Mobiele menu

Improving rational prescribing for UTI in frail elderly (ImpresU)

Projectomschrijving

Kwetsbare ouderen krijgen vaak antibiotica voorgeschreven vanwege een vermeende urineweginfectie. Een deel van die voorschriften is waarschijnlijk niet noodzakelijk, omdat er geen sprake is van een infectie. Antibiotica zijn dan niet aangewezen en onnodig gebruik verhoogt het risico dat bacteriën ongevoelig (resistent) worden voor antibiotica. In deze studie ondersteunen we artsen door middel van klinische beslisregels om alleen antibiotica voor te schrijven als dat echt nodig is. Ook bieden we alternatieven aan voor passende zorg, waaronder onderzoek naar andere mogelijke oorzaken voor de klachten van de patiënt. Daarnaast doen we onderzoek naar een behandeling met een lage dosis methenamine hippuraat. Dit is een antibacterieel middel, maar geen antibioticum.  Het kan oudere vrouwen bescherming bieden tegen het herhaald optreden van een blaasontsteking. Als dit middel veilig en effectief blijkt, kan ook daarmee het gebruik van antibiotica verder worden terug gedrongen.

Verslagen


Samenvatting van de aanvraag

Kwetsbare ouderen die thuiszorg ontvangen of in een zorginstelling verblijven krijgen vaak antibiotica voorgeschreven. Bijna 60% daarvan komt voor rekening van urineweginfecties. Een deel van deze voorschriften is waarschijnlijk niet noodzakelijk, omdat de diagnose op onterechte gronden is gesteld. Het betrouwbaar vaststellen van een urineweginfectie bij kwetsbare ouderen is namelijk niet eenvoudig. Een eerste reden daarvoor is dat onder deze populatie vaak aspecifieke klachten voorkomen; deze kunnen duiden op een urineweginfectie, maar hebben vaak een andere oorzaak. Niettemin leeft onder veel zorgverleners en mantelzorgers de gedachte dat een ‘beetje verwardheid’ bij kwetsbare ouderen vaak berust op een blaasontsteking. Ten tweede is bij een aanzienlijk aantal kwetsbare ouderen sprake van dragerschap (in de urine) van bacteriën, zonder dat dit gepaard gaat met ziekteverschijnselen: zogenaamde asymptomatische bacteriurie. En tenslotte ontbreekt het aan een referentiestandaard, aan de hand waarvan de aan- of afwezigheid van een (ongecompliceerde) urineweginfectie ondubbelzinnig kan worden vastgesteld. Als gevolg van genoemde factoren worden aspecifieke klachten bij kwetsbare ouderen in de praktijk gemakkelijk aan urineweginfecties toegeschreven. Deze overdiagnostiek leidt tot overmatig antibioticagebruik, met risico op toename van antibiotische resistentie. Eerdere studies laten zien, dat antimicrobiële resistentie een groeiend probleem is, ook onder ouderen in zorginstellingen. Daarom is juist en terughoudend gebruik van antibiotica een belangrijke prioriteit in het kader van de publieke gezondheid. Het eerste hoofddoel van deze studie is om overmatig gebruik van antibiotica voor vermeende urineweginfecties bij kwetsbare ouderen terug te dringen en aldus een bijdrage te leveren aan het tegengaan van antimicrobiële resistentie. Dat is tevens belangrijk voor de ouderen zelf, want overbehandeling met middelen die ook vervelende bijwerkingen hebben is nadelig voor hun gezondheid en welbevinden. Om deze doelen te realiseren zijn door middel van een Delphi studie met (inter)nationale experts klinische beslisregels ontwikkeld die artsen ondersteunen bij hun behandelbeslissing. Deze beslisregels geven bij welke klachten en symptomen antibiotica nodig zijn, maar ook bij welke klachten en symptomen dat niet het geval is. In deze studie zullen we deze klinische beslisregels gaan implementeren in verschillende settings en in verschillende landen. Dit doen we door middel van actie-onderzoek. Om de implementatie te doen slagen wordt met kwalitatief onderzoek eerst nagegaan wat professionals in de verschillende praktijksituaties denken nodig te hebben voor een succesvolle praktijkverandering. Waar liggen kansen, wat zijn de (context-specifieke) risico’s en belemmeringen? Aan de hand van het antwoord op die vragen wordt in samenspraak met de betrokken professionals vastgesteld hoe de klinische beslisregels het best in hun setting geïmplementeerd kunnen worden en welke aanvullende interventies daarvoor als ‘flankerend beleid’ benodigd zijn. Om de praktijk op dit punt te ondersteunen wordt een ‘toolbox’ met hulpmiddelen ontwikkeld waaruit men kan kiezen om een ‘pakket op maat’ voor succesvolle implementatie van de klinische beslisregels samen te stellen. Een ander probleem, dat eveneens tot overmatig gebruik van antibiotica leidt, is dat van de frequent weerkerende blaasontstekingen bij (oudere) vrouwen. In voorkomende gevallen betekent dit, dat patiënten wel eens per maand een antibioticumkuur voorgeschreven krijgen. Dit is belastend voor de betrokken patiënten, en draagt eveneens bij aan een toename van antimicrobiële resistentie. In sommige landen, zoals bijvoorbeeld Noorwegen, wordt in zulke situaties preventief methemanine hippuraat voorgeschreven. De veiligheid en effectiviteit van het (langdurig) preventief voorschrijven van dit middel zijn evenwel nooit onderzocht. Dit is het tweede hoofddoel van deze studie. Door middel van een gerandomiseerde klinische studie zal worden nagegaan of een laag-gedoseerd gebruik van dit middel over langere tijd tot een klinisch relevante afname leidt van het aantal (weerkerende) blaasontstekingen bij oudere vrouwen.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
549003002
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2018
2023
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
prof. dr. C.M.P.M. Hertogh
Verantwoordelijke organisatie:
Amsterdam UMC Locatie VUmc