Mobiele menu

Reduce antibiotics use by wait-and-see prescription

Projectomschrijving

Huisartsen schrijven vaak antibiotica voor die niet nodig zijn. Onderzoekers kijken of een zogenaamd ‘uitgesteld recept’ onnodig voorschrijven kan terugdringen.
De tien deelnemende groepen bestaan uit huisartsen en apothekers. Zij zijn betrokken bij een Farmacotherapieoverleg (FTO). De helft van de deelnemende groepen fungeert als controlegroep.
De huisartsen en apothekers doen mee aan gesprekstechniek trainingen. Deze trainingen helpen om verwachtingen van patiënten te achterhalen. Uitgangspunt is dat de patiënt een uitgesteld recept meekrijgt als een huisarts twijfelt over de noodzaak voor antibiotica. Als klachten aanhouden of verergeren kan een patiënt na een aantal dagen alsnog antibiotica bij de apotheek afhalen.
De huisartsen krijgen ook ondersteuning via hun elektronisch voorschrijfsysteem. Als een huisarts een antibioticum wil voorschrijven, wijst de computer op de mogelijkheid voor een uitgesteld recept. Huisartsen krijgen bovendien periodiek feedback op het aantal voorgeschreven recepten.
Naast een effectmeting over het terugdringen van antibioticumgebruik, wordt er een patiënttevredenheidsonderzoek gedaan. Verder wordt een dossieronderzoek naar eventuele complicaties bij een uitgesteld recept gedaan.

Producten

Titel: Antibiotica bij rhinosinusitis en acute hoest

Verslagen


Eindverslag

Het doel van het project was het terugdringen van antibioticumgebruik bij luchtweginfecties, in het bijzonder rhinosinusitis en acute hoest. Het project is uitgevoerd met Cohesie, een coöperatie van 100 huisartsen in Noord-Limburg en de Samenwerkende Apotheken Noord Limburg (SANL). De interventie is uitgevoerd op het niveau van FTO-groepen (overleg tussen huisartsengroepen en apothekers over farmacotherapie). Acht FTO-groepen (77 huisartsen) deden mee aan het project. Deze groepen maakten allemaal deel uit van de Coöperatie. Vier groepen werden op basis van toeval ingedeeld in de interventiegroep en vier groepen werden ingedeeld in de controlegroep. De interventie bestond uit een training gesprekstechniek, elektronisch voorschrijfsysteem met mogelijkheid voor eigen formularium, implementatie uitgesteld recept in voorschrijfsysteem, en feedbackcijfers op FTO-niveau. Het idee achter een uitgesteld recept is dat een antibioticumkuur in de apotheek kan worden afgehaald in geval de klachten aanhouden of verergeren zonder nogmaals naar de huisartspraktijk te komen. De training gesprekstechniek werd uitgevoerd met een acteur die als patiënt optrad. De afspraken die elke FTO-groep maakte over niet medicamenteuze adviezen, uitgesteld recept en antibiotica werden vastgelegd in het EVS. Multilevel analyses (MLA) zijn uitgevoerd om het effect van de interventie te analyseren. Hiervoor is een multilevel linear regressie model met drie niveaus gebruikt: 1) antibioticumrecept; 2) huisarts en 3) FTO. Daarnaast is aan een steekproef van patiënten gevraagd een korte vragenlijst in te vullen over hun ervaringen met de zorg rond antibiotica. De interventie bleek te leiden tot een daling in het aantal antibioticumrecepten voor volwassenen maar niet voor kinderen. In zowel de interventie- als de controlegroep was het aantal recepten voor antibiotica in de nameting lager, maar in de interventiegroep was de daling bij volwassen bijna 30% groter dan in de controlegroep. Het aandeel uitgestelde recepten is klein in verhouding tot het totaal aantal antibiotica recepten (1.6% van alle recepten). Het merendeel van de uitgestelde recepten is voor kinderen. Zij worden in een minderheid van de gevallen opgehaald. Het gaat om een eenvoudige interventie die al tot resultaten leidt. Afspraken werken het beste als ze op kleine schaal (FTO-groep) worden gemaakt en nageleefd. Maar voor de interventie geldt dat verschillende onderdelen arbeidsintensief en duur zijn als ze op het niveau van een FTO-groep worden georganiseerd. Het organiseren van de interventie blijkt heel goed mogelijk door een zorggroep, zoals een coöperatie van huisartsen, omdat die over stafkracht (capaciteit) beschikt en anderzijds zorgt voor het vertrouwen bij de deelnemers.

Samenvatting van de aanvraag

Problem/relevance: Antibiotic resistance is a growing problem worldwide with considerable costs. It is mainly driven by inappropriate use. Established and newly emerging infectious diseases are increasingly threatening the health of the population. Moreover, for some complaints antibiotic prescribing does not improve outcomes for patients. Therefore, it is necessary to look for measures that improve prescribing in antibiotics and that stimulate both health professionals and patients to consider their role in antibiotic use. One method to do so is the so-called wait-and-see prescription (WASP) or delayed prescription. In other countries, such postponed prescription has shown to be an effective means of reducing antibiotic usage for acute respiratory infections, allowing adequate control of symptoms while providing high levels of patient satisfaction Aim: To reduce the use of antibiotics in upper respiratory tract infections (URTI) in primary care by using the wait and see prescription - WASP. Intervention: GPs discuss with their patients to fill their prescription only in case their complaints persist (WASP). Strategy: A controlled intervention study with pre- and post test with an intervention and a control group. Ten Pharmaceutical Therapy Audit Meeting groups (PTAMs) including 100 general practitioners and 28 public pharmacies will be randomly assigned to either the intervention or the control group. Patients: All patients who consult their GP with URTI are in principal eligible to receive a wait-and-see prescription. Since, preferably, GPs should not prescribe antibiotics to patients with URTI, in practice only those patients for whom GP and/or patient decides or wants an antibiotic will receive a WASP. Methods: GPs and pharmacists in the intervention-PTAMs will be trained in their PTAM on the principles of WASP and on how to implement this in clinical practice. Special attention will be paid to communication strategies with patients. PTAMs make agreements on how and when to propose a WASP to patients. These agreements are electronically stored and GPs are electronically reminded to these WASP-agreements when they want to prescribe an antibiotic for URTI. The primary outcome measure in this study is whether or not a patient fills an antibiotic prescription. Secondary outcome measures include the occurrence of complications and patients’ judgement on quality of care. Data will be collected from GPs’ and pharmacists’ electronic medical records and from patient, GP and pharmacist questionnaires. Expected results: A decrease in irrational use of antibiotics in patients with URTI and an improved communication between professionals and patients on antibiotic use.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
205100004
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2010
2014
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
S. van Nuland
Verantwoordelijke organisatie:
Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik