Mobiele menu

Talk in Action! Towards a constructive dialogue between stakeholders on livestock-related zoonoses.

Projectomschrijving

Infectieziekten die van dieren op mensen kunnen overgaan, zoals Q-koorts, komen regelmatig in het nieuws. Sinds 2010 is veel onderzoek gepubliceerd waaruit blijkt dat wonen in de omgeving van intensieve veehouderij gezondheidsrisico’s met zich meebrengt. Toch blijft de intensieve veehouderij een controversieel onderwerp in Nederland. De publieke meningen van de verschillende betrokkenen, zoals overheid, boeren, Q-koorts patiënten etc., over regelingen rondom een mogelijke uitbreiding van bedrijven en de gevolgen daarvan voor de volksgezondheid lopen sterk uiteen. Dit leidt vaak tot spanningen en belemmert een constructieve dialoog.

Doel

Het project Talk in Action richt zich op het verbeteren van de dialoog over de gezondheidseffecten van intensieve veehouderij, niet alleen bij toekomstige uitbraken maar ook ter preventie hiervan. Aan de hand van interviews en een survey wil de Vrije Universiteit van Amsterdam (VU) verschillende percepties, belangen, waarden en zorgen van de betrokkenen in kaart brengen. Daarnaast gaat de VU de opnames van 21 bijeenkomsten tussen agrariërs, omwonenden, overheidsprofessionals, Q-koortspatiënten, wetenschappers en activisten onderzoeken waarbij de sociale-morele zorgen worden geïdentificeerd en het verloop van de gesprekken geanalyseerd. Op basis van deze inzichten wordt een training module ontwikkeld voor professionals.

Resultaten

Uit de resultaten van het project blijkt dat het probleem rondom intensieve veehouderij niet alleen draait om gezondheidsrisico’s en zoönosen. Het gaat ook om andere gezondheidsrisico’s, zoals de gezondheidsschade door fijnstof en de afnemende kwaliteit van de leefomgeving door stankoverlast van agrarische bedrijven. Daarnaast hebben de boeren een positievere kijk op de economische rol van de veehouderij in de maatschappij, terwijl de burgers van mening zijn dat de intensieve veehouderij moet veranderen. Verder blijkt dat er tijdens de bijeenkomsten een duidelijke ‘machtsverschil’ is tussen experts en overheidsprofessionals versus burgers en boeren. De eerste groep heeft toegang tot expert-kennis, bepaalt welke agendakwestie aanbod komt en beschouwt haar problemen en zorgen zwaarwegender. Dit wekt onbegrip en onduidelijkheden op bij andere betrokkenen.

Kortom, de dialoog wordt verstoord door onder meer ongelijke verdeling van lusten en lasten, rechtvaardigheid en eerlijkheid bij regelgeving en handhaving. Bij een dialoog gaat het om ‘gehoord worden’. Het is daarom van belang dat betrokkenen hun ‘verborgen’ waarden kunnen uiten en de problemen die niet op agenda staan vooralsnog kunnen bespreken. De resultaten van dit onderzoek zijn gebruikt om een training te ontwikkelen voor professionals met als doel een constructieve dialoog met betrokkenen over intensieve veehouderij te optimaliseren.

Verslagen


Eindverslag

De intensieve veehouderij is een controversieel onderwerp in Nederland, vooral met betrekking tot humane gezondheid. De Q-koortsepidemie heeft het onderwerp hoog op de maatschappelijke agenda gezet. Sinds 2010 is veel onderzoek gepubliceerd waaruit blijkt dat gezondheidsrisico’s gerelateerd zijn aan het wonen in de omgeving van intensieve veehouderij. De publieke bijeenkomsten over regelingen rondom een mogelijke uitbreiding van bedrijven met de verschillende betrokkenen worden veelal gekenmerkt door onderling wantrouwen en verschillen van mening. De verschillen in percepties van gezondheidsrisico´s en belangen van betrokkenen leiden regelmatig tot spanningen en belemmeren een constructieve dialoog. In ons onderzoek hebben wij deze verschillende percepties, belangen, waarden en zorgen in kaart gebracht, met behulp van interviews met en een survey onder betrokkenen. Dit zijn wetenschappelijke experts, veehouders, burgers (en omwonenden) en overheidsprofessionals. Verder hebben we video opnames van publieke bijeenkomsten geanalyseerd om strategieën te analyseren die deelnemers al dan niet bewust in de gesprekken gebruiken om hun problemen naar voren te brengen, en of er patronen te ontdekken zijn in hoe overheidsprofessionals en experts hiermee omgaan. De resultaten van ons onderzoek zijn gebruikt om een training te ontwikkelen voor professionals met als doel de voorwaarden voor een constructieve dialoog met betrokkenen over intensieve veehouderij te optimaliseren.

Het project Talk in Action richt zich op het voeren van een dialoog rondom het thema intensieve veehouderij. De intensieve veehouderij is een controversieel onderwerp in Nederland, specifiek met het oog op humane gezondheid. De Q-koorts epidemie en de reactie van de overheid op de uitbraak hebben het thema vertrouwen in (overheids)instituties en volksgezondheid hoog op de maatschappelijke agenda gezet. Tevens is sinds 2010 meer onderzoek gepubliceerd waarin andere gezondheidsrisico’s gerelateerd aan het wonen in de omgeving van intensieve veehouderij(en) naar voren komen. Er vinden geregeld bijeenkomsten plaats tussen verschillende betrokkenen, en dit blijken geen gemakkelijke gesprekken. De verschillende percepties, belangen, waarden en zorgen van de verscheidene betrokkenen leiden tot spanningen en belemmeren een constructieve dialoog. In ons onderzoek proberen wij deze verschillende percepties, belangen, waarden en zorgen in kaart te brengen. Veel van deze waarden en zorgen blijven namelijk vaak “verborgen”, maar in dit project proberen wij deze bloot te leggen door bijeenkomsten over dit onderwerp te analyseren en interviews te houden met de verschillende betrokkenen. Opnames zijn gemaakt van 21 bijeenkomsten tussen agrariërs, omwonenden, overheidsprofessionals, wetenschappers en activisten. In de analyses wordt gekeken naar hoe deze gesprekken verlopen, en worden waarden en sociale-morele zorgen geïdentificeerd. Ook zijn, en worden er (in de komende maanden), interviews gehouden met verschillende betrokkenen om de verschillende, maar ook de overeenkomende, risicopercepties ten aanzien van de intensieve veehouderij te verduidelijken. In het vervolg van het project worden de twee onderzoeken samengebracht om te zien welke percepties, belangen, waarden en zorgen (zoals achterhaald in de interviews) wel of niet in de bijeenkomsten naar voren komen, en met welke (de)polariserende doelen deze worden ingezet, bewust of onbewust. Op basis van deze inzichten, in samenwerking met GGD en RIVM, wordt in dit project een dialoogtraining ontwikkeld, waarin professionals worden getraind in het effectief communiceren met mensen met uiteenlopende percepties, belangen zorgen en waarden.

Samenvatting van de aanvraag

Livestock related zoonoses are high on research and policy agendas and recurrently involve public debate in the context of intensive farming. While Q fever is no longer a problem from an infectious disease perspective, public concern continues to exist, also because of other intensive farming related health risk, such as of fine particles. Thus irrespective of whether zoonoses pose an immediate danger to the wider community, their possible impact has become a recurrent topic in the public debate surrounding intensive farming. Whatever epidemiologists might say about the hazards and their limited potential, the way they are portrayed in the media, discussed in public, and dealt with institutionally, makes a so-called amplification of risk perceptions probable. A dominant cause of societal discontent seems to be the lack of inclusivity (e.g. the government’s reliance on a relatively narrow range of stakeholder perspectives), and of responsiveness (the difficulty of taking a broader range of views into account). Government policies on zoonotic health risks fail to deploy an inclusive approach in which not only biomedical or economic considerations are taken into account but also the public’s perception of health risks and stakeholders' social-moral concerns. Especially in debates with highly diverging opinions and interests, ignoring the differences in perception of the health risk and other concerns leads to unnecessary polarisation. This project focuses on such harder to grasp, underlying concerns, as they are often dismissed or misunderstood, with potentially disruptive implications for the policy and citizens in question. In collaboration with the RIVM and municipal health services, this project develops an innovative dialogue tool for professionals that makes stakeholders sensitive to blind spots in their mental models and the (un)intended effects of their argumentative strategies. We propose a unique combination of a mental models approach and an interaction-analytic perspective to reveal these hidden moralities. With the first approach we are able to identify differences in stakeholders’ mental models about the risks related to intensive farming and zoonoses in particular, causes, mitigation possibilities, consequences and responsibilities. We will interview experts as well as different groups of lay people (e.g. concerned citizens, Q fever patients) to construct their mental models, i.e. beliefs about health risks of zoonoses and related hazards. Furthermore, we will administer a survey to a larger group of participants in order to establish representatives of lay beliefs. This provides us with a thorough idea of stakeholders’ beliefs, including social-moral considerations. The assumption is that people faced with a situation involving risks, construct mental representations of the problems and decisions associated with the risks, and use such models to simulate the consequences of various actions. The interaction-analytic approach allows us to understand whether and, if so, how these considerations are actually put to use in real-life stakeholder interactions, and for which interactional goals (e.g. blame; undermining expertise; building empathy). We will analyse real-life public and stakeholder meetings discussions using Conversation Analysis. On the basis of these insights, drawing on the Discursive Action Method and Conversation-Analytic Roleplay Method, we develop an intervention tool (training module) for RIVM and GGD professionals.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
522003005
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2017
2021
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. H.F.M. te Molder
Verantwoordelijke organisatie:
Amsterdam UMC - locatie VUmc