Mobiele menu

Reducing prescription of antimicrobials in farm animal practice: a pragmatic trial

Projectomschrijving

Dierenartsen schrijven bij landbouwhuisdieren zoals kippen, varkens en vleeskalveren grote hoeveelheden antibiotica voor. Bekend is dat antibioticagebruik tot resistente bacteriën leidt. Resistente bacteriën zorgen niet alleen bij dieren, maar ook bij de mens voor problemen bij de behandeling van infectieziekten.

Welke overweging maakt een dierenarts bij de beslissing wel of geen antibiotica te gebruiken? Dat is een belangrijke vraag in dit project. Uit onderzoek bij huisartsen weten we dat de beslissing te beïnvloeden is als we de overwegingen weten. Door bijvoorbeeld beter inzicht te geven in welke negatieve gevolgen wel behandelen geeft, kan de beslissing van een arts anders uitvallen.

Doel van deze vraaggerichte benadering is om tot een vermindering van antibioticumgebruik bij dieren te komen. Zonder dat de gezondheid van een dier daaronder lijdt.

Verslagen


Eindverslag

Antibioticagebruik zorgt voor antibioticaresistentie. Daarom is het belangrijk antibiotica zo weinig mogelijk te gebruiken. Dit geldt ook voor dieren. Het doel van dit project was te kijken naar factoren die van invloed zijn op het voorschrijven van antibiotica door dierenartsen werkzaam in de veehouderij. Vervolgens wilden we met deze kennis onderzoeken of het mogelijk was het voorschrijven van antibiotica door dierenartsen te beïnvloeden. Door middel van diepte-interviews met dierenartsen kregen we inzicht in factoren die van belang zijn voor het voorschrijven van antibiotica door dierenartsen. Om dit verder te onderzoeken is er een vragenlijst ontwikkeld die naar alle dierenartsen is verstuurd die werkzaam zijn in de Nederlandse veehouderij. Deze vragenlijst is ook verstuurd naar dierenartsen werkzaam in Vlaanderen. 40% van de Nederlandse veehouderij-dierenartsen heeft hierop gereageerd. De kennis uit de diepte-interviews en uit de vragenlijst is gebruikt om een veldstudie op te zetten in de melkveehouderij. In deze studie werd in een interventiegroep een experiment uitgevoerd en werden de resultaten vergeleken met een controlegroep. In het experiment werden boeren samen met hun dierenarts en voervoorlichter uitgedaagd een samenhangend en gestructureerd jaarplan op te stellen om dierziekten te voorkomen. Hierbij kregen ze hulp van een procesbegeleider die ervoor moest zorgen dat er een samenhangend plan kwam dat door iedereen werd gedragen. De procesbegeleider probeerde de betrokkenen vervolgens gedurende het jaar te coachen om het plan ook daadwerkelijk uit te voeren.

Bij landbouwhuisdieren (kippen, varkens, vleeskalveren) worden grote hoeveelheden antibiotica gebruikt die worden voorgeschreven door dierenartsen. Het gebruik van antibiotica leidt tot resistente bacteriën die niet alleen bij dieren maar ook bij de mens tot problemen bij de behandeling van infectieziekten kunnen leiden. We streven daarom naar een vermindering van gebruik van antibiotica bij dieren. Als een dierenarts op een boerderij is neemt hij/zij de beslissing of er wel of niet antibiotica worden voorgeschreven. In het eerste deel van dit project is door middel van zogenaamd kwalitatief onderzoek aan de hand van interviews nagegaan welke overwegingen bij dierenartsen een rol spelen wanneer zij antibiotica voorschrijven en welke factoren zij van invloed achten op het antibioticagebruik bij landbouwhuisdieren. Op basis van de uitkomsten van deze interviews is een enquête opgesteld die gestuurd is aan alle dierenartsen in Nederland en Vlaanderen die werkzaam zijn in de landbouwhuisdierensector. Uit analyses van de resultaten van interviews en de vragenlijsten blijkt dat een daadwerkelijke reductie van het antibioticagebruik vooral zal moeten komen uit een verbeterde preventieve diergezondheid waarbij de minder dieren ziek worden en dus de noodzaak vervalt om met antibiotica te behandelen. Hoewel dierenartsen al gericht zijn op preventieve gezondheidszorg vergt dit toch nog een verdere omslag in denken en werken bij zowel veehouders als dierenartsen. Via een gerichte interventie zal worden geprobeerd deze omslag bij dierenartsen te ondersteunen. De interventie zal worden ontwikkeld in samenwerking met verschillende marktpartijen die uiteindelijk een drijvende kracht moeten worden in het reduceren van antibioticagebruik bij landbouwhuisdieren. Hierbij valt te denken aan de beroepsvereniging van dierenartsen (Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde, KNMvD), alsmede boerenorganisaties en afnemers van dierlijke producten (slachterijen, zuivelcoöperaties).

Samenvatting van de aanvraag

In farm animal practice large amounts of antimicrobials are prescribed by veterinary practitioners. Compared to medical practice, little is known about the factors that play a role in decision making in prescription in veterinary practice. More insight in the determinants of prescription behavior is needed in order to develop effective intervention measures aimed at a substantial reduction of antimicrobial prescription rates. In this project we will identify the main determinants of prescription of antimicrobials by farm animal practitioners. Based on these factors and using the experience from the medical domain, interventions will be developed and implemented by a group of veterinary practitioners. There will be a continuous follow-up of the compliance to the interventions. After 6, 12 and 18 months the effectiveness of the interventions will be evaluated by comparing the amount of prescribed antimicrobials, expressed as defined daily dosages per unit of time, between the intervention group and a control group. The results will be communicated with veterinary professionals and the scientific community and translated into the veterinary curriculum to assure sustainability of the outcomes.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
205100009
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2010
2017
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. J.A. Wagenaar
Verantwoordelijke organisatie:
Universiteit Utrecht