Vaccinatie beschermt je tegen een infectieziekte en het voorkomt daarmee ook dat je zelf weer anderen besmet. Is het ethisch aanvaardbaar om dat indirecte effect centraal te stellen, dus om mensen te vaccineren om anderen te beschermen? Denk aan kinkhoestvaccinatie van zwangeren ter bescherming van pasgeborenen. Of aan griepvaccinatie van zorgverleners in het ziekenhuis ter bescherming van hun patiënten. Ook wordt overwogen om jongens te vaccineren tegen het virus dat baarmoederhalskanker veroorzaakt – dat is dus vooral om meisjes en vrouwen te beschermen.
Maar is dit wel ethisch aanvaardbaar? Mag de overheid indirecte vaccinatie aanbieden en stimuleren, en zo ja onder welke voorwaarden? Wat is dan een goede voorlichtingsstrategie? De groeiende weerstand tegen vaccinatie maakt deze vragen extra relevant. In dit ethisch-filosofische onderzoek inventariseren en analyseren we ethische argumentaties en we confronteren deze met overwegingen van mensen in de verschillende doelgroepen.