Het doel van dit project is een impuls te geven aan de hbo-opleidingen in het sociale domein om breed aandacht te besteden aan huiselijk geweld en (kinder)mishandeling in hun curricula. Met deze impuls willen we er aan bijdragen dat studenten worden opgeleid tot professionals die in staat zijn adequaat om te gaan met situaties waarin (mogelijk) sprake is van huiselijk geweld of (kinder)mishandeling. Dit perspectief staat ver af van de dagelijkse realiteit waarin de meeste situaties van (kinder)mishandeling en huiselijk geweld niet herkend worden en niet bekend zijn bij Veilig Thuis. Uit een inventarisatie onder beroepsopleidingen van Roest & Dekker (2020) blijkt dat als er al aandacht aan huiselijk geweld en kindermishandeling wordt besteed, deze vooral is gericht op het signaleren en kunnen werken met de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Er is nauwelijks aandacht voor preventie en interdisciplinaire samenwerking gericht op veiligheid. Ook ontbreken inhoudelijke thema’s als bijvoorbeeld de verbinding tussen kindermishandeling en partnergeweld, waarbij moeders en vaders niet alleen als ouders worden aangesproken, maar er ook aandacht is voor de problematiek van de volwassenen als persoon. Vanuit de ministeries van J en V en van VWS is eveneens met opleidingen geïnventariseerd hoe de curricula van hbo-opleidingen zodanig kunnen worden ingericht dat professionals (in spe) beter worden toegerust om adequaat te reageren bij signalen van een onveilige thuis of opvoedingssituatie. Deze inventarisaties leverden het inzicht dat professionals vooral moed en lef nodig hebben om te durven reageren en dat het veelal ontbreekt aan vaardigheid in (feitelijk) rapporteren en het voeren van “lastige” gesprekken met betrokkenen. Met dit project beogen we opleidingen te inspireren meer en gerichter aandacht te schenken aan het reageren op onveilige opvoedingssituaties door: