Relevance of germline genetic variations for treatment response in pediatric osteosarcoma patients
Projectomschrijving
Osteosarcomen zijn de meest voorkomende bottumoren op kinder- en adolescentenleeftijd en komen met name in de puberteit voor. 40% van de kinderen reageert niet adequaat op de behandeling en overlijdt. Dit heeft mogelijk te maken met de gevoeligheid van de tumor voor de medicatie (chemotherapie) die wordt gegeven.
Het is van belang meer inzicht te krijgen in de mechanismen die leiden tot ongevoeligheid voor de behandeling en de genetische factoren die een rol spelen bij omzetting van de medicatie. Dit kan leiden tot een betere behandeling van patiënten die niet goed reageren op de huidige behandeling.
Resultaat
Bij 310 patiënten is het verband onderzocht tussen genetische factoren en het effect van chemotherapie. Hieruit bleek dat specifieke genetische factoren voorspellend zijn voor de uitkomst van de behandeling of de gevoeligheid voor bijwerkingen. De resultaten van het onderzoek kunnen mogelijk gebruikt worden om de behandeling voor kinderen met een osteosarcoom meer op maat te maken.
Producten
Link: http://meetinglibrary.asco.org/content/131234-144
Link: http://meetinglibrary.asco.org/content/151860-156
Link: http://meetinglibrary.asco.org/content/151721-156
Verslagen
Eindverslag
Osteosarcomen zijn de meest voorkomende bottumoren in de kinder- en adolescentenleeftijd en worden met name in de pubertijd gezien. Sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw worden kinderen met deze kwaadaardige tumoren behandeld met chemotherapie. Hoewel de kans om de ziekte te overleven hierdoor sterk is verbeterd, schiet de behandeling voor een deel van de patiënten tekort waardoor nog ongeveer 40% overlijdt. Daarnaast hebben kinderen die de ziekte wel overleven ook op lange termijn vaak te maken met schadelijke bijwerkingen van de chemotherapie. Meer inzicht in de genetische factoren die een rol spelen bij (on)gevoeligheid voor het antitumor effect van de chemotherapie of juist gevoeligheid voor de bijwerkingen, zou kunnen leiden tot een effectievere en veiligere behandeling. In algemene zin is van allerlei genen al bekend dat ze een rol spelen bij de werking van medicijnen (‘farmacogenetica’). Kleine variaties in deze genen kunnen een effect hebben op de werking. In het onderzoek is gekeken naar al deze genen en of bepaalde variaties hierin een verband hebben met het effect van de chemotherapie bij patiënten met een osteosarcoom. Hiervoor is het genetisch materiaal (DNA) vergeleken van patiënten waarbij de chemotherapie een gunstig effect heeft gehad en patiënten die niet goed hebben gereageerd op de behandeling. Zo is gekeken naar de ziektevrije overleving en naar bijwerkingen zoals gehoorschade. Met de uitkomsten van het onderzoek zou het mogelijk kunnen worden om de behandeling voor kinderen en volwassenen met een osteosarcoom meer op maat te maken.
Osteosarcomen zijn de meest voorkomende bottumoren in de kinder- en adolescentenleeftijd en worden met name in de pubertijd gezien. Sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw worden kinderen met deze kwaadaardige tumoren behandeld met chemotherapie. Hoewel de kans om de ziekte te overleven hierdoor sterk is verbeterd, schiet de behandeling voor een deel van de patiënten tekort waardoor nog ongeveer 40% overlijdt. Daarnaast hebben kinderen die de ziekte wel overleven ook op lange termijn vaak te maken met schadelijke bijwerkingen van de chemotherapie. Meer inzicht in de genetische factoren die een rol spelen bij (on)gevoeligheid voor het antitumor effect van de chemotherapie of juist gevoeligheid voor de bijwerkingen, zou kunnen leiden tot een effectievere en veiligere behandeling. In algemene zin is van allerlei genen al bekend dat ze een rol spelen bij de werking van medicijnen (‘farmacogenetica’). Kleine variaties in deze genen kunnen een effect hebben op de werking. In het onderzoek wordt gekeken naar al deze genen en of bepaalde variaties hierin een verband hebben met het effect van de chemotherapie bij patiënten met een osteosarcoom. Hiervoor wordt het genetisch materiaal (DNA) vergeleken van patiënten waarbij de chemotherapie een gunstig effect heeft gehad en patiënten die niet goed hebben gereageerd op de behandeling. Zo wordt gekeken naar de ziektevrije overleving en naar bijwerkingen zoals gehoorschade. Met de uitkomsten van het onderzoek zou het mogelijk kunnen worden om de behandeling voor kinderen en volwassenen met een osteosarcoom meer op maat te maken.