gezinnen sprake is van lichte problemen, bij 4 procent matige problemen en bij 1 procent wordt de problematiek ernstig genoemd. Onder ernstige opvoedproblemen vallen o.a. kindermishandeling en verwaarlozing. Ernstige opvoedproblemen kunnen bij het kind een breed scala aan negatieve korte en lange termijn effecten hebben op zowel lichamelijk, emotioneel als psychosociaal gebied.

Het grote aantal gezinnen dat te maken krijgt met opvoedproblemen en de ernstige gevolgen die deze problemen kunnen hebben voor de kinderen, benadrukken het belang van vroegtijdige ondersteuning bij opvoedproblemen. Het heeft de voorkeur om in de eigen omgeving van het gezin ondersteuning te bieden, waarbij de eigen kracht van de ouders wordt versterkt.

Stevig Ouderschap (Stevig Ouderschap) is een methodiek voor gezinnen met een pasgeboren kind, gericht op het verkleinen van het risico op opvoedingsproblemen. Dit hoofddoel van Stevig Ouderschap wordt gerealiseerd door het aanbieden van extra steun thuis bij gezinnen met opvoedingsproblemen, gericht op de volgende eigen kracht elementen van ouders/verzorgers: 1) het activeren/versterken van sociale netwerken rond ouders/verzorgers, 2) het bevorderen van opvoedcompetenties van ouders/verzorgers, 3) het weer grip krijgen op eigen leven.

Vooralsnog is alleen het effect van Stevig Ouderschap op de psychosociale ontwikkeling van het kind onderzocht. Of Stevig Ouderschap ook de eigen kracht van ouders/verzorgers versterkt is onbekend.

De doelstelling van dit project is vaststellen of Stevig Ouderschap effect heef op het versterken van de eigen kracht elementen van ouders/verzorgers met een verhoogd risico op opvoedingsproblematiek (op kinderleeftijd 12 en 18 maanden). Daarnaast wordt onderzocht welke kenmerken van ouders/verzorger, kind, verpleegkundige of organisaties van invloed zijn op: a) de effectiviteit van Stevig Ouderschap m.b.t. het versterken van de eigen kracht van ouders/verzorgers en b) de overdraagbaarheid en brede implementatie van Stevig Ouderschap.

Dit project bestaat uit 2 delen en heeft een looptijd van 24 maanden.
Deel 1 betreft een voor- tijdens en nameting met interventiegroep (N=75) en vergelijkingsgroep (N=75) in het werkgebied van CJG Rijnmond en Rivas Zorggroep. De interventiegroep betreft ouders die de Stevig Ouderschap interventie ontvangen. De vergelijkingsgroep bestaat uit ouders/verzorgers die voldoen aan de criteria van Stevig Ouderschap, maar wonen in een regio waar Stevig Ouderschap niet aangeboden wordt. Gedurende de periode tot 18 maanden worden er een drietal vragenlijsten afgenomen bij ouders/verzorgers uit zowel de interventie- als de vergelijkingsgroep: met de start van de interventie (kind leeftijd 1-3 maanden), tijdens (kind leeftijd 12 maanden) en na de interventie (kind leeftijd 18 maanden). De vragenlijsten zijn gericht op het meten van de eigen kracht uitkomstmaten.

Deel 2 omvat kwalitatief onderzoek: interviews met ouders/verzorgers en verpleegkundigen om vast te stellen 1) welke specifieke factoren van invloed zijn op de effectiviteit van Stevig Ouderschap in termen van eigen kracht, en 2) welke kritische succes- en belemmerende factoren van invloed zijn op de overdraagbaarheid en brede implementatie van Stevig Ouderschap.
Inzicht in de succes- en belemmerende factoren zal bijdragen aan het verbeteren van de methodiek, de overdraagbaarheid en de succesvolle implementatie van Stevig Ouderschap. Wanneer aangetoond wordt dat Stevig Ouderschap een gunstig effect heeft op het versterken van de eigen kracht va

Samenvatting van de aanvraag

Meer dan één derde van de ouders zegt zich in het afgelopen jaar wel eens zorgen te hebben gemaakt over de opvoeding of ontwikkeling van één of meerdere van hun thuiswonende kinderen. Volgens Jeugdgezondheidszorg (JGZ) professionals kampt 15% van de gezinnen met kinderen tot 12 jaar met daadwerkelijke opvoedproblemen (Peiling Jeugd en Gezondheid van het Sociaal en Cultureel Planbureau, 2005), waarbij er in 10 procent van de gezinnen sprake is van lichte problemen, bij 4 procent matige problemen en bij 1 procent wordt de problematiek ernstig genoemd. Onder ernstige opvoedproblemen vallen o.a. kindermishandeling en verwaarlozing. Ernstige opvoedproblemen kunnen bij het kind een breed scala aan negatieve korte en lange termijn effecten hebben op zowel lichamelijk, emotioneel als sociaal gebied.

Het grote aantal gezinnen dat te maken krijgt met opvoedproblemen en de ernstige gevolgen die deze problemen kunnen hebben voor de kinderen, benadrukken het belang van vroegtijdige ondersteuning bij opvoedproblemen. Het heeft de voorkeur om in de eigen omgeving van het gezin ondersteuning te bieden, waarbij de eigen kracht van de ouders wordt versterkt.

Stevig Ouderschap (SO) is een methodiek voor gezinnen met een pasgeboren kind, gericht op het verkleinen van het risico op opvoedingsproblemen. Dit hoofddoel van SO wordt gerealiseerd door het aanbieden van extra steun thuis bij gezinnen met opvoedingsproblemen, gericht op de volgende eigen kracht elementen van ouders/verzorgers:1) Het activeren/versterken van sociale netwerken rond ouders/verzorgers, 2) Het bevorderen van opvoedcompetenties van ouders/verzorgers, 3) Het weer grip krijgen op eigen leven. Vooralsnog is alleen het effect van SO op de psychosociale ontwikkeling van het kind onderzocht. Of SO ook de eigen kracht van ouders/verzorgers versterkt is onbekend.

De doelstelling van dit project is vaststellen of SO effect heeft op het versterken van de eigen kracht elementen van ouders/verzorgers met een verhoogd risico op opvoedingsproblematiek (op kinderleeftijd 12 en 18 maanden). Daarnaast wordt onderzocht welke kenmerken van ouders/verzorgers, kind, verpleegkundige of organisatie van invloed zijn op: a) de effectiviteit van SO m.b.t. het versterken van de eigen kracht van ouders/verzorger en b) de overdraagbaarheid en brede implementatie van SO.

Dit project bestaat uit 2 delen en heeft een looptijd van 24 maanden. Deel 1 betreft een voor- tijdens en nameting met interventiegroep (N=75) en vergelijkingsgroep (N=75) in het werkgebied van CJG Rijnmond en Rivas Zorggroep. De interventiegroep betreft ouders die in de periode van december 2013 t/m maart 2014 starten met de SO interventie. De vergelijkingsgroep bestaat uit ouders/verzorgers die voldoen aan de criteria van SO, maar wonen in een regio waar SO niet aangeboden wordt. Gedurende de periode tot 18 maanden worden er een drietal vragenlijsten afgenomen bij ouders/verzorgers uit zowel de interventie- als de vergelijkingsgroep, nl: met de start van de interventie (1-3 maanden), tijdens (12 maanden) en na de interventie (18 maanden). De vragenlijsten zijn gericht op het meten van eigen kracht uitkomstmaten.

Deel 2 omvat kwalitatief onderzoek: interviews met ouders/verzorgers en verpleegkundigen en een focusgroeponderzoek, om vast te stellen welke specifieke factoren van invloed zijn op de effectiviteit van SO in termen van eigen kracht en welke kritische succes- en belemmerende factoren van invloed zijn op de overdraagbaarheid en brede implementatie van SO.

Inzicht in de succes- en belemmerende factoren zal bijdragen aan het verbeteren van de methodiek, de overdraagbaarheid en de succesvolle implementatie van SO. Wanneer aangetoond wordt dat SO een gunstig effect heeft op het versterken van de eigen kracht van ouders/verzorgers met een verhoogd risico op opvoedproblematiek, is brede implementatie wenselijk, ten einde op populatieniveau een zo groot en gunstig mogelijk effect te bewerkstelligen op de ontwikkeling van kinderen.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
729111003
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2013
2016
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Dr. A. van Grieken
Verantwoordelijke organisatie:
Erasmus MC