Krachtcoach

Volgens schatting heeft 2,5% van de Nederlandse bevolking een IQ tussen 50/55 en 70, een lichte verstandelijke beperking (LVB). Een grotere groep van 12,5% van de bevolking heeft een IQ van 70 tot 85 en kan worden aangeduid als zwakbegaafd. In de praktijk van de gehandicaptenzorg en de hulpverlening worden personen met een IQ tussen 70 en 85 beschouwd als licht verstandelijk gehandicapt wanneer zij onvoldoende sociaal redzaam zijn en zich niet zonder speciale hulp kunnen redden. De groep LVB jongeren is in veel opzichten kwetsbaar. Naast beperkingen in het intellectueel functioneren (leren en denken) zijn er bij deze groep vaak beperkingen in de sociale aanpassing en hebben zij een blijvende behoefte aan ondersteuning. Uit onderzoek is gebleken dat LVB-ers ook extra kwetsbaar zijn voor de schadelijke gevolgen van alcohol en drugs. Ook komen zij vaker in aanraking met politie en justitie. Jongeren met LVB problematiek lopen een groot risico om rond hun 18de jaar niet op eigen benen verder te kunnen. Op latere leeftijd zijn er sterke risico’s op zwerfgedrag, vereenzaming, criminaliteit en problematisch drank- en drugsgebruik. Ondanks het groeiende aanbod van interventies voor LVB-jeugdigen nemen de (residentiele) voorzieningen bij zorginstellingen zoals bijvoorbeeld FlexusJeugdplein juist af en zijn de wachtlijsten onacceptabel lang. Ook is er nog weinig bekend over de effectiviteit van interventies gericht op deze doelgroep. Er is slechts beperkt onderzoek gedaan naar wat werkt voor LVB-jeugdigen. De meeste interventies zijn gericht op LVB-jeugdigen met gedragsproblemen en zijn veelal therapeutisch van aard. Er bestaan geen interventies voor deze jeugdigen die een meer preventief karakter hebben. Preventieve hulp vormt de beste basis voor een andere en betere ondersteuning van kinderen en gezinnen met onvoldoende sociale redzaamheid uit zichzelf. Op dit moment weet MEE Rotterdam Rijnmond jongeren met een licht verstandelijke beperking na hun achttiende jaar onvoldoende te bereiken. Jongeren melden zich pas bij MEE als ze al wat ouder zijn en er problemen zijn problemen rond inkomen, werk en dagbesteding, relaties en huisvesting. Zij hebben op het moment van aanmelding vaak grote schulden, zijn hun baan kwijt of hebben problemen met een uitkerende instantie, worden bedreigd met huisuitzetting of zijn al dakloos en hebben geen netwerk om op te kunnen terugvallen. MEE wil jongeren met een licht verstandelijke beperking eerder en beter bereiken. Het is van belang dat er vroegtijdig wordt ingespeeld op de vragen en levensbehoeften van deze jongeren zonder dat zij zelf een hulpvraag hebben geformuleerd. MEE Rotterdam biedt hiertoe een vorm van ondersteuning en begeleiding voor jongeren aan onder de naam: 'KRACHTCOACH'. Het unieke van de 'Krachtcoach' interventie is dat deze zich richt op de Eigen Kracht van de jongere door het vergroten van de zelfredzaamheid, met als uiteindelijk doel het voorkomen van (ergere) problemen. De begeleiding is erop gericht om jongeren rond hun 17de jaar te vinden en met hen te werken aan een zo goed mogelijke inbedding in de eigen steunstructuur (buurt, gezin, netwerk). De Krachtcoach is een ondersteuner die niet afwacht maar proactief, outreachend en motiverend optreedt en actief een vertrouwensband opbouwt met de jongeren. MEE maakt zich sterk voor deze vorm van dienstverlening en richt een speciaal outreachend team op om deze moeilijke doelgroep proactief te benaderen. Ook worden samenwerkingsrelaties met het UWV, onderwijs, werkschool en jobcoaches ontwikkeld om de jongeren met een verstandelijk en/of leerbeperking na de motivatiefase ook daadwerkelijk een traject te kunnen aanbieden. De doelstelling van dit voorgenomen onderzoek is te komen tot een beschrijving en theoretische onderbouwing van de interventie 'KRACHTCOACH', ter ondersteuning en borging van de methodiekontwikkeling. De bevindingen worden verspreid onder vergelijkbare zorgverleners en de methodiek beschrijving zal worden aangemeld bij de databank effectieve jeugdinterventies. De doorlooptijd van het voorgenomen onderzoek bedraagt 12 maanden, verdeeld over 3 fases die overlappen: Fase 1 (4-5 maanden) verzamelen en analyseren van informatie; Fase 2 (4-6 maanden) beschrijven en theoretisch onderbouwen van de interventie; Fase3 (3 maanden) aanmelden bij de databank Effectieve Jeugdinterventies.