Mobiele menu

Optimalisering van de maatregel WerkLoont

Projectomschrijving

Vraagstuk

De maatregel WerkLoont wordt in Rotterdam toegepast bij instroom in de bijstand. Uit een eerder experiment met de maatregel WerkLoont blijkt dat deze op korte termijn het gebruik van bijstandsuitkeringen verminderd en de kans op betaald werk vergroot. Wat is de effectiviteit van WerkLoont na drie jaar? En wat zijn de werkzame bestanddelen van WerkLoont?

Onderzoek

Het onderzoek gaat over de re-integratiemaatregel WerkLoont die gericht is op de instromers in de bijstand voor zover deze in beginsel plaatsbaar zijn op de arbeidsmarkt. Doel van de maatregel is voorkoming van instroom en, voor zover mensen toch instromen, bevordering van uitstroom (in het bijzonder uitstroom naar werk).

Uitkomst

Cliënten die hebben deelgenomen aan WerkLoont hebben gemiddeld minder in een uitkering gezeten en vaker betaald werk gehad. Het effect over drie jaar is vrij klein (4 tot 4,5 procent), maar levert voldoende besparingen op uitkeringen om de kosten van WerkLoont meer dan goed te maken. Verdere verbetering is gewenst, bijvoorbeeld door de bemiddeling naar betaald werk te versterken. 

Producten

Zie ook

Artikel Trots op je vak: Re-integratie bij aanvang leidt tot minder bijstandsafhankelijkheid

Betrokken organisaties

Gemeente Rotterdam, Erasmus Universiteit Rotterdam, SEOR BV en Radar Advies.

Producten

Titel: Re-integratie aan de kop van een bijstandsuitkering
Auteur: Jaap de Koning, Paul de Hek, Elisa de Vleeschouwer, Menno Fenger en Lieske van der Torre
Magazine: Economische Statistische Berichten

Verslagen


Eindverslag

De gemeente Rotterdam past de re-integratiemaatregel WerkLoont toe op bijstandscliënten, direct instroom in de bijstand. De maatregel bestaat uit een vormings- en een werkcomponent. Uit het onderzoek blijkt dat de cliënten die hebben deelgenomen aan WerkLoont over een periode van drie jaar vanaf de start van hun deelname gemiddeld minder in een uitkering hebben gezeten en vaker betaald werk hebben gehad. Het effect over drie jaar is vrij klein (4 tot 4,5 procent), maar dit levert wel voldoende besparingen op uitkeringen om de kosten van WerkLoont meer dan goed te maken. Om de effecten zuiver te meten is een controlegroepbenadering toegepast waarbij de helft van de cliënten deelnam aan WerkLoont en de andere helft alleen basisdienstverlening kreeg. Wie WerkLoont kreeg werd willekeurig bepaald om te garanderen dat beide groepen dezelfde samenstelling hadden. Omdat de effecten vrij klein zijn is verdere verbetering gewenst, bijvoorbeeld door de bemiddeling naar betaald werk te versterken.

Samenvatting van de aanvraag

Het is van groot belang om werklozen te helpen om aan betaald werk te komen. Maar dan moeten we ook zeker weten dat de hulp die wordt geboden – in de vorm van re-integratiemaatregelen – ook echt helpt. Als blijkt dat een re-integratiemaatregel helpt is het verder van belang dat we weten wat de werkzame bestanddelen zijn en dat we kennis verzamelen om de effectiviteit van de maatregel te vergroten. En ten slotte is het van belang dat als een maatregel bewezen effectief is en we weten wat de werkzame componenten zijn dat deze kennis wordt verspreid en toegepast. Al deze elementen vormen onderdeel van dit project dat zelf ook voortbouwt op bestaande kennis. Het project heeft betrekking op de re-integratiemaatregel WerkLoont die wordt toegepast door de gemeente Rotterdam. Dit is een maatregel aan de kop van het uitkeringsproces waaraan uitkeringsgerechtigden om straffe van een uitkeringssanctie moeten deelnemen. Hij bevat een werkcomponent (over het algemeen laag geschoold werk zoals het vegen van straten) en een vormingscomponent (onder meer sollicitatietraining en begeleiding naar werk). De maatregel is zowel bedoeld om instroom in de uitkering te ontmoedigen als, voor degenen die toch in een uitkering stromen, uitstroom uit de uitkering naar werk te bevorderen. In een eerder uitgevoerd experiment met een gerandomiseerde controlegroep is vastgesteld dat preventie- en uitstroomeffect beide significant zijn. Maar de vastgestelde (netto-)effecten zijn over een betrekkelijk korte termijn gemeten. Zowel gezien vanuit het nut van de maatregel voor werklozen als vanuit de kosten-batenverhouding voor de gemeente is het echter van groot belang om te weten of de maatregel na een jaar nog steeds werkzaam is. De gemeente Rotterdam heeft de volgende kennisvragen: 1) Wat is het effect van WerkLoont over een langere termijn? 2) In hoeverre is het effect van WerkLoont toe te schrijven aan de werkcomponent? 3) Kan met een andere invulling van de werkcomponent die meer tegemoet komt aan de wensen van werklozen, een even groot of zelfs groter effect worden bereikt? Het project bestaat uit twee onderdelen: a) Meting van de effecten van WerkLoont over een periode van drie jaar na deelname. Het is inmiddels mogelijk om de bij het uitgevoerde experiment betrokken personen over die periode te volgen. Op basis van aanvullende uitkeringsgegevens van de gemeente en baangegevens van het CBS zal worden geanalyseerd of deelnemers aan WerkLoont vergeleken met de controlegroep over de periode van drie jaar minder vaak en minder lang in een uitkering zitten en vaker en langer betaald werk hebben. Ook wordt onderzocht of er een effect van WerkLoont is op het loon, de omvang van het dienstverband en de duur van het dienstverband. b) Voorbereiding van een nieuw experiment waarin verschillende varianten van WerkLoont op effectiviteit worden vergeleken (WerkLoont met de huidige werkcomponent, WerkLoont met een andere invulling van de werkcomponent en WerkLoont zondert de werkcomponent). Deze voorbereiding is nodig om in overleg met de betrokken partijen in Rotterdam (beleid, uitvoering en cliënten) te bepalen welke alternatieve invulling van de werkcomponent zinvol is en tevens uitvoerbaar is. We willen in de tweede call een projectvoorstel indienen voor dit tweede experiment. Het project voorziet direct in een kennisbehoefte bij de gemeente Rotterdam. Maar het project heeft een veel bredere betekenis. Veel gemeenten hebben een maatregel aan de kop van het uitkeringsproces. Kennis over de effectiviteit van dergelijke maatregelen over een langere termijn en over de werkzame component daarin is ook voor die gemeenten van groot belang. Zij kunnen deze kennis gebruiken om de maatregel die zij uitvoeren aan te passen. En voor gemeenten die (nog) niet zo’n maatregel uitvoeren zou de kennis aanleiding kunnen zijn om dit te heroverwegen. Over het algemeen is weinig bekend over de effecten van re-integratie over een langere termijn. In Nederland is één studie hiernaar uitgevoerd, waarbij overigens geen gebruik is gemaakt van een gerandomiseerd experiment. Ook internationaal zijn er relatief weinig studies die kijken naar effecten op langere termijn. Onderzoek naar werkzame componenten in maatregelen is ook schaars.

Kenmerken

Projectnummer:
535006006
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2016
2017
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. J. de Koning
Verantwoordelijke organisatie:
SEOR BV